Door de uitbraak van het coronavirus is de overheid terug van weggeweest. Welke mogelijkheden biedt het reageren op de crisis, en is het denkbaar dat een sterke overheid ons eigenlijk wel bevalt?
De speciaal ingelaste uitzending van minister-president Mark Rutte op maandagavond 16 maart zal komende generaties op ons netvlies gebrand blijven, vergelijkbaar met de TV-toespraak van Joop den Uyl tijdens de oliecrisis in december 1973. Een leider die zijn volk toespreekt, en een natie die daar even stil van wordt.
Met de uitbraak van het coronavirus staat de overheid voor een ongekend complexe opgave. Ook op platform O willen wij hier aandacht aan besteden. Dat doen we in een reeks artikelen getiteld ‘De overheidsdienaar in tijden van crisis’. Met ‘Terug van weggeweest: de overheid’ trappen we deze reeks af.
Het is lang geleden, maar de overheid lijkt helemaal terug van weggeweest. Richtlijnen, plotseling overheidsingrijpen, ministeriële acties! We hebben daar de afgelopen vijftig jaar een paar keer oppervlakkig kennis mee gemaakt, met Hoekstra’s massale aankoop van Air France/KLM aandelen als laatste voorbeeld, maar nu gaan we mogelijk voor langere tijd iets nieuws meemaken. Ongekend in het altijd zo rebelse Nederland: de overheid op en top in de regisseursrol en de samenleving in de ‘volgzame’ stand.
Even heeft het alom aanwezige ‘nepnieuws’ plaatsgemaakt voor de mededelingen van het gezag. Nog geen half jaar nadat er zo ongeveer een boerenopstand tegen het RIVM uitbrak, mag dit instituut weer de toon aangeven. “Hoe luidt het officiële advies?” Die vraag klinkt nu dagelijks op elke werkvloer en in elk gezin. Toen de ministers Bruins en Slob op zondagmiddag 17.30 uur bekend maakten dat een half uur later alle horeca in Nederland op slot moest, gingen de rolluiken massaal en zonder morren naar beneden. Kortom: de ogen zijn op Den Haag gericht en de bereidheid lijkt groot om overheidsregels en adviezen op te volgen.
‘Er wordt opeens een slagvaardigheid en snelheid van het ambtenarenkorps gevraagd, die haast niet van deze tijd is’
Is er in tijden van crisis weer een notie van staatsautoriteit? Wordt de overheid weer op het schild gehesen? Hier lijken twee politieke werelden elkaar de hand te geven. Ter linkerzijde wordt de overheid al sinds Marx bij voorkeur een belangrijke, zo niet allesomvattende regierol toegedicht. Kan de zorg bijvoorbeeld niet per direct genationaliseerd worden? Columnist Bert Wagendorp hoopt in de Volkskrant dat de coronacrisis de dolksteek voor het neoliberale marktdenken betekent. En ter rechterzijde heeft men traditioneel de neiging om bij gevaar van buitenaf in de volgzame houding te schieten. Was de oorlogspremier Winston Churchill – bepaald geen modeldemocraat – niet voor elke rechtgeaarde conservatief de ultieme held?
Dichter bij huis: pleitte Thierry Baudet niet al in 2017 voor een zaken- of kenniskabinet, omdat ‘we het land zijn kwijtgeraakt’? Maar omgekeerd: zullen politici als Wilders en Baudet de komende tijd dan ook de neiging kunnen weerstaan om zelf populistische puntjes te scoren en partijpolitieke slagjes te slaan?
Voor de moderne overheidsdienaar zal het ook even wennen zijn, gewend als hij of zij is om elke beleidstap met tien collega’s (allemaal in de cc) te delen. Iedereen zijn zegje. Nu wordt er opeens een slagvaardigheid en snelheid van het ambtenarenkorps gevraagd, die bijna niet van deze tijd is. In menig beleidsmakershoofd speelt misschien wel de timelapse video van het noodziekenhuis in Wuhan, dat in één week tijd uit de grond werd gestampt. Is het denkbaar dat ook hier uitgebreide vergunningsprocedures radicaal opzij worden geschoven in de strijd tegen corona, zodat Rutte over een paar weken, net als president Xi vorige week, al een overwinningrede op de nationale televisie kan houden?
‘Wie weet verenigt en verbroedert de oorlog met een virus ons’
En kunnen we dan niet meteen een radicaal klimaatbeleid doorvoeren? Of de dreigende vluchtelingencrisis aan de Turks-Griekse grens bezweren? Of zitten we dan met zijn allen op een hellend vlak?
Wie weet verenigt en verbroedert de oorlog met een virus ons. Volgens Rutger Bregman haalt een crisis het goede boven in de mens. Maar als dit uitmondt in een roep om een sterkere staat, is dit wellicht niet helemaal wat hij bedoelde. Het is hoe dan ook interessant om de komende weken en maanden te volgen hoe eensgezind de publieke opinie in de westerse democratieën de noodsituatie rondom het COVID-19 zal ondergaan. Om te volgen hoe de macht zelf daarmee omgaat. En met name ook de vraag: zal een efficiëntere en meer daadkrachtige overheid misschien smaken naar meer?
Tom van Doormaal
gepensioneerd zegt
Was de overheid even weg dan? Ik heb het niet gemerkt: zelfgenoegzaamheid over de economie, rampen verhalen over alles: onderwijs, zorg, politie, rechtspraak, stikstof, boeren, enzovoort…
Echt effectief heb ik de overheid deze problemen niet zien behandelen.
Is het denkbaar dat een sterke overheid ons wel bevalt? Raar vraagje: alsof we op het punt staan een autoritaire stijl van bestuur te omhelzen. Het voorbeeld van China prikkelt.
Vooralsnog zie ik een overheid, die verstrikt is in de primitieve sturingsdrift van de politici en de verknoopte complexiteit van de uitvoering. Dat gaan we niet verhelpen met een beetje crisismanagement. Destijds waren we perplex van Wouter Bos, die miljarden mocht besteden aan het opkopen van banken. Nu mag hij een commissie voorzitten, die bejaarden huisvesting analyseert.
Paul 't Hart
hoogleraar bestuurskunde zegt
Ja, dit is een verdedigbare denklijn over crisis-geinduceerde renaissance overheid (en wat dat vraagt). Maar besteed dan ook even aandacht aan tegenovergestelde denklijn, over denkbare schaduwzijden van die renaissance, zoals bv treffend verwoord in (eerste helft van) Yoel Harari’s artikel in de Financial Times van enkele dagen geleden: de micro-surveillance staat, gelegitimeerd in de naam van nu volksgezondheid, straks wat anders (en minder fraais).