Het lokale bestuur is de aflopen tien jaar getransformeerd van toeschouwer tot samenwerkingspartner van politie en justitie in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit. Onder de noemer ‘bestuurlijke aanpak’ is een instrumentarium ontwikkeld ter preventie en verstoring van zware criminaliteit. Dit alles vanuit de overtuiging dat het gemeentebestuur over relevante informatie en interventiemogelijkheden beschikt. De lokale overheid weet immers dikwijls waar de crimineel woont en werkt. Om de bijl aan de wortels van georganiseerde misdaad te zetten, zetten lokale bestuurders oude en nieuwe instrumenten in, waaronder het vergunningenbeleid, de APV en de wet Bibob.
‘De lokale overheid weet dikwijls waar de crimineel woont en werkt’
Lokale overheden gebruiken cryptische bewoordingen als ‘ondermijning’ en ‘integriteit’ om georganiseerde criminaliteit te duiden. Waar ze op doelen is dat criminele activiteiten in de onderwereld vrijwel nooit plaatsvinden zonder gebruik van faciliteiten uit de bovenwereld. De erkenning dat lokale overheden mogelijk onbedoeld criminele activiteiten faciliteren, bijvoorbeeld via vergunningen of subsidies, maakt hen probleemeigenaar en kernspeler. De beleidsfilosofie achter de bestuurlijke aanpak kenmerkt zich door de wens in te grijpen ‘aan de voorkant van het probleem’. Niet criminele personen en door hen ontplooide illegale activiteiten zijn aangrijpingspunt voor optreden. De aandacht gaat juist uit naar de gelegenheidsstructuren in de lokale gemeenschap die criminaliteit onbedoeld mogelijk maken.
Ingrijpen bij de wortels maakt overheidsoptreden extra zichtbaar. Wanneer op last van de burgemeester een horecavergunning wordt ingetrokken wegens vermoedens van criminele activiteiten, dan gebeurt dat in het volle licht. De bestuurlijke aanpak kent voor burgemeesters dan ook een keerzijde. Het brengt hen in een kwetsbare positie. Niet alleen weet de burgemeester waar de crimineel woont, de crimineel weet ook waar de burgemeester woont. We kennen meerdere voorbeelden van burgemeesters die te maken kregen met bedreigingen uit vermoedelijk criminele hoek. Zo moest burgemeester Jacobs (Helmond) enkele jaren geleden onderduiken na bedreiging uit waarschijnlijk het drugscircuit[1]. Burgemeester Schneiders (Haarlem) werd recentelijk beveiligd nadat zijn auto in de brand was gestoken[2]. Het is niet uitgesloten dat het een vergeldingsactie betreft voor gemeentelijke sluiting van een woonwagen waar drugs werden verhandeld.
‘Bedreigingen van bestuurders raken het functioneren van de lokale democratie’
Deze bedreigingen zijn niet alleen heftige ervaringen voor bestuurders. Ze raken het functioneren van de lokale democratie. Ze vragen om rationele analyses en fact checking. Is het aantal bedreigingen van burgemeesters daadwerkelijk toegenomen sinds ze actief barrières opwerpen tegen georganiseerde misdaad? Zijn bedreigingen daadwerkelijk te relateren aan inzet van het bestuurlijk instrumentarium? Of is hier enkel sprake van een aantal heftige incidenten? Hierover is geen recent onderzoek voorhanden. Wel laten bredere analyses zien dat slachtofferschap van agressie en geweld onder politieke ambtsdragers afneemt in Nederland[3]. Wat ouder onderzoek leert ook dat het aantal ‘vallende burgemeesters’ relatief meevalt[4]. Wanneer burgemeesters hun carrière vroegtijdig beëindigden, gebeurde dat meestal naar aanleiding van een vertrouwensbreuk met de gemeenteraad wegens persoonlijke of bestuurlijke acties. Niet vanwege externe bedreigingen afkomstig uit het criminele circuit[5].
Tot slot zijn cijfers en feiten niet het enige dat telt. Relevant is het signaal dat zowel ervaring als dreiging van agressie en geweld invloed heeft op besluitvorming en standpuntinname van politieke ambtsdragers[6]. Bedreigingen van lokale bestuurders moeten we daarom ook beschouwen als incidenten met symbool- en daarmee doorwerking. Ze kruipen in het hoofd van de bedreigde burgemeesters en blijven hangen tussen de oren van hun collega’s. Mogelijk leidt het zelfs tot heroverwegen van bestuurlijk handelen uit anticipatie op repercussies. Op basis van uitspraken van burgemeesters maken we voorlopig op dat heftige incidenten hen in een spagaat brengen: ze bevestigen de noodzaak stevig op te treden tegen misdaad maar vlakken risico’s voor persoonlijke veiligheid niet zomaar uit.
Footnotes
- [1] http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1801319/2010/12/02/Burgemeester-van-Helmond-duikt-onder-na-bedreigingen.dhtml
- [2] http://nos.nl/artikel/2041600-burgemeester-haarlem-extra-beveiligd-na-autobrand.html
- [3] Bouwmeester, J. & M. Holzmann (2014) Monitor Agressie en Geweld Openbaar Bestuur 2014. I&O Research in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
- [4] Korsten, A.F.H. en H. Aardema (2009) De vallende burgemeester: onderzoek naar factoren, omstandigheden, patronen en preventie- en interventiemogelijkheden. Nederlands Genootschap van Burgemeesters / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
- [5] Prins, R.S., A. Cachet, C. van der Linde, T. Tudjman en V. Bekkers (2012) Nationale wetten versus lokale besluiten: Een spanningsveld voor burgemeesters. Center for Public Innovation/Erasmus Universiteit Rotterdam/Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
- [6] Bouwmeester, J. & M. Holzmann (2014) Monitor Agressie en Geweld Openbaar Bestuur 2014. I&O Research in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Geef een reactie