De Black Box Democratie, geschreven door Dilara Bilgiç, is een boek dat aanzet tot denken over het functioneren van het bestaande stelsel, maar schiet uiteindelijk toch tekort, betoogt Dave van Ooijen.
In het huidig politieke systeem profileren politici zich vaak ten koste van andere politici om op te vallen. Niet het argumenteren, maar het debatteren staat dan centraal. Een mooi voorbeeld is het vlak voor het zomerreces in de Tweede Kamer gehouden debat over institutioneel racisme, waarbij de ene na de andere volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer de andere de maat nam. Dat veel burgers door dit vertoon het vertrouwen in het democratisch bestel dreigen te verliezen, was voor de jonge denker Dilara Bilgiç (2002) reden om een alternatief politiek systeem voor Nederland te ontwikkelen: de Black Box Democratie. Dit is een zelflerend politiek systeem, waarin politici geen winnaars of verliezers zijn, maar waarin burgers direct inspraak hebben, waarin wetenschap een plek heeft en waarin tegengestelde opvattingen worden geïntegreerd. Na in vijf hoofdstukken de Nederlandse democratie vanuit verschillende perspectieven te hebben geanalyseerd, komt Bilgiç in het slothoofdstuk tot een schets voor een alternatief stelsel.
Lessen uit de luchtvaartsector
Een van de sectoren waar de politiek veel van kan leren, is de luchtvaartsector, aldus Bilgiç. Ze haalt daarbij het voorbeeld aan van een vlucht van Eastern Airlines 401 waarvan een van de lampen in de cockpit niet oplichtte, waardoor de bemanning dacht dat het landingsgestel niet op zijn plaats zat. Terwijl de bemanning bezig was met de oplossing van het probleem (het bleek te gaan om een kapot lampje), hadden ze niet in de gaten dat het vliegtuig hoogte verloor. Het vliegtuig stortte neer in het Everglades National Park, waarbij 101 mensen de dood vonden. De bemanning van het vliegtuig zocht het probleem op de verkeerde plaats. Ook politici leggen volgens Bilgiç de focus op het ene ontbrekende puzzelstukje en vergeten daardoor te letten op het ‘vliegtuig’ (de maatschappij) en alle ‘inzittenden’ (de burgers). Net zoals de luchtvaartsector van het ongeluk leerde door achteraf de data in de black box te bestuderen over waar het mis ging, zo zou ook politici het ‘black-box-denken’ moeten omarmen om achteraf over fouten, zoals in het kader van de toeslagenaffaire, te kunnen leren.
‘Als we echt willen leren van het verleden, zouden we de democratie structureel moeten hervormen’
Black Box Democratie
Volgens Bilgiç kan de zogenoemde ‘black-box-mentaliteit’ ons helpen alert te blijven en preventief te werk te gaan. Om die reden pleit ze voor een progressief-optimistische benadering van de politiek. Een mentaliteit waarmee de samenleving streeft naar het verwerkelijken van doelen en van fouten en imperfecties wordt geleerd. Maar Bilgiç gaat nog een stap verder. Zonder verder in te gaan hoe de ‘black-box-mentaliteit’ in het bestaande bestuurlijke stelsel geïntegreerd zou kunnen worden, stelt Bilgiç dat als we echt willen leren van het verleden, we op zoek moeten naar structurele oplossingen. De oplossing ligt volgens naar in het ideaalbeeld van de Black Box Democratie. In de door haar voorgestelde Black Box Democratie zijn drie hoofdorganen te onderscheiden: de BeleidsKamer (BK), de Volkskamer (VK) en het Kabinet. De BK en VK vormen de Staten-Generaal en zijn wetgevend. De BK kan wetsvoorstellen indienen en de VK kan erover stemmen. Het Kabinet bestaat uit ministers en eventuele staatssecretarissen en heeft louter een uitvoerende taak. De leden van de Beleidskamer worden zowel via verkiezingen als loting gekozen uit ‘experts’. De leden van de Volkskamer worden via loting onder alle stemgerechtigde Nederlanders geselecteerd.
‘We hebben momenteel in Nederland geen zuivere scheiding der machten, aldus Bilgiç’
Trias Politica
Een belangrijk uitgangspunt in de door Bilgiç ontwikkelde schets voor een nieuw politiek systeem is dat we in Nederland momenteel geen zuivere trias politica (scheiding der machten) hebben, die elkaars functioneren bewaken. Ministers zijn volgens haar zowel wetgevend als uitvoerend. In de door haar ontwikkelde Black Box Democratie zijn de wetgevende en uitvoerende macht wel van elkaar gescheiden, zo zegt ze, omdat in dat systeem de Volkskamer en de Beleidskamer wetgevend zijn en het Kabinet uitvoerend is. Dat is, en dat komt op meerdere plaatsen van de door haar ontwikkelde schets voor, niet geheel juist. In de oorspronkelijke verdeling, opgesteld door John Locke (1632-1704), werd de trias politica nog opgedeeld in de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de federatieve macht, waarvan de laatste de landverdediging beoogt. Tegenwoordig wordt onderscheid gemaakt in de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtelijke macht. Daarbij is de Staten-Generaal de wetgevende macht, het Kabinet de uitvoerende macht en het rechtelijke apparaat de rechtelijke macht. Ministers zijn op geen enkele wijze wetgevend. Het is alleen aan de Staten-Generaal om wetten vast te stellen.
