De staatssecretaris van BZK en de minister van Financiën zijn gestart met een brede evaluatie van de organisatiekaders van het rijk. De brede evaluatie zoekt met een aantal deelonderzoeken antwoord op de vraag of de organisatiekaders van het rijk doelmatig en doeltreffend zijn en of de kaders toekomstbestendig zijn.
Gekozen is voor een brede evaluatie en een integrale aanpak. Alle kaders worden tegen het licht gehouden aan de hand van een set thema’s. AEF zal in samenwerking met het USBO (Universiteit Utrecht) het onderzoek in opdracht van beide bewindspersonen uitvoeren.
Ministeriële verantwoordelijkheid en vereenvoudiging
Twee richtinggevende documenten voor de Brede evaluatie zijn het rapport van de Staatscommissie parlementair bestel (commissie-Remkes) en het ongevraagde advies van de Raad van State betreffende ministeriële verantwoordelijkheid. De commissie-Remkes vroeg zich af of de veelheid van kaders niet vereenvoudigd kan worden. De Raad van State is kritisch over de hoeveelheid onafhankelijke instanties, zoals commissies en zbo’s. De brede evaluatie besteedt eveneens aandacht aan onafhankelijkheid, welke redenen daarvoor zijn (geweest) en welke waarborgen voor democratische controlemogelijkheden staan in de kaders.
Met organisatiekaders wordt gedoeld op de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, Kaderwet adviescolleges, Circulaire governance ten aanzien van zbo’s, Aanwijzingen inzake de Rijksinspecties, Aanwijzingen voor de planbureaus, Regeling agentschappen en het stichtingenkader.
‘Het is mogelijk dat gedrag de doelmatigheid of doeltreffendheid van de kaders beïnvloedt, hetzij in positieve, hetzij in negatieve zin’
Het oudste kader is bijna 25 jaar oud en het jongste bijna 5 jaar. Dat kan betekenen dat de kaders verschillende doelen kennen, en verschillende interpretaties van termen of verhoudingen. Om daar onderzoek naar te kunnen doen, heeft de staatssecretaris gekozen voor een integrale aanpak aan de hand van thema’s die als een rode draad door de kaders lopen. Thema’s als onafhankelijkheid, ministeriële verantwoordelijkheid, doelmatig- en doeltreffendheid en publieke waarde worden bekeken. Ook zal het onderzoeksbureau de gedragscomponent integreren in het onderzoek. Het is mogelijk dat gedrag de doelmatigheid of doeltreffendheid van de kaders beïnvloedt, hetzij in positieve, hetzij in negatieve zin.
Meerdere trajecten
Hoewel het een onderzoek naar de kaders is, worden ook de partijen die door die kaders worden geraakt in het onderzoek betrokken, bijvoorbeeld inspecties, agentschappen en zbo’s. Daarbij is het voor BZK en Financiën van belang dat deze partijen niet overvraagd worden. Er lopen immers meerdere trajecten die raken aan de uitvoering, zoals bijvoorbeeld het traject Werk aan Uitvoering of de verplichte evaluaties of doorlichtingen van de individuele organisaties. Om die reden zijn via onder meer bureau Inspectieraad, KleinLef en de Manifestgroep een deel van de organisaties vroegtijdig geïnformeerd. Dit onderzoek is immers een bijzondere en zinvolle exercitie die BZK en Financiën niet zonder anderen kunnen uitvoeren. Naast de organisaties zelf zijn ook de wetenschap, politiek en bestuur belangrijke partners. Zij worden in het onderzoek betrokken in een expertpool, zodat ook zij hun ideeën en mening kunnen inbrengen.
Aanbevelingen
Om de wetenschappelijke integriteit te waarborgen zijn drie wetenschappers gevraagd om tijdens het gehele proces mee te lezen en te dienen als sparringpartner op met name het punt van de methodiek. Daarnaast heeft BZK de NSOB gevraagd om te onderzoeken welke perspectieven op de organisatie van de overheid er zijn of welke mogelijk zijn. De resultaten zullen worden benut om in breder verband te komen tot een actuele visie op de overheid. Met die actuele visie in de ene hand en de uitkomsten van de evaluatie in de andere hand, kan gekomen worden tot aanbevelingen ten aanzien van de kaderstelling over organisaties van het rijk. De brede evaluatie staat in het teken van een goed en slagvaardig openbaar bestuur en een overheid waar burgers op kunnen vertrouwen.
De conclusies van de brede evaluatie worden eind 2021 verwacht.
Geef een reactie