Tijdens de eerste fase van gemeentelijke schuldhulpverlening wordt er te weinig rekening gehouden met de emoties van mensen met schulden. Daardoor haken veel mensen met schulden af en wordt van degenen die zich toch melden slechts 50 procent met een schuldenregeling geholpen. Veel van de deelnemende gemeenten werken procesgericht maar experimenteren met een meer persoonsgerichte aanpak. Ze missen echter nog inzicht in het effect van de nieuwe aanpak.
Een en ander blijkt uit onderzoek van Adviesbureau Purpose, dat is uitgevoerd in opdracht van het programma Schouders Eronder, een samenwerkingsverband van Divosa, Landelijke Cliëntenraad, NVVK, Sociaal Werk Nederland en VNG. Purpose vroeg circa 50 burgers in Den Haag, Rotterdam, Almere, Breda, Goeree-Overflakkee en Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk (BAR organisatie) hoe ze de eerste fase van schuldhulpverlening hebben ervaren. Daarnaast heeft het bureau bij deelnemende gemeenten meegelopen, cijfers opgevraagd en vergelijkbaar gemaakt. Purpose formuleert de volgende conclusies in haar onderzoek die indicatief zijn voor heel Nederland:
‘Houd rekening met hoe een klant de dienstverlening beleeft’
Op basis van het onderzoek doet Purpose de volgende aanbevelingen:
- Werk aan een nieuwe definitie voor stabilisatie. Volgens de huidige definitie is het een succes als iemand financieel stabiel is, maar gedrag en beleving ontbreken daarbij.
- Houd rekening met hoe de klant de dienstverlening beleeft. Heb aandacht voor de persoonlijke leefwereld en emoties.
- Zorg voor vergelijkbare en betrouwbare data om voortgang te monitoren en te sturen op ontwikkeling en verbetering.
Meer lezen over schuldhulpverlening? Lees Landelijke aanpak schuldenproblematiek met SchuldenlabNL of ga naar Schuldenlab.nl.
Geef een reactie