In het bestrijden van de coronacrisis leunen politici in verregaande mate op de kennis van experts. Dat is verstandig, maar het is niet aan experts om politieke besluiten te nemen. Bovendien is het hoog tijd dat experts op andere gebieden dan volksgezondheid nu ook aan tafel aanschuiven, betogen Wout Broekema en Beatrice de Graaf.
Met de uitbraak van het coronavirus staat de overheid voor een ongekend complexe opgave. Ook op platform O willen wij hier aandacht aan besteden. Dat doen we in een reeks artikelen getiteld ‘De overheidsdienaar in tijden van crisis’.
Dit is de crisis van de experts. We zien hen live de Kamer bijpraten. Ze staan naast de premier wanneer er maatregelen worden afgekondigd. Namen van de experts zijn ons niet meer vreemd. De minister-president noemde de adviezen van experts zelfs heilig.
Hoe complexer en langer de crisis, hoe groter de kansen om experts te betrekken. Maar tegelijkertijd is de kans groter dat waarden van experts botsen (werkgelegenheid versus gezondheidszorg, bijvoorbeeld). Betrek te allen tijde experts bij een crisis, maar maak in het politieke debat duidelijk welke waarden onder die verschillende expertises met elkaar in conflict raken, en welke politieke keuze er dan gemaakt wordt.
‘Maak een duidelijk onderscheid tussen de input van experts en politieke keuzes’
Bij die keuze moeten politici het voortouw nemen. Zij dragen immers de democratische verantwoordelijkheid, en zijn op hun keuzes af te rekenen. Die erkenning is essentieel. Experts doen er toe, maar hun expertise kan politieke keuzes niet simpelweg vervangen. Experts zijn dus slechts binnen die condities ‘heilig’, en juist om die ‘heiligheid’ van expertise te waarborgen, moet hun input niet met politiek worden verward.
Zichtbare betrokkenheid en vertrouwen
Experts kunnen inderdaad het beste de gevolgen van een nieuwe situatie inschatten en beproefde en geteste oplossingsrichtingen beoordelen. Experts zijn autoriteiten op hun vakgebied, en dragen met hun kennis bij aan de legitimiteit van moeilijke, ingrijpende besluiten. Die input, van zichtbare expertise, vergroot de steun voor besluiten onder het brede publiek en kan zorgen voor opvolging van handelingsadviezen. Zo wordt in crisistijd rust en stabiliteit gecreëerd en waar mogelijk politisering vermeden.
Het is dan ook verstandig dat het kabinet tijdens de coronacrisis een groot beroep doet op de deskundigheid van experts. Door het Outbreak Management Team en het RIVM zichtbaar mee aan tafel te laten zitten, laat het kabinet zien dat kennis en kunde worden meegenomen. De zichtbare betrokkenheid van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, virologen, de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie en laboratoria wordt in debatten door de Kamer gehonoreerd. Bouwen op expertise – door het monitoren van besmettingen, het modelleren van scenario’s over de ontwikkeling van de pandemie en het inschatten van effecten van aanpak – wordt alom als noodzaak gezien.
Van Dissel op de bestuursstoel?
Directeur Centrum Infectieziektebestrijding Jaap van Dissel, het gezicht van de experts, informeert frequent het kabinet en de Tweede Kamer. Door hem bij de persconferentie te betrekken en zij en zij naast de minister te plaatsen, wordt de autoriteit van besluiten vergroot. Ook wordt zo aangetoond dat er een apolitiek, algemeen en gemeenschappelijk beleid wordt gemaakt. Tegelijkertijd is hier wel wat vreemds aan de hand. Van Dissel is immers niet politiek gekozen, evenmin is hij een bestuurder. In zijn rol als expert geeft hij informatie en advies. Het kabinet neemt de besluiten. Gaat hier in de beeldvorming dan niet iets mis?
