Mobiliteit wordt steeds duurzamer, slimmer en vooral ook diverser. De afgelopen jaren zijn er steeds meer elektrische auto’s op de weg gekomen. Er wordt meer gefietst, onder andere door de enorme populariteit van de e-bike, ook onder jongeren. Nieuwe vervoersmiddelen (vaak elektrisch aangedreven) en deelconcepten zitten in de lift. Gooit corona roet in het eten of biedt het juist kansen voor duurzame en slimme mobiliteit?
Platform O bestaat 5 jaar! Ter ere van dit lustrum blikken wij in samenwerking met onze vaste auteurs terug en kijken we naar de toekomst. De aankomende twee weken publiceren wij daarom iedere dag een artikel dat één van onze vaste thema’s belicht, van publiek leiderschap en sociaal domein tot mobiliteit en crisis.
De veranderingen in onze mobiliteit zijn al langer gaande en hebben alles te maken met de toenemende verstedelijking, de energietransitie, technologische ontwikkelingen en de opkomst van de platformeconomie. Misschien is het beroepsdeformatie (ik werk bij het ministerie van IenW), maar het lijkt alsof ze de laatste tijd steeds sneller gaan. Vooral in de grotere steden, waar minder ruimte voor de (eigen) auto is en een schone, gezonde leefomgeving hoog op de politieke agenda staat.
Elektrisch neemt een vlucht
Momenteel rijden er in ons land ruim 250.000 elektrische personenauto’s rond (inclusief plug-in hybrides), zo meldt de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Dat lijkt op een totaal van ruim 8,5 miljoen personenauto’s misschien heel bescheiden. Als je echter naar de groeicijfers kijkt, dan ziet het beeld er een stuk rooskleuriger uit. Het marktaandeel elektrisch groeide het afgelopen jaar van 9,9 procent naar 16,8 procent. Er komen ook steeds meer modellen op de markt. Bijna elk automerk heeft er inmiddels wel een in de showroom staan.
‘Sinds het begin van de coronacrisis wordt er meer gefietst en gelopen’
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 alle nieuw verkochte personenauto’s emissieloos moeten zijn, dat wil zeggen emissieloos aan de uitlaat (‘tank to wheel’). Dat kan naast elektrisch ook op basis van waterstof zijn. Het aantal waterstofvoertuigen in Nederland is momenteel nog laag, maar ook dat zal naar verwachting snel veranderen. In 2021 zullen er bij een nieuwe fabriek in Groningen honderd waterstoftrucks van de band rollen. Ook komen er straks vijftig waterstofbussen bij in het openbaar vervoer in de provincies Groningen, Drenthe en Zuid-Holland. Waterstof wordt in binnen- en buitenland gezien als dé grote belofte voor de toekomst, niet alleen voor mobiliteit, maar ook voor de industrie en de gebouwde omgeving.
Terug naar elektrisch. Een mooi voorbeeld van een nieuw mobiliteitsconcept vind ik de cargobike. De cargobike is een soort elektrische bakfiets, die gebruikt wordt voor het bezorgen van pakketjes of het bevoorraden van winkels en horeca. Veel bedrijven, waaronder Coolblue, PostNL en DPD rijden er al mee, vooral in binnensteden. Volgens een bericht in het Algemeen Dagblad van 11 november jl. rijden er naar schatting al ongeveer 100.000 cargobikes en bezorgfietsen rond. Deskundigen verwachten dat het er in 2025 viermaal zoveel zijn. En dat moet ook wel, aangezien vanaf 2025 in zo’n 30 tot 40 gemeenten zero-emissiezones voor stadslogistiek worden ingevoerd.
‘Elektrische deelscooters zijn voor de één een zegen, maar voor de ander een doorn in het oog’
Verder zie je in steeds meer steden elektrische deelscooters opduiken, die je via een app kunt ontgrendelen en huren. Voor de één een zegen, want ze zijn schoon, stil en nemen weinig ruimte in. Voor de ander een doorn in het oog, vanwege foutgeparkeerde of gedumpte scooters of roekeloos rijden. En ook het aantal deelauto’s is aan een opmars bezig, vooral in stedelijke gebieden. Volgens het dashboard autodelen 2020 van het kennisplatform CROW zijn er landelijk momenteel 64.312 deelauto’s (waarvan ongeveer 8 procent elektrisch) en 730.000 autodelers. De top 5 (deelauto per inwoner) wordt aangevoerd door Utrecht, gevolgd door Amsterdam, Rijswijk, Den Haag en Haarlem. De meest voorkomende vorm van autodelen is ‘peer-to-peer carsharing’, waarbij je via een platform auto’s van particulieren kunt huren wanneer deze niet in gebruik zijn.
Mobiliteit als basisbehoefte
En dan corona: vormt het een kans of een bedreiging? Ik zie alvast twee kansen. Ten eerste blijkt uit de cijfers van het Monitoring en Evaluatieteam van IenW dat er sinds het begin van de coronacrisis meer wordt gefietst en gelopen. Het aandeel fietsgebruik in het woon-werkverkeer is gestegen en er zijn meer e-bikes verkocht. Het zou mooi zijn als we dit gewijzigde gedrag kunnen vasthouden. Verder zal het niemand verbazen dat het aantal online aankopen de afgelopen maanden tot recordhoogtes is gestegen. Ook heeft de (tijdelijke) sluiting van de horeca ertoe geleid dat veel restaurants maaltijden zijn gaan bezorgen. Dit zie ik als een kans om stadslogistiek efficiënter te organiseren en duurzame initiatieven verder op te schalen.
‘Ik hoop dat we ook na corona nog veel zullen fietsen en lopen’
In de begintijd van corona hoorde je nog wel eens zeggen dat corona ons mobiliteitsgedrag voorgoed zou kunnen veranderen. Dat we door de weldaad van de stilte op straat en schone lucht zouden inzien wat we met ons oude gedrag aanrichtten. Ikzelf ben daarvan nooit zo overtuigd geweest. Toen begin juni de regels versoepeld werden, zag je ook dat mensen er weer in groten getale opuit trokken. Bij natuur- en recreatiegebieden werd het zelfs zo druk dat parkeerterreinen afgezet moesten worden. Typerend vond ik ook de massale run op vakantiereizen naar Curaçao, omdat dat het enige land was waar geen negatief reisadvies voor gold (overigens is het aantal coronabesmettingen daar sindsdien gestegen). Feit is wel dat deze tweede gedeeltelijke lockdown wat minder