Hoe helpen we jongeren die geen uitkering ontvangen, maar ook geen werk hebben of een opleiding volgen? Juist nu de verzorgingsstaat plaatsmaakt voor de participatiesamenleving, vallen deze mogelijk tussen wal en schip. De gemeente Dordrecht en denktank Kennisland startten het Social Lab Generation/D over de ambities, dromen, frustraties en barrières van jongeren in Dordt. Samen kwamen ze tot kansrijke ideeën: hoe repareren we de kapotte verbindingen tussen beleid en praktijk?
Hamza (22 jaar) heeft een grote wens: weer naar school gaan. Hij is al vier jaar school- en werkloos, ondanks verwoede pogingen en flink wat ervaring in het vrijwilligerswerk. Barbara (22) is opgewekt en welbespraakt, maar ondanks een afgeronde hbo-opleiding al anderhalf jaar werkloos. Na honderden brieven en afwijzingen is haar zelfvertrouwen geknakt.
Verhalen van jongeren zoals deze speelden het afgelopen halfjaar een hoofdrol in het Social Lab Generation/D, geïnitieerd door de gemeente Dordrecht en Kennisland, een denktank voor maatschappelijke vernieuwing, en ondersteund door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In Social Lab Generation/D gingen we samen met de doelgroep op zoek naar nieuwe aanpakken voor het genoemde maatschappelijk probleem. De gemeente Dordrecht legde al actief verbindingen tussen leef- en systeemwereld met ‘Bewoners aan Zet’, de Dordtse manier om als gemeente ruimte te geven aan bewoners van Dordtse wijken met goede initiatieven en hen actief te ondersteunen. De gemeente wilde graag grotere stappen zetten en omarmde daarom het Social Lab.
‘Een valkuil is te snel naar een oplossing te willen’
Organisatiereflex
Een Social Lab staat haaks op de traditionele manier van werken bij de gemeente. Door jongeren centraal te zetten en ze actief te betrekken bij de verkenning naar betere diensten, kom je tot nieuwe creatieve oplossingen die minder kosten. Oplossingen die ook tot betere resultaten leiden, omdat ze gedragen worden door de jongeren zelf. Social Lab Generation/D kwam voort uit de nieuwe taakopvatting van de gemeente Dordrecht: opgavengestuurd werken en bewoners betrekken bij het oplossen van maatschappelijke opgaven. Een valkuil daarbij is de gemeentelijke reflex te snel naar de oplossing te willen, terwijl de opgave in feite nog niet helder is. Zich bewust van deze organisatiereflex, initieerde Dordrecht – op initiatief van gemeentesecretaris Martien van der Kraan – een experimenteerruimte waarin de gemeente de tijd nam de praktijk en de aard van de opgave te leren kennen. Een Social Lab is dus een experimenteer- en reflectieruimte waarin burgers, professionals en bestuurders op zoek gaan naar de verhalen van de doelgroep, naar hoe beleid in de praktijk uitwerkt en waar nieuwe vormen van samenwerkingen kunnen ontstaan rond maatschappelijke vraagstukken.
Kansrijk
Een labteam bestaande uit gemeenteambtenaren, lokale professionals en jongeren zelf ging de straat op en in gesprek met jongeren. Over hun ambities, dromen, frustraties en barrières. Na een groot aantal verhalen (niet alleen van jongeren, maar ook van de teamleden) die openbaar werden gepubliceerd, identificeerde het team discrepanties tussen wat jongeren willen en kunnen en wat het systeem ze biedt, en tussen wat het systeem wil en in de praktijk brengt. Niet bedoeld om een schuldige aan te wijzen, maar als inspiratie om tot kansrijke ideeën te komen: hoe repareren we deze kapotte verbindingen in het systeem en tussen systeem- en leefwereld? Organisaties en dienstverleners werden bij elkaar gebracht om gezamenlijk te starten met het (waar nodig) verbeteren van het aanbod en nieuw aanbod te creëren. Door partijen bij elkaar te brengen rond concrete verhalen, werden er nieuwe interacties gegenereerd om de samenwerking te verbeteren.
Rijke verhalen
Het Social Lab resulteerde in ongeveer vijftig verhalen waarin de ‘kapotte verbindingen’ tussen het beleid en de praktijk zichtbaar worden, in drie concrete ideeën die momenteel worden uitgewerkt door lokale partners, in een netwerk van betrokken jongeren, maar bovenal in een nieuw handelingsrepertoire voor de gemeente. Ook werd haarscherp duidelijk hoe de vaak bureaucratische en hiërarchische manier van werken niet aansluit bij de werkelijkheid en hoe het anders zou kunnen en moeten. Zoals Chantal, een van de labteamleden, aangaf: ‘Door het lab ga je op een andere manier denken en doen.’ Bijvoorbeeld over hoe onderzoek en beleid veel democratischer en inclusiever kan. Over hoe je subjectieve, rijke, persoonlijke verhalen als vertrekpunt kunt nemen voor het vergaren van kennis als aanvulling op de cijfers. Over hoe je burgers kan inzetten als medeonderzoekers en vormgevers in plaats van alleen als hulpbehoevende cliënten. En over hoe de gemeente de randvoorwaarden kan scheppen voor het ontstaan van nieuwe, krachtige netwerken waar formele en informele organisaties en initiatieven elkaar versterken.
Nieuwe werkwijzen
Uiteindelijk is het gewenste resultaat van het Social Lab dat het bestaande werkwijzen verbetert, dat initiatieven met elkaar worden verbonden en dat nieuwe producten en diensten worden ontwikkeld die wel aansluiten op de echte wereld, zodat Hamza en Barbara en de (vele) andere jongeren verder kunnen komen in hun leven.
Voor hen heeft het Social Lab een directe positieve impact gehad op hun levens: Hamza gaat naar school en Barbara heeft een mooie, betaalde baan gevonden.
Co-auteurs zijn Thijs van Exel en Paula Ragetlie. Van Exel is werkzaam bij Kennisland en Ragetlie bij de gemeente Dordrecht.
Geef een reactie