Stelt u zich eens voor. U bent op de vlucht voor een burgeroorlog. U vraagt asiel aan. Door de grote toestroom wordt u in een tentenkamp opgevangen. De verwachting is dat u hier tijdelijk 3 maanden zal blijven, maar na een half jaar zit u er nog steeds, net als 2960 anderen, waaronder 680 kinderen.
De omstandigheden zijn basaal. Er is sanitair, u hebt een bed en er is eten. Tot zover het goede nieuws, want u voelt zich onveilig, slapen is haast onmogelijk en ziektes vliegen u om de oren. ‘s Nachts hoort u anderen snurken, het alarm gaat voortdurend af en de wind wappert langs de tentzeilen. Lockers zijn afwezig, dus bij het doen van de was neemt u uw spullen mee, anders worden ze gestolen. Anderen raken door hun financiële buffers heen, de spanningen lopen op. Door de mensenmassa hebben uw medebewoners last van de luchtwegen, voor 3000 bewoners is er dagelijks drie uurtjes één arts met twee verpleegkundigen. De mensen staan rijen dik opgesteld, zodat de moed u in de schoenen zakt. De massaliteit zorgt voor constante onrust, overal wordt u bekeken en er is nauwelijks privacy.
‘Mensen uit een oorlogsgebied zijn wel wat gewend. Dat uitgerekend zij de straat op gaan tegen ‘inhumane praktijken’, stemt tot nederigheid en inkeer’
Het lijkt een verschrikkelijke situatie, maar dit is de situatie die wij in Nederland tot praktijk hebben verheven. U vindt hem in AZC Heumensoord, Nijmegen. Onlangs rapporteerden de Nationale Ombudsman en het College van de Rechten van de Mens (2016) over de ‘onacceptabele’ situatie in Heumensoord. Niet alleen trokken deze instituten aan de bel, ook de vluchtelingen zelf trokken demonstratief richting het gemeentehuis in Nijmegen. Een moedige daad, aangezien de meesten bang zijn om hun stem te verheffen, angstig dat het invloed heeft op de slagingskans van hun asielaanvraag. Dat deze mensen demonstratiebereid zijn, geeft te denken. Je zou zeggen: mensen uit een oorlogsgebied zijn wel wat gewend. Dat uitgerekend zij de straat op gaan tegen ‘inhumane praktijken’, stemt tot nederigheid en inkeer.
Bewoners ervaren veiligheids- en gezondheidsrisico’s, onrust en overlast. Hun (op papier) vrijwillige inschikkelijkheid om zich aan te melden als asielzoeker stelt de Nederlandse staat (ministerie van V&J en IND) in staat om 24 uur per dag de volledige loyaliteit op te eisen. Daarmee worden alternatieve statusrollen gemarginaliseerd. Men is in Heumensoord nauwelijks nog vader, echtgenoot of bakker. Of zoals de Syriër Ahmed Mohamad, initiator van de demonstratie stelt: ‘We zitten hier al 5 maanden en het enige wat we kunnen doen is zitten, eten en slapen.’ Men is in alles asielzoeker, de enige rol die de Nederlandse staat interesseert.
Totalitaire toewijding
Heumensoord vertoont daarmee alle kenmerken van een ‘gulzig instituut’. Volgens de socioloog Lewis Coser worden gulzige instituties gekenmerkt doordat zij pressie uitoefenen op de loyaliteit van vrijwillig toegewijde individuen (Coser, 1974). Zij dienen de banden met andere instituties of personen losser te maken of liefst af te stoten. In gulzige instituties zijn leven, werken, slapen en vrije tijd ruimtelijk volledig met elkaar vermengd, waardoor de ogen van anderen het gedrag 24 uur per dag disciplineren. Deze fysieke afwezigheid van privéruimte dwingt totalitaire toewijding af. Of zoals Coser het kernachtig stelt, maakt toewijding aan gulzige instituties het nodig ‘dat de autonomie verworven door mensen die in het maatschappelijk leven op het snijpunt staan van vele kringen wordt opgegeven, en vervangen wordt door heteronome onderwerping aan de alomvattende eisen van organisaties die op gulzige wijze de gehele mens verslinden teneinde hem volledig te vormen naar het beleid dat hun behoeften dient’ (Coser, 1974: 23). Zo verslindt en vervormt Heumensoord het individu naar het Nederlandse asielbeleid. Dat beleid is een ‘asielprocedure’ die een alomvattende, gulzige en haast totalitaire invloed uitoefent op het individu.
