Veiligheidsincidenten worden in Nederland over het algemeen snel en effectief het hoofd geboden, maar toch kunnen we veel leren van casussen uit het verleden. Dat blijkt uit de serie boeken Lessen uit crises en mini-crises, waarin grondige analyses van dilemma’s omtrent specifieke casussen worden gepresenteerd.
Hoewel een overmaat aan maatschappelijk onbehagen soms anders doet vermoeden, leven we in een ordelijk en goed georganiseerd land. Eerder een over- dan een ondergeorganiseerd land. En toch gaat er – zelfs in ons land – soms het een en ander mis. Dat heel verschillende dingen fout kunnen lopen, toont de serie boeken over crises en mini-crises onder redactie van Menno van Duin en Vina Wijkhuis. Het zesde deel in de reeks, over 2017, verscheen alweer enige tijd geleden[1]. Eind vorig jaar verscheen de aflevering over 2018[2].
De crises en minicrises die in opeenvolgende boeken beschreven worden, laten in twee opzichten zien hoe goed Nederland georganiseerd is, zelfs al doen zich onvermijdelijk ook hier incidenten voor. Enerzijds zien we dat de impact van incidenten in de regel beperkt blijft. Grote materiële schade en vooral grote personele schade is en blijft in Nederland (gelukkig) zeldzaam. Dat zegt, in positieve zin, iets over regelgeving, toezicht en preventie. Anderzijds zien we ook een snelle en meestal effectieve reactie (respons), als het dan toch eens mis gaat. Dat zegt dan weer iets over ons vermogen repressie te organiseren, te leren van ervaring en zowel operationeel als bestuurlijk te reageren op crises die zich voordoen.
Incidentele drama’s – want die zijn er; ook in deze boeken worden ze beschreven – nemen niet weg dat onze samenleving effectief is in het voorkomen of bestrijden van velerlei typen incidenten. Want dat is één van de lessen uit deze reeks boeken: er doen zich zeer uiteenlopende incidenten voor, bijna altijd onverwacht, veelal uniek maar toch niet helemaal onbekend, soms te voorzien maar vaak juist niet. Naast fysieke crises (branden, ongevallen, medische noodsituaties, dierziekten, milieu issues) zijn er ook de meer sociale crises (uit de hand lopende demonstraties en tegendemonstraties, de ontruiming van camping Fort Oranje, de moord op Anne Faber, de sluiting van de IJsselmeerziekenhuizen, de Eindexamencrisis in Maastricht en de maatschappelijke impact daarvan). Van verwijtbare nalatigheid lijkt zelden sprake. In veel (mini)crises is vooral sprake van fouten of van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Sociale crises lijken geleidelijk een steeds belangrijker plaats in te nemen
Hoewel de reeks boeken over crises en minicrises verschijnt onder auspiciën van het Instituut voor Fysieke Veiligheid (IFV) lijken sociale crises – uit de hand lopende maatschappelijke problemen, ordeverstoringen, incidenten met een grote maatschappelijke impact – geleidelijk een steeds belangrijker plaats in te nemen. Dat is minder onlogisch dan het op het eerste gezicht misschien lijkt. Het zijn immers vaak dezelfde instituties die moeten reageren (Veiligheidsregio’s, hulpdiensten) en ze volgen daarbij vaak dezelfde procedures (met name de GRIP-niveaus voor operationele en bestuurlijke opschaling). Een aparte case study naar de sluiting van Fort Oranje illustreert dat[3].
Fort Oranje begon ooit als een vriendelijke camping in Zundert, maar verloederde op den duur door mismanagement en werd een verzamelplaats en vrijplaats voor een groot aantal problematische bewoners; meer dan 1000. De urgent nodige sluiting en ontruiming werden een mega-operatie; onder meer door actieve tegenwerking van de malafide eigenaar en door de noodzaak om voor een groot aantal kwetsbare bewoners op korte termijn nieuw onderdak te vinden.
De deelstudie laat zien waarom en hoe langdurig gebruik werd gemaakt van de mogelijkheden die opschaling naar GRIP3 en GRIP4 boden. De Veiligheidsregio en omliggende grotere gemeenten (Breda en Tilburg) kregen zo de gelegenheid een relatief kleine gemeente, operationeel en bestuurlijk, te helpen bij het oplossen van een probleem dat de spankracht van die gemeente verre te boven ging. Dat is precies waar dergelijke mechanismen voor bedoeld zijn. Zij het dat bij de ontwikkeling ervan primair gedacht werd aan fysieke crises, zoals grote branden en ongevallen.
De veelvormigheid van crises laat zien dat het, zelfs in ons land, altijd nog beter kan
Interessant is te zien hoe zich altijd weer nieuwe bestuurlijke uitdagingen voordoen. Sommige crises lijken daarbij niet meer dan bijzondere incidenten, die in de toekomst te voorkomen zijn; bijvoorbeeld het wel erg abrupt ongeldig verklaren, door de Onderwijsinspectie, van bijna 350 VMBO-eindexamens in Maastricht. Andere nieuwe crises zouden wel eens een meer structureel karakter kunnen hebben. Dat geldt misschien voor de strijd over de ‘grote grazers’ bij de Oostvaardersplassen. Het zal zeker gelden voor de gevolgen van de extreme hitte en droogte, waar Nederland in de zomer van 2018 al mee werd geconfronteerd.
De toegevoegde waarde van deze reeks boeken ligt vooral in de nadere analyse van de casussen. In korte hoofdstukken wordt niet opnieuw tot in alle details een crisis en de respons geschetst; dat is meestal elders al uitgebreid gedaan. Wat de auteurs wel doen is ingaan op één of meer dilemma’s die in de casus een rol hebben gespeeld, zoals de momenten van op- en afschaling, het werken met convenanten in plaats van vergunningen, de aard en timing van de communicatie met betrokkenen, de onbekendheid met sommige typen risico’s of het al of niet duiden van een incident als terrorisme. Meestal – niet altijd – verheldert deze aanpak wat er goed en minder goed ging en waarom.
De veelvormigheid van de (mini)crises laat ook overduidelijk zien dat er fouten gemaakt worden. Dat het, zelfs in ons land, altijd (nog) beter kan. Daar ligt ook het belangrijkste nut van deze reeks boeken: lessen leren, procedures en plannen nog verder ontwikkelen en aanscherpen, nieuwe typen crises (cyber!) onderkennen en leren aanpakken. In het algemeen leren van elkaar, leren van vergelijkbare, maar net niet identieke casussen, alert(er) worden op wat er allemaal mis kan gaan en alert blijven (de MH17-ramp toont dat het ook ons kan overkomen, al denken we soms van niet).
Literatuur
- [1] Menno van Duin, Vina Wijkhuis en Wouter Jong, Lessen uit crises en mini-crises 2017. Den Haag: Boom Bestuurskunde / IFV, 2018; 296 blz. ISBN 978-94-6236-888-0
- [2] Vina Wijkhuis en Menno van Duin, Lessen uit crises en mini-crises 2018. Den Haag: Boom Bestuurskunde / IFV, 2019; 273 blz.. ISBN 978-94-6236-984-9, Zie ook een eerder Signalement: https://platformoverheid.nl/leren-van-grote-en-kleine-crises/
- [3] Menno van Duin, e.a., GRIP op de sluiting en ontruiming van camping Fort Oranje. Arnhem: IFV, 2019; 68 blz. ISBN 978-90-5843-468-7.
Geef een reactie