Wouter Slob is ruim 2 jaar secretaris-directeur van waterschap Zuiderzeeland, dat heel Flevoland beslaat en een klein deel van Friesland en Overijssel. Daarvoor was hij gemeentesecretaris in Medemblik en Harlingen. Hij roept zijn voormalige collega’s op tot samenwerking: ‘We hebben met elkaar heel veel te doen in Nederland. Gebiedsgerichte samenwerking is daarbij noodzakelijk, we moeten als gemeenten en waterschappen meer aan de slag met het delen van informatie én mensen.’
Het verschil tussen gemeenten en het waterschap is in sommige opzichten beperkt. Ook het Dagelijks Bestuur vergadert op dinsdag, dus dat zorgt voor een vergelijkbaar weekritme. Toch is de politieke context echt wel anders, om te beginnen omdat het waterschap monistisch functioneert. Slob is dus niet alleen secretaris van het college, maar ook van het algemeen bestuur. Een rol die bij gemeente en provincie wordt vervuld door de griffier: ‘Het kan soms voorkomen dat een Heemraad in het AB tegen zijn eigen college stemt, maar dat zijn uitzonderingen. Over het algemeen is de politiek veel stabieler en rustiger dan in gemeenten.’
‘Waterschappen zijn een functionele democratie en hebben een gesloten huishouding’
Dat geldt ook voor de begrotingscyclus. Zuiderzeeland heeft een begroting van ongeveer 80 miljoen euro, die grotendeels door eigen heffingen wordt bekostigd. Geen schommelingen als gevolg van wijzigingen in het gemeentefonds dus. Daarbij speelt ook mee dat waterschappen een functionele democratie zijn en een gesloten huishouding hebben. Zij leveren dus veel minder producten en diensten dan gemeenten. De organisatie en medewerkers weten daardoor goed waar hun focus ligt, de loyaliteit aan het werk is groot.
Gemeentelijke ervaring
De overstap naar een waterschap lag misschien voor de hand, maar was niet gepland, vertelt Slob: ‘Ik heb altijd aan het water gewerkt. Als secretaris in de havensteden Medemblik en Harlingen en daarvoor als afdelingsmanager in Den Helder. Daarvoor werkte ik al als adviseur aan wateropgaven. Toen ik de advertentie zag, dacht ik meteen: dat is wat voor mij!’
Het contact in zijn werkgebied is makkelijk gelegd, mede omdat het aantal gemeenten beperkt is en de samenhang met de provincie- en poldergrens voor een duidelijke afbakening zorgt. ‘Nu ik hier zit merk ik wel het voordeel van gemeentelijke ervaring. Ik kom gemakkelijk bij gemeentehuizen binnen, begrijp wat er daar speelt en krijg ook de ruimte om initiatief te nemen. Zo hebben we recent in de kring Flevoland, Gooi- en Vechtstreek goede en nieuwe afspraken gemaakt over onze (leiderschaps-)rol bij inhoudelijke thema’s, zoals de energietransitie.’
Tegelijkertijd is er ook een nauwe samenwerking met de overige secretarissen van de waterschappen. Het is een hechte club, bijna een als een kring van gemeentesecretarissen. Ook tussen de waterschappen wordt gekeken of er taken samen georganiseerd kunnen worden, in losse verbanden of meer hechtere constructies zoals in een shared service centre.
Grote opgaven
Het thema water is wel veel breder dan het op het eerste gezicht misschien lijkt. Het waterschap is verantwoordelijk voor veiligheid en voor voldoende, schoon water. Het waterschap is daarmee een belangrijke speler in het ruimtelijk domein. Het bewustzijn van klimaatverandering is door de verantwoordelijkheid voor waterveiligheid groot. Thema’s als klimaatadaptatie, circulaire economie energietransitie staan dan ook hoog op de agenda. De kennis en expertise die het waterschap daarop meebrengt kan ook voor gemeenten nuttig zijn.
In die samenwerking zit dan ook de belangrijkste oproep van Slob aan gemeentesecretarissen: ‘We hebben met elkaar heel veel te doen in Nederland. Gebiedsgerichte samenwerking is daarbij noodzakelijk, we moeten als gemeenten en waterschappen meer aan de slag met het delen van informatie én mensen. Als secretarissen kunnen we die rol pakken en een boegbeeld zijn voor die nieuwe samenwerking.’
Dit artikel is eerder gepubliceerd in VGS Magazine.
Geef een reactie