Gulzigheidslogica
Grootschalige opvang richt zich op de volledige en loyale toewijding, het zorgt voor stress, trauma’s en depressieve klachten. De adviezen voor verbetering van de Ombudsman en Christen Unie-raadslid Kennedy in de Volkskrant (20-02-2016) waren dan ook treffend. Zo zouden bewoners leefgeld moeten krijgen en zou men zelf moeten kunnen koken in plaats van collectieve catering te ontvangen. Dit zou mensen de regie over het eigen leven teruggeven. Daarnaast zouden vrijwilligers meer toegang moeten krijgen om taalles of een zinvolle dagbesteding mogelijk te maken. Maar de reactie van de Nederlandse staat was illustratief. Drieduizend mensen laten koken zou leiden tot een ‘chaos’ en als iedereen het terrein op mag kan de ‘veiligheid niet worden gewaarborgd’.
Het toont dat deze vorm van opvang louter bestaat bij de ‘logica van statelijke gulzigheid’. Wonen, leven en eten dienen in alles overzichtelijk te blijven. Leefgeld en zelf koken ondermijnen die gulzigheidslogica. Daarnaast, als vrijwilligers het terrein op komen worden banden met andere personen of instituten aangegaan, worden nieuwe statusrollen ontwikkeld: wederom een ondermijning van die gulzigheidslogica.
Daarmee toont Heumensoord ons de gulzigheid van de Nederlandse staat. Een gulzigheid die – zoals Coser stelde – vooral de behoefte van het beleid in plaats van de behoefte van het individu dient. Dat stemt op z’n minst tot kritische overdenking.
Kees van der Riet zegt
Interessant artikel!! De gulzigheid, de macht van de overheid en de druk om te voldoen aan prestatie-eisen, regels tijdens de asielprocedure (met als waarden rechtmatigheid en doelmatigheid) versus publieke waarden als veiligheid, privacy, vrijheid. Anders gezegd: de spanning tussen systeem- en leefwereld en wat is het vertrekpunt? Momenteel onderzoek ik (als bestuurskundige) hoe een gemeente omgaat met het vluchtelingenvraagstuk.
Ik zou het daarom interessant vinden om met Mark eens van gedachten te wisselen over achtergronden en bevindingen. Mijn e-mailadres is cjvdriet@xs4all.nl
Lourens Wout zegt
Wat ik niet begrijp is waarom wij accepteren dat de Arabische mensen in Europa asiel willen zoeken. In het land van de zondaars en respectlozen? Waarom niet op het continent Afrika zelf? Het is gigantisch groot en heeft alle ruimte om de miljoenen vluchtelingen op te vangen. Met EU geld (Turkeye alleen al krijg 6 miljard voor 1 jaar?) kunnen we alle vluchtlingen helpen aan complete steden, werk en behoud van cultuur en normen en waarden zoals zij gewend zijn. Na een decenia of zo kunnen ze zichzelf bedruipen en met een beetje goede wil veel eerder. Geen rampzalige reizen, verkapte mensen handel en respectloze opvang meer. Er zullen vast wel landen in Afrika zijn die de EU voldoende grond willen verkopen voor de opvang. Voor hun een gouden deal en economische injectie. Nu worden zowel de vluchtelingen als wij in de normen en waarden aangetast.