Er zijn tal van definities in omloop van het veelvuldig gebruikte begrip ‘rechtsstaat’. Er kan een smalle definitie worden gehanteerd waarbij formeel-juridisch en wetstechnisch naar ‘de rechtsstaat’ worden gekeken: Staat alles wel goed op papier en gaat alles in de praktijk zoals het op papier is gesteld? Je kunt naar de rechtsstaat kijken als een lijstje rechtsnormen als ‘legaliteit’ of rechtswaarden als ‘rechtsgelijkheid’. Vanuit een bestuurlijk perspectief kan breder worden gevraagd: Is de rechtsstaat het model voor een staatsbestel waar de staatsmachten in evenwicht tot democratische besluitvorming komen?
Ook vanuit de samenleving wordt er invulling gegeven aan het begrip ‘rechtsstaat’. Een groot deel van de Nederlanders voelt zich via de rechtsstaat verbonden met ons land, zoals onlangs uit de prikkelende SCP-studie Denkend aan Nederland naar voren kwam: ‘Democratie en burgerlijke vrijheden zijn niet zozeer typerend voor Nederland (omdat ze ook in andere landen te vinden zijn), maar blijken wel van groot belang voor de verbondenheid met Nederland’ (SCP 2019, p. 11).
Niet alleen vragen ‘wat’ is, maar ‘waar’ is de rechtsstaat…
Ikzelf kijk naar de rechtsstaat vanuit het brede veld van instituties die gezamenlijk ‘de rechtsstaat’ vormgeven. De klassieke machtenscheiding van de trias politica gaat oorspronkelijk uit van staatsmachten die als elkaars tegenmachten balanceren. De moderne samenleving laat zich echter niet meer zo nauw en netjes naar deze klassieke machten schikken. Pas als we integraal naar alle organisaties met een rechtsstatelijke functie kijken, schetst zich het institutioneel geheel van onze rechtsstaat. Deze bestaat uit zoveel meer organisaties dan enkel parlement, ministerie, en rechtbank. Zo behoren veel nieuwsmedia helemaal niet tot ‘de staat’, maar vervullen zij wel een cruciale rechtsstatelijke functie. Zij behoren daarmee noodzakelijkerwijs tot een analyse van de rechtsstaat.
Voor mij is de rechtsstaat dan ook het geheel aan praktijken dat feitelijk ‘de rechtsstaat’ produceert. Veel organisaties en instituties delen bepaalde functies die bij elkaar opgeteld ‘de rechtsstaat’ maken. Er is niet één organisatie die ‘de rechtsstaat’ maakt en die daarom ook is aan te spreken op de kwaliteit ervan. Vele organisaties spelen in meer of mindere mate, impliciet of expliciet, geschreven of ongeschreven een rechtsstatelijke rol.
… en ‘wie’ is de rechtsstaat?
Het is daarom lastig om in te schatten wat risico’s zijn voor onze rechtsstaat: één probleem bij één type institutie hoeft niet direct een existentiële dreiging te zijn voor de gehele rechtsstaat. Maar meerdere problemen bij elkaar opgeteld kunnen dat op den duur wel zijn. Om een inschatting te maken van hoe onze rechtsstaat ervoor staat, is het daarom nodig om deze in de volledige breedte te bezien. De rechtsstaat is geen statisch gegeven, maar de optelsom van dagelijkse interacties tussen alle organisaties met een rechtsstatelijke functie. Dit institutionele geheel vormt de rechtsstaat.
Rechtsstatelijk bewustzijn van iedereen die dagelijks bijdraagt aan de totstandkoming van de rechtsstaat is van essentieel belang. Blijvende reflectie op onszelf is nodig: wat betekenen particuliere beleids- en organisatieontwikkelingen en maatschappelijke en politieke veranderingen in het bredere licht van de rechtsstaat? Kijk niet alleen naar de interne logica van de eigen organisatie, keten of institutie, maar plaats deze in het brede kader van de rechtsstaat en voel je daarvoor ook verantwoordelijk.
Deze blog is eerder geplaatst op de website van ROB.
Geef een reactie