Elke grote maatschappelijke verandering vraagt om een ander type leiderschap. De huidige Nederlandse regering reageert op de coronacrisis door aspecten van dienen leiderschap en power leiderschap te combineren, ziet Peter Vogel.
Vandaag de dag worden boeken vol geschreven over vele soorten leiderschap. Vaak ontstaan verschillende vormen van leiderschap door verandering van politieke en maatschappelijke omstandigheden, waarop de actoren, zeg politici, hun beleid afstemmen. Zij geven leiding geïnspireerd door karakter, opvoeding, opleiding en andere sociale entiteiten zoals het lidmaatschap van een politieke partij. Dat er veel geschreven wordt over leiderschap is terecht, want de wereld waarin wij leven brengt vele veranderingen teweeg. En bij elke verandering is mogelijk een andere vorm van leiderschap nodig.
Dienend leiderschap
Een aantal jaren geleden was er grote belangstelling voor het dienend leiderschap (Servant-Leadership), geïntroduceerd in 1970 door Robert K. Greenleaf.
Greenleaf formuleerde het als volgt: “Het begint met het natuurlijke gevoel dat men in de eerste plaats wil dienen. Daarna maakt men bewust een keus om te trachten te leiden. Het verschil met andere vormen van leiderschap is gelegen in de zorg die een dienend leider ten eerste besteedt aan het tegemoet komen aan de voornaamste prioriteiten van anderen. En belangrijke entiteiten van het dienend leiderschap zijn: luisteren, empathie, helend vermogen, commitment aan de groei van mensen, bouwen aan gemeenschap, bewustzijn, overtuigingskracht, conceptualiseren en rentmeesterschap”.[1] Men zou hierin bijna de politieke beginselen van het CDA herkennen.
‘Leiders ontlenen hun gezag steeds meer aan de ratio en minder aan traditie’
Volgens Koos Groenewoud is dienend leiderschap geen hype, maar een onomkeerbare trend. [2] Maar dan rijst de vraag als de maatschappelijke en politieke veranderingen om een ander soort leiderschap vragen: ‘houdt het dienend leiderschap dan stand in die veranderende omstandigheden’? Moet er niet juist een ander soort leiderschap geïntroduceerd worden waardoor het dienend leiderschap op de achtergrond raakt? Kunnen de leiderschapstheorieën van Max Weber weer interessant worden?
Weber
Weber zag in de 19e en begin 20e eeuw een sterke toename van het rationeel handelen van de overheid plaatsvinden. Weber onderscheidt zes kenmerken van formele rationaliteit: berekenbaarheid, efficiëntie, voorspelbaarheid, niet-menselijke technologie, controle over onzekerheden en irrationele gevolgen voor betrokken personen. Weber is het meest uitgebreid ingegaan op de rationalisering van de politiek. Leiders ontlenen hun gezag steeds meer aan de ratio (gelegitimeerde macht, of legale autoriteit), en minder aan traditie (bijvoorbeeld feodalisme, monarchie) en charisma.
En dan komt het. Weber heeft dit uitgewerkt via een studie naar de opkomst van de bureaucratie. Het ideaaltype van de bureaucratie is een zakelijke, efficiënte en eerlijke manier van bestuur, waarbij nepotisme en willekeur zijn uitgesloten. Er gelden vaststaande regels zonder aanzien des persoons, die worden uitgevoerd door getrainde ambtenaren in een hiërarchische ordening. Weber zag echter ook de nadelen: het is een onpersoonlijke machine, waarin de individuele vrijheid verloren gaat. Dat is ook nu het geval door de coronacrisis: beperking van de rechten van mensen zoals bewegingsvrijheid. Ook rationalisering in het algemeen heeft hij negatief omschreven in termen als ‘onttovering van de wereld’ en een ‘loden mantel’.[3] Hoewel Weber een efficiënte ambtenarenstaat aanhing, staat zijn zienswijze toch ver af van de zienswijze van het dienende leiderschap.
Dienend en machtig leiderschap
Ik weet niet of het dienende leiderschap nog actueel is, maar het coronavirus heeft toch zeker een grote impact op de samenleving en daardoor op de politiek en politieke besluitvorming. Ik denk dat bepaalde entiteiten van het dienend leiderschap worden gehanteerd door de regering Rutte: luisteren (door overleg met maatschappelijke en religieuze organisaties), empathie, helend vermogen (‘mensen blijf toch thuis’), commitment aan de groei van mensen (de voortgang van het onderwijs), bouwen aan gemeenschap (de NWO-regelingen) en vooral het voortdurend hameren op bewustzijn door overtuigingskracht zijn van toepassing op haar beleid tegen het coronavirus. Maar ik denk ook dat Max Weber’s theorieën van toepassing zijn, bijvoorbeeld het bereiken van het doel door rationeel te handelen ten opzichte van het coronavirus.
‘Bepaalde entiteiten van het dienend leiderschap worden gehanteerd door de regering Rutte’
En dan komen hierbij kenmerken van de power leader om de hoek kijken. Zoals: formele rationaliteit, berekenbaarheid, efficiëntie, voorspelbaarheid, controle over onzekerheden en irrationele gevolgen voor betrokken personen. In samenwerking met het OMT formuleert de regering Rutte haar beleidsplannen tegen het coronavirus. Door als power leader op te treden en dus, volgens Webers theorieën, zich te richten op de rationalisering van de politiek.
Actualiteit
Theorieën over leiderschap zijn al heel oud. De actualiteit van deze theorieën neemt met de tijd toe of af. Maar bepaalde entiteiten van bestaande theorieën blijven, en zijn juist door veranderingen in de samenleving actueel en toepasbaar. Hoewel het dienend leiderschap een vorm van leiderschap is waarin het tegemoetkomen aan de voornaamste prioriteiten van anderen voorop staat en Webers rationele benadering van leiderschap, een stringent en kil leiderschap is (de machine moet blijven draaien), blijven deze entiteiten hoewel ze mijlenver van elkaar verwijderd zijn, toch actueel.
Bibliografie
[1]Groenewoud, Koos. Dienend Leiderschap – Een onomkeerbare trend! Management Impact MI, 10 december 2019
[2] Ibidem
[3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Max_Weber_(socioloog)
Geef een reactie