In een serie artikelen gaat platform Overheid op zoek naar de waarde van het programma Startup in Residence (SiR). Vandaag: hoe ziet SiR er in de toekomst uit? Hoe zal de relatie tussen startups en overheidsorganisaties zich ontwikkelen? ‘Wij moeten uit onze comfortzone stappen.’
In een serie artikelen gaat platform Overheid op zoek naar de waarde van het programma Startup in Residence (SiR). In het kader van dit programma nodigen diverse overheden startups uit om innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor maatschappelijke uitdagingen, die voortkomen uit landelijke, provinciale en regionale ambities. Lees hier het eerste artikel, hier het tweede, hier het derde, hier het vierde artikel en hier het vijfde artikel in deze reeks. Bekijk hier ook de MOOC over dit onderwerp, ontwikkeld in samenwerking met het ministerie van BZK.
Vijf jaar nadat SiR het levenslicht zag, hebben vele overheidsorganisaties door dit programma samengewerkt met startups. Sommige overheden volgen al meerdere jaren dit pad naar innovatie. Hoewel alle organisaties de eindbestemming delen – vernieuwende oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken – verschilt de manier waarop de weg hier naartoe bewandeld wordt. Het palet aan ervaringen met SiR is dan ook breed en divers, waardoor visies op de toekomst van het programma per organisatie andere accenten hebben.
Streven naar opheffing
Voor de gemeente Amsterdam is het klip en klaar waar SiR idealiter over tien jaar is. “Als het goed is, dan hoeft het straks niet meer te bestaan”, zegt startup officer Minouche Cramer. “Dan werken we automatisch zo en is een apart begeleidingsprogramma onnodig. Dat is voor ons het streven.” Collega Ilona Kemps valt haar bij: “Dan is het veel makkelijker voor externe partijen om de gemeente te benaderen. Je wilt dat die challenges het hele jaar door aan de markt worden gevraagd, zonder dat je daaromheen een programma hoeft te bouwen.”
‘Corona maakt het moeilijker om het gevoel van gemeenschap te kweken’
Arinda van der Meer zou met de gemeente Den Haag in de toekomst ook vaker een challenge willen uitzetten, maar plaatst wel een kanttekening: “Het zou mooi zijn als het programma drie keer per jaar loopt. Als een challenge nu relevant is, dan hoef je niet te wachten tot de volgende editie. Maar daar zit ook wel een dilemma. In het verleden hadden we acht of tien challenges en dan vonden we tien startups. Dan hadden we een community. Met zo’n flits-challenge krijg je maar één startup binnen. Terwijl het juist mooi is dat ze elkaar helpen. De een is bijvoorbeeld heel goed in marketing en de ander in financing, daar steunen ze elkaar dan in. Je hebt elkaar soms ook wel nodig. Corona maakt het wel moeilijker om dat gevoel van gemeenschap nu te kweken. Ze ontmoeten elkaar alleen online, waardoor je lastiger een band opbouwt en ontdekt welke toegevoegde waarde andere startups hebben.”
Den Haag en Amsterdam hebben al meerdere jaren ervaring met SiR. Voor overheidsorganisaties die nog niet bekend zijn met de samenwerking met kleine innovatieve partijen komt in het najaar een handboek beschikbaar. Dit is ontwikkeld door SiR Amsterdam en gebruikt inzichten vanuit diverse organisaties die momenteel dit programma organiseren. Deze inzichten bieden de kaders en mogelijkheden van het programma op een duidelijke en actieve manier. Zo kunnen nieuwe organisaties op een gemakkelijke, overzichtelijke en laagdrempelige manier instappen.
Vliegwiel voor samenwerking
In die zoektocht naar startups kunnen overheden elkaar ook vinden. Vorig jaar startte Intergov, een SiR-programma waarin verschillende organisaties samen challenges uitzetten. Het gaat om een samenwerking van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), van Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid, de gemeente Den Haag en provincie Zuid-Holland.
‘Transitievraagstukken komen in de toekomst centraal te staan bij SiR-programma’s’
Duncan Waardenburg van de provincie Zuid-Holland ziet veel voordelen van Intergov: “Het is efficiënter. Je hoeft de groepsbijeenkomsten en de training niet meer apart in te kopen. Het is soms ook verwarrend dat er veel SiR-programma’s zijn. En er bestaan heel veel vraagstukken waar een provincie, gemeente en ministerie allemaal een klein beetje over gaan. Energietransitie bijvoorbeeld. Met Intergov kwamen nieuwe onderwerpen binnen handbereik.”