‘Bij complexe keuzes gaat het niet alleen om leven en dood, het gaat ook om conflicterende waarden’
Een belangrijke voorwaarde voor het effectief betrekken van experts is namelijk dat experts niet op de stoel van de besluitnemer worden gezet. Experts adviseren, ministers moeten besluiten, en wanneer nodig de expert ook weer op afstand zetten. Een bewindspersoon moet immers meer meewegen dan enkel het expertisegebied van de expert. Besluiten tussen experts kunnen verschillen. Immers, waar een expert specifieke kennis heeft op één gebied, raakt een crisis vaak meerdere beleidsterreinen, en dus ook aan meerdere waarden. Het is aan de gezagdragers om hier een politieke, en geen technische afweging in te maken.
Gradaties van gezag en afweging van waarden
Hoe complexer de crisis, hoe meer waarden in het geding komen. Soms gaat het om simpele, ‘keiharde’ feiten: het aantal bedden dat beschikbaar is, of hoe groot het tekort is dat kan ontstaan. Soms gaat het om minder harde feiten en zaken waarover nog veel onduidelijkheid bestaat, en waar verschillende waarden met elkaar kunnen botsen. Na hoe veel weken leidt een intelligente lockdown echt tot een recessie? En veroorzaakt dit dan meteen meer depressiviteit en gezondheidsklachten? Of is het juist beter voor het milieu en voor de gezondheid? In hoeverre voorkomt een app verspreiding van het virus, en hoe verhoudt privacy zich tot gezondheid? In dat grijze gebied kunnen diverse experts met elkaar in de clinch raken. Een extreem voorbeeld hiervan is de Amerikaanse adviseur Peter Navarro, die op grond van zijn PhD in de sociale wetenschappen vond dat hij de medische adviezen van medisch adviseur Anthony Fauci in twijfel mocht trekken.
‘Het is hoog tijd dat experts op andere beleidsterreinen dan de volksgezondheid aanschuiven bij het OMT’
Bij complexe crises gaat het om meer dan leven en dood. Het gaat ook om conflicterende waarden: vrijheid en privacy versus gezondheid, economie versus zorg voor kwetsbaren. Hoezeer politici en bewindslieden ook betogen dat die waarden niet met elkaar in tegenspraak zijn, dat zijn ze in tijden van krappe middelen en beperkte tijd natuurlijk wel. Er moeten keuzes worden gemaakt. En die keuzes moeten gemaakt worden op basis van beleid, met input van diverse experts, maar ze moeten gemaakt worden door bewindslieden die het waarom van de keuze, en de onderliggende waarde-afweging duidelijk laten zien.
Op dit moment zit het Outbreak Management Team nadrukkelijk met de volksgezondheid aan tafel. Maar op de korte en middellange termijn is er meer nodig.
Bescherm de experts, wees politiek eerlijk
Ten eerste moet er duidelijk een knip komen tussen diverse vormen van expertise en bijbehorende waarden enerzijds, en de politieke keuzes die daaraan gekoppeld moeten worden anderzijds. Input van experts loopt via een duidelijke inhoudelijke en afgebakende vraag, die bij de desbetreffende expert wordt uitgezet, en helder wordt beantwoord. Over de impact van dat antwoord gaat vervolgens de politicus, bewindspersoon of de Kamer.
Ten tweede is het nu ook hoog tijd dat er experts op andere beleidsterreinen dan de volksgezondheid bij het OMT aanschuiven. Wat kunnen bijvoorbeeld pedagogen, sociologen, psychologen, bestuurskundigen, historici of economen inbrengen over gevolgen en impact van de crisis? Welke risico’s, kansen en mogelijkheden zien zij?
Expertise is een groot goed, en sinds de inbreng van wetenschap in beleid en bestuur is de volksgezondheid, welzijn en welvaart met sprongen vooruit gegaan. Juist om dat nut, die ‘heiligheid’ van expertise te beschermen, moet duidelijk gemaakt worden dat experts niet op de bestuursstoel zitten. En dat expertise niet eendimensionaal is. Er zijn meerdere expertisegebieden die mee moeten kunnen praten. En meer waarden die moeten worden onderzocht en verdedigd. Die bescherming en duidelijkheid moet de politiek bieden.
Een korte versie van dit artikel is ook verschenen in Het Financieele Dagblad op 18 april 2020.
Geef een reactie