De koppen boven dit artikel hebben betrekking op één van de vragen die centraal staan in mijn promotieonderzoek. Het blijkt dat vertrouwen van mensen in elkaar het gevoel van zelfredzaamheid bevordert voor, tijdens en na noodsituaties. Hoe meer mensen vertrouwen op anderen in hun sociale omgeving, en vaak ook op overheden, hoe zelfredzamer zij (denken te) zijn.
Dit vertrouwen wordt versterkt wanneer mensen onderdeel zijn van een hecht sociaal netwerk en/of mensen kennen met nuttige kennis, vaardigheden of spullen waarvan zij gebruik mogen maken. Dit zijn een deel van de belangrijkste conclusies op basis van de inbreng van meer dan 2500 burgers, in de context van drie verschillende noodsituaties: brand, hoogwater/overstroming en extreem winterweer.
Hands-on
Vertrouwen heeft in dit onderzoek alles te maken met intenties en competenties. Ten eerste gaat het erom of burgers denken dat medeburgers en de overheid hen willen helpen bij het zelfredzaam zijn: hebben zij het beste met hen voor? Hebben ze het gevoel op hen te kunnen bouwen? Ten tweede gaat het erom of mensen denken dat ze ook daadwerkelijk iets voor hen kunnen betekenen. Zelfredzaamheid is een hands-on begrip. Het gaat erom dat je noodsituaties kan voorkomen, weet hoe je je daarop kan voorbereiden en dat het lukt om de gevolgen te beperken wanneer de nood aan de man is. Voor vertrouwen in deze context zijn daarom niet alleen goede intenties van belang, maar ook competenties. Met alleen goede wil kom je niet ver en dat realiseren mensen zich ook. In dit onderzoek is daarom de mate van vertrouwen gebaseerd op deze twee aspecten.
Onderdeel zijn en voelen van een sociaal netwerk versterkt het vertrouwen. Mensen die een sociale binding hebben met vrienden, bekenden, collega’s, buurtbewoners et cetera, hebben ook meer vertrouwen in hun sociale omgeving. Deze onderlinge binding noemen we sociale samenhang. Daarnaast kan een sociaal netwerk in meer praktische zin van waarde zijn voor zelfredzaamheid. Denk aan personen die kennis hebben over brandpreventie of maatregelen hebben genomen tegen overstromingsgevaar. Het gaat dan minder om hoeveel mensen tot je sociale netwerk behoren, maar vooral wie dat zijn. De praktische waarde dat een sociaal netwerk oplevert noemen we sociaal kapitaal.
Zoekende
In onderzoek naar en het beleid voor zelfredzaamheid is vaak aandacht voor factoren die iets zeggen over hoe iemand denkt over risico’s, verantwoordelijkheid en handelingsperspectief. Ook in dit onderzoek zijn deze factoren betrokken en blijken verband te hebben met zelfredzaamheid. Aanvullend betrekt dit onderzoek ook factoren van de sociale omgeving en bekijkt deze in samenhang. Deze sociale dimensie komt veel minder aan bod in onderzoek naar zelfredzaamheid, terwijl we weten dat de sociale omgeving medebepalend is voor gedrag. Sterker nog, tijdens een noodsituatie zijn mensen veelal afhankelijk van diens sociale omgeving om zelfredzaam te kunnen zijn. Dit onderzoek laat zien dat van die sociale omgeving de factoren vertrouwen, sociale samenhang en sociaal kapitaal relevant zijn voor de beleving van zelfredzaamheid.
‘Het bevorderen van zelfredzaamheid is een door overheden breedgedragen doel’
Wat betekenen deze inzichten nu voor de praktijk? Deze betekenis is wezenlijk. Veel overheden willen namelijk zelfredzaamheid stimuleren bij noodsituaties zoals brand, hoogwater/overstroming of extreem winterweer. De rijksoverheid vindt dit belangrijk, maar ook gemeenten, veiligheidsregio’s, hulpdiensten en andere (veiligheids)organisaties. Het bevorderen van zelfredzaamheid is daarmee een breed gedragen doel. Voor elk effectief beleid is kennis nodig. Enerzijds kennis over het vraagstuk zelf en anderzijds kennis over strategieën om doelen te bereiken. Dit algemene principe geldt ook voor het stimuleren van zelfredzaamheid, waarin organisaties nog zoekende zijn.
Sociale omgeving
Gezien de inzichten van dit onderzoek, is het aan te bevelen dat beleid voor zelfredzaamheid niet alleen aandacht heeft voor factoren van het individu, maar ook van diens sociale omgeving. Dit betekent dat organisaties enerzijds moeten blijven nadenken hoe zij het risicobewustzijn, verantwoordelijkheidsgevoel en handelingsperspectief het beste kunnen bevorderen. Tegelijkertijd doen zij er goed aan om ook het vertrouwen, sociale samenhang en sociaal kapitaal te bevorderen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het zijn allemaal concepten die zich op hun beurt laten bepalen door andere factoren. Organisaties zullen zichzelf de vraag moeten stellen waarop zij invloed willen uitoefenen. Vervolgens is het de vraag welke strategie daarvoor het meest geschikt is en wat ervoor nodig is om deze te realiseren.
Geef een reactie