Waardenburg verwacht dat ‘transitievraagstukken’, zoals digitalisering en klimaatadaptatie, in de toekomst steeds meer centraal komen te staan in SiR-programma’s. Het zijn onderwerpen waarvoor verschillende overheidsorganisaties de verantwoordelijkheid dragen. Hij denkt dat ook andere partijen in de komende jaren meer bij SiR worden betrokken: “Challenges stellen we nu al soms op met semi-publieke of zelf private partijen. Denk aan de anderhalve meter afstand in het openbaar vervoer. Dat bekijkt de provincie met Arriva en Connexxion, want dat lukt je niet zelfstandig. Voorheen werden die partijen er pas bij gehaald als de startup al gekozen was. SiR wordt zo steeds meer een vliegwiel voor samenwerking.”
De samenwerking tussen overheden in het SiR-programma komt intussen aardig op gang. Het Intergov-programma is op zichzelf ook een ‘soort startup’, zegt Fianne Smith van BZK: “Elke keer leer je. De aansturing van de aanbesteding is bijvoorbeeld complex. Zo had de UBR | HIS (die inkoopt voor diverse departementen – red.) veel verschillende SiR-opdrachtgevers. Dat werkte niet goed. Deze ronde is er één opdrachtgever: SiR Intergov. BZK neemt die taak op zich. Arinda (van de gemeente Den Haag – red.) is verantwoordelijk voor de challenges, iemand anders weer voor communicatie. Bij het eerste Intergov-programma was iedereen voor alles verantwoordelijk.” Smith voelt vertrouwen in de samenwerking binnen het Intergov-team. Een probleem is volgens haar niet erg, als je maar snel ‘schakelt’: “Dat hebben we geleerd van de startups waarmee we zelf werkten. Zo vroeg mogelijk falen. Als het niet werkt, moet je iets anders doen.”
Hub
Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) ziet meer mogelijkheden voor SiR. De overheid zou startups moeten zien als volwaardige partners voor maatschappelijke opgaven. Dit vergt volgens JenV een professionele, flexibele en verbindende instelling met de werkwijzen en hulpmiddelen die daarbij horen. Het ministerie wil namelijk dat startups, los van een challenge, met een idee kunnen aankloppen. Maar dan moet de overheid wel de relevante afdeling vinden als de startup aan de bel trekt. Daarom werkt JenV aan een ‘hub’, zegt projectleider inrichting Hub Marnix Heijsman: “Nu is SiR vraag gestuurd. Wij zetten als overheid een challenge uit. Wat wij ook willen is dat startups makkelijker de weg naar de overheid vinden. Wij willen nieuwe ideeën en oplossingen stimuleren in een open innovatiemodel dat structureel publiek-private samenwerking in meerdere vormen kan faciliteren. De hub moet een double-sided platform worden, waar ook startups ongevraagd hun ideeën en oplossingen kunnen neerzetten.”
‘We moeten buiten onze comfortzone stappen, door als overheden samen te werken’
Om overheid en startup elkaar beter te laten vinden, moet de overheid ook meer buiten de eigen organisatie kijken, zegt Peter Elias, grondlegger van de hub en startup officer van JenV. “Wij moeten buiten onze comfortzone stappen. Bijvoorbeeld door als overheden samen te werken. Stel dat de ene organisatie een challenge uitzet, de andere met de opbrengst een pilot doet en de derde de dienst bijvoorbeeld inkoopt? We moeten als overheid ook fysiek aanwezig zijn in de startupscene. Met zo’n loket weten startups dan waar ze terecht kunnen.”
Effecten van SiR
Projectleider SIR Amsterdam Ilona Kemps zegt dat, kijkend naar de toekomst, de effecten van SiR verder kunnen gaan dan enkel de afdelingen die betrokken zijn bij het programma. “De mindset van ambtenaren kan nog opener waar het gaat om denken over innovatie en ons eigen werk. Dat leren we vooral door te doen. De trainingen die we nu geven aan ambtenaren in SiR kunnen we ook bij andere grote projecten geven. Op die manier bereiden we ook andere afdelingen en collega’s voor op een nieuwe, andere manier van werken.”
Geef een reactie