Principes en uitgangspunten
Op meer plaatsen van de schets blijkt Bilgiç een ander beeld over de principes, uitgangspunten en het functioneren van de politiek te hebben. Niet alleen haar beeld over de wetgevende rol van ministers komt niet overeen met het staatsrecht zoals we dat in Nederland kennen, dat blijkt ook op andere onderdelen het geval. Zo veronderstelt ze dat we in het huidig systeem op ‘partijen’ stemmen en dat de rechtelijke macht de andere twee machten ‘controleert’. Wat betreft het stemmen op partijen, het Nederlands staatsrecht zit zo in elkaar dat niet op partijen wordt gestemd, maar op ‘kandidaten’ die op een ‘kieslijst’ staan. Kandidaten hoeven geen lid te zijn tot wat traditioneel onder een ‘partij’ wordt verstaan. Zie het voorbeeld van de PVV. Pas nadat ‘kandidaten’ zijn gekozen bepalen de gekozen leden tot de ‘fractie’ waartoe ze willen behoren; zie het voorbeeld van het Europees Parlement. Het Nederlands stelsel zit op een vergelijkbare manier in elkaar. Verder gaat Bilgiç er blijkbaar vanuit dat de rechtsprekende macht de wetgevende en uitvoerende macht controleert. Zo stelt ze in haar schets voor dat de door haar voorgestelde rechtsprekende macht de drie organen (Kabinet, BeleidsKamer en Volkskamer) controleert. In het huidig staatsbestel is evenwel de Tweede Kamer het orgaan die als wetgevende macht de uitvoerende macht (het kabinet) controleert. Ook is de rechtsprekende macht de partij die bij conflicten over de uitvoering van de door de Staten-Generaal vastgestelde wetten een onafhankelijke uitspraak doet.
‘Als je vlak na het behalen van je gymnasiumdiploma zo’n boek kan schrijven, dan volgt er ongetwijfeld meer’
Commissie Remkes
De Black Box Democratie is een boek dat aanzet tot denken over het functioneren van het bestaande stelsel, maar schiet uiteindelijk toch tekort. Desondanks is het een prestatie van jewelste voor deze 18-jarige auteur, geboren in de voornamelijk Koerdische stad Adiyaman in Turkije en in 2004 naar Nederland gevlucht. Als je al vlak na het behalen van je gymnasiumdiploma een dergelijk boek kan schrijven, dan zal er zeker nog wel het nodige volgen. Wat betreft het idee van de politiek als een ‘black box’ vind ik de analyse van de staatscommissie Parlementair Stelsel, onder leiding van Johan Remkes, die op 13 december 2018 werd gepubliceerd, overigens nog vele malen beter. De commissie analyseerde de sterke en zwakke punten van de Nederlandse parlementaire democratie. Met name de kabinetsformaties in Nederland vormen volgens Remkes een van de meest zwakke punten in het parlementair stelsel. Ook Remkes sprak over een ‘black box’ voor kiezers, omdat de kiezer geen invloed heeft op de kabinetsformatie en het moet doen met de uitkomst. Als voorbeeld noemde Remkes de btw-verhoging waartoe het kabinet Rutte III (VVD, D66, CDA en CU) in het regeerakkoord had besloten. Dat stond niet in een van de vier verkiezingsprogramma’s van de partijen. ‘Dat snappen mensen dus niet’, aldus Remkes.
Via loting samengestelde burgerfora
De black box van de kabinetsformatie was voor de commissie Remkes reden om met de aanbeveling te komen de directe kiezersinvloed op de kabinetsformatie te vergroten, zoals door invoering van een direct gekozen formateur. Het kabinet Rutte heeft deze aanbeveling uiteindelijk niet overgenomen, vooral omdat dit volgens het kabinet niet goed past in de logica van de Nederlandse staatsinrichting. Daarentegen heeft het kabinet, aanvullend op de sinds 2012 bestaande bevoegdheid van de Tweede Kamer om in plaats van de Koning(in) de (in)formateur te benoemen, wel toegezegd alternatieven voor vergroting van de invloed van burgers op de kabinetsformatie nader te zullen onderzoeken. Via loting samengestelde burgerfora zouden volgens het kabinet een nuttige functie kunnen vervullen om burgerkracht te benutten bij het uitwerken van beleidsopties. Volgens de op 1 juli 2020 aan de Tweede Kamer gestuurde brief van minister Ollongren over de stand van zaken van de uitvoering van het kabinetsstandpunt hervorming parlementair stelsel zal het kabinet naar verwachting de beide Kamers nog voor het eind van dit jaar informeren onder welke voorwaarden een burgerforum kan worden ingericht.
Dilara Bilgiç, ‘De Black Box Democratie. Een nieuw politiek systeem voor Nederland’, Boom Uitgeverij Amsterdam, 128 pagina’s, € 17,50
Robin Schatens zegt
Ik vind dat de schrijver van dit artikel nodeloos streng is. Natuurlijk mag je verwachten dat een auteur van een dergelijk boek weet dat men in Nederland formeel niet op partijen stemt en dat ministers geen wetgevende bevoegdheden hebben. Toch zien we in de praktijk dat mensen de facto wel stemmen op een partij (hoeveel Kamerleden komen op basis van voorkeursstemmen in de Kamer?). Ook hebben ministers veel beleidsvrijheid gekregen van de wetgevende macht waardoor zij op bepaalde gebieden meer “wetten” (of beter gezegd regels) maken dan de Kamers. Daarnaast hebben ministers een sterke vinger in de pap bij het schrijven van wetten. Het blind staren op het formele staatsrecht door Van Ooijen getuigt van minder inzicht in hoe Nederland bestuurd wordt dan de ietwat onzuivere analyses van Bilgiç.