Madeleine Albright, Secretary of State onder president Clinton, is een interessant iemand. Daar kan geen twijfel over bestaan. Haar persoonlijke levensgeschiedenis valt in niet geringe mate samen met wat er de afgelopen acht decennia in Europa en de VS gebeurd is. Ze vluchtte, als kind in Europa, zowel voor het fascisme als voor het communisme, kwam als jonge immigrant naar de VS en greep met beide handen de kansen die haar daar geboden werden. Inmiddels is ze 81 maar nog steeds actief, zoals blijkt uit het verschijnen van haar meest recente boek Fascisme. Een waarschuwing.
Als iemand het recht heeft om te waarschuwen voor wat er in de wereld fout kan gaan, dan is zij het wel. Als slachtoffer maar ook, later, als een centrale speler in het Amerikaanse buitenlandse beleid – adviseur van menig president en minister – heeft ze, als het ware op de eerste rij, opkomst en functioneren van menig dictatoriaal systeem mogen mee maken. Goed dat ze daar een boek over schrijft. Een bij vlagen ook boeiend boek. Vooral als ze op basis van eigen ervaring schrijft. Goed ook dat ze lessen probeert te trekken uit haar persoonlijke en professionele ervaringen en dat ze die lessen aan anderen over wil dragen; bijvoorbeeld in haar werk als hoogleraar. Ook haar waarschuwing dat onze democratie bedreigd wordt, is terecht. Zeker in een tijd waarin Donald Trump en vele andere radicale populisten de dienst uit maken.
‘Als iemand het recht heeft om te waarschuwen voor wat er in de wereld fout kan gaan, dan is het Madeleine Albright wel’
Waardevol in het boek zijn ook, bijna terloopse maar scherpe, observaties over actuele ontwikkelingen: globalisering is geen keuze maar fact of life (p.122); de ontwikkelingen in Oost-Europa zijn na 1989 te snel gegaan; ongecontroleerde migratie veroorzaakt frictie (p. 194).
Fascisme
Waarom ben ik, uiteindelijk, dan toch ongelukkig met dit boek? Dat heeft alles te maken met het label dat Albright aan haar waarschuwing mee geeft: fascisme. De vele historische en eigentijdse dictatoriale regimes die in het boek aan de orde komen, lijken allemaal onder dat zelfde etiket geschaard te worden. Voor de regimes van Hitler, Mussolini en Franco lijkt me dat terecht. Bij Stalin bekruipt mij al enige twijfel; hoe verderfelijk dat regime ook was. En verheldert het om – ik noem er maar een paar – Chavez en Maduro, de Kim’s en Erdogan ook onder de noemer fascisme te behandelen? Ik betwijfel het. En, wonderlijk genoeg, Albright zelf soms ook. Als ze aan het eind van het boek zoekt naar verschillen en overeenkomsten tussen de vele dictators die aan de orde kwamen, laat ze zich ontvallen: ‘Ook overeenkomsten tussen figuren als Maduro, Erdogan, Poetin, Orban, Duterte en – de enige van hen die echt een fascist is – Kim Jong-un” (p. 254). De lezer – althans deze lezer – in verwarring achterlatend. Waarom werden al die andere dictators eerder in haar boek dan wel onder de noemer fascisme behandeld?
Ik denk dat het probleem tweeërlei is. Wat zich allereerst wreekt is het ontbreken van een duidelijke en consequent gehanteerde definitie van het begrip fascisme. Albright laat zelf, her en der in haar boek, zien hoe moeilijk het begrip te definiëren is (o.a. p.20).
Fascisme wordt zelden als een scherp afgebakend en goed te operationaliseren begrip gehanteerd. Veel vaker is het een attenderend, vaag begrensd, begrip waarbij iedereen weet of meent te weten waar het ongeveer over gaat. En niet zelden wordt het begrip bewust zo gehanteerd om heftige emoties en afkeer op te roepen, die het strak gedefinieerde wetenschappelijke begrip niet of veel minder tot uiting weet te brengen.
‘Een meer eigentijds etiket als radicaal populist past beter bij Trump’
Wat Albright denk ik ook parten heeft gespeeld is haar behoefte om de vele verontrustende ontwikkelingen die ze in het heden waarneemt onder een ‘vertrouwd’ etiket te willen brengen. Dat gaat ongeveer als volgt: een van haar kernstellingen is dat het Duitse en Italiaanse fascisme de democratie en rechtsstaat in eerste instantie van binnen uit – door verkiezingen en wetswijzigingen – stap voor stap hebben uitgehold. Dat is ongetwijfeld waar en het is zeker een waarschuwing waard. Niet in de laatste plaats omdat dergelijke uitholling van binnenuit ook vandaag de dag plaats heeft. Denk aan Erdogan, Poetin of Chavez/Maduro. Maar de omkering van het verband – de conclusie dat deze ‘figuren’ dus thuis horen in een boek dat wil waarschuwen tegen herlevend fascisme gaat me (veel) te ver. Daarvoor zijn de verschillen ook veel te groot: Poetin die heerst over een land zonder enige democratische traditie, Erdogan die de Islam inzet om de seculiere staat en de democratie uit te hollen, Chavez die een linkse revolutie predikte, die onder zijn opvolger geheel uit de hand is gelopen en democratie en economie verwoest heeft.
Ambivalent
Wat mij betreft had Albright er beter aan gedaan het zo beladen etiket fascisme te mijden. Wie wil begrijpen hoe iemand als Trump de instellingen van de democratische rechtsstaat systematisch ondermijnt en uitholt – zie zijn aanvallen op de democratische oppositie, de rechtspraak en de media – die heeft niet zo veel aan de historisch beladen term fascisme. Integendeel. Een meer eigentijds etiket als radicaal populisme zou de lading misschien beter en zeker wat neutraler dekken en tegelijkertijd ook de link leggen naar soortgelijke bewegingen in West-Europa en Nederland.
Het zal duidelijk zijn dat ik wat ambivalent ben over dit boek. De waarschuwing voor krachten en mechanismen die de democratie (kunnen) uithollen is meer dan terecht. En Albright is, als geen ander, degene die daar voor mag waarschuwen. Maar de framing van alles en iedereen die de democratie bedreigt als fascist, spreekt me minder aan. Mij spreekt dat niet aan. Maar, misschien ligt dat voor het oorspronkelijk Amerikaanse publiek waar Albright voor schrijft anders. Misschien kan de boodschap voor hen niet hard genoeg geformuleerd worden.
Lees een interview met Madeleine Albright over haar boek op de website van de NOS.
Geef een reactie