Big data – enorme databestanden die we allemaal, bewust of onbewust, voortdurend met onze gegevens voeden – gaan een steeds belangrijker rol spelen. Soms door ons te ondersteunen bij het nemen van lastige (aankoop)beslissingen. Maar vaak ook door ons te beïnvloeden en te sturen. Zelfs, zo bleek recent bij de rel over Facebook gegevens, in onze politieke voorkeuren. Toch is onze kennis over de rol van big data vaak slechts fragmentarisch en eerder door begrijpelijke zorg dan door enthousiasme ingegeven.
In De Data Economie van Victor Mayer Schönberger en Thomas Range[1] wordt systematisch in beeld gebracht wat de ‘data revolutie’ kan gaan betekenen voor de wijze waarop onze economie functioneert. Eigenlijk is de oorspronkelijke Engelse titel wat dat betreft veelzeggender: Reinventing Capitalism in the Age of Big Data. Want, zo luidt de boodschap van dit boek, er gaat veel veranderen onder invloed van big data. Wie daar profijt van wil hebben zal mee moeten veranderen. Digitale marktplaatsen als Booking.com, Amazon of Uber zijn niet meer dan bescheiden voorlopers van de uiterst ingrijpende veranderingen die ons economisch en maatschappelijk nog te wachten staan. Data zullen op (korte) termijn de dominante rol gaan spelen die kapitaal nu nog speelt.
‘Data zullen op (korte) termijn de dominante rol gaan spelen die kapitaal nu nog speelt’
Schönberger en Range bouwen hun betoog op rond de klassieke economische dichotomie markt versus bedrijf. In beide sferen zal veel veranderen maar het meest toch in het functioneren van markten. Dat is een direct gevolg van het feit dat big data een kernprobleem van de markt zullen helpen verminderen, namelijk het probleem van de beperkte, onvolledige en tekortschietende informatie. Big data zullen het functioneren van allerlei typen markten verbeteren. Booking.com en Airbnb laten nu al zien hoe consumenten over ongekend omvangrijke, diverse en actuele informatie kunnen beschikken bij het boeken van een vakantieverblijf. Dergelijke typen beter functionerende markten zullen zich als een olievlek verspreiden. De klassieke onvolkomen markt zal een informatierijkere en efficiëntere markt worden maar toch geen perfecte markt. Hier en elders weten de auteurs, gelukkig, het altijd dreigende digitale determinisme te mijden. Big data zullen een grote rol gaan spelen maar menselijke keuzen en interventies niet uitsluiten of overbodig maken. In die zin is dit een aanzienlijk realistischer boek dan de vele werkjes waarin voorspeld wordt dat robots en kunstmatige intelligentie op termijn de dienst zullen gaan uitmaken.
Anderzijds wordt in het boek de kapitalistische markt- en bedrijfsstructuur nergens fundamenteel ter discussie gesteld. Het is eerder een gids hoe markten en bedrijven zich zullen moeten aanpassen en gedragen in een veel datarijkere omgeving. Vooral de markt zal baat hebben bij aanpassing aan de beschikbaarheid van big data. Maar ook in de bedrijfsorganisatie, de wijze van leiding geven en de arbeidsverhoudingen zal veel (moeten) veranderen.
Ook hier geldt dat de auteurs er de voorkeur aan geven dicht in de buurt te blijven van ontwikkelingen waarvan de eerste aanzetten nu al zichtbaar zijn. Realisme en voorzichtigheid lijken hun leidraad; niet utopische en uiterst speculatieve vergezichten. Maar zelfs dan zijn de ontwikkelingen die ze schetsen al ingrijpend genoeg. Ook overigens voor sociale partners en overheden die zich, bijvoorbeeld, opnieuw zullen moeten bezinnen op het functioneren van de arbeidsmarkt.
‘Big data zullen het functioneren van allerlei typen markten verbeteren’
De Data Economie is interessant voor wie wat meer greep wil krijgen op wat er om hem heen momenteel allemaal gebeurt, qua digitale revolutie. Maar het is ook een boek met beperkingen. Zoals de Engelse titel al aangeeft, gaat het boek nadrukkelijk uit van aanpassing en ontwikkeling van het huidige economische stelsel. Dat de digitale ontwikkeling tot een volstrekt ander economisch bestel zou kunnen leiden wordt min of meer bij voorbaat uitgesloten. Het is ook nadrukkelijk een economisch boek, al is het goed toegankelijk voor de niet-econoom. Op de maatschappelijke en politiek-bestuurlijke gevolgen van de data revolutie wordt maar in beperkte mate ingegaan. De kernboodschap – datarijke markten zullen beter functioneren en dat zal grote gevolgen hebben – wordt breed onderbouwd en uitgewerkt; soms wel een beetje te breed.
Lastig, tenslotte, is dat de Nederlandse uitgever voor een recht toe recht aan vertaling heeft gekozen en niet voor een bewerking. Dat wreekt zich bij het min of meer klakkeloos uit het Engels vertalen. Ook waar Engelse termen – command and control bijvoorbeeld – gangbaar en begrijpelijker zijn in het Nederlandse wetenschappelijke discours. Het wreekt zich nog meer omdat de auteurs veel voorbeelden uit de VS halen. Ze voeren allerlei voorbeelden van Amerikaanse digitale platforms op, die West-Europese lezer niet of nauwelijks iets zeggen. Enige toelichting, in de vorm van annotatie, zou welkom zijn geweest.
Al met al toch een interessant boek omdat het ons iets meer greep geeft op snelle en ingrijpende ontwikkelingen waar we momenteel al middenin zitten.
Footnote
- [1] Victor Mayer-Schönberger en Thomas Range, De Data Economie. Waarom data geld gaan vervangen. Wat dit betekent voor onze economie. En hoe je hierop in kunt spelen. Amsterdam: Maven Publishing, 2018; 280 blz.
Geef een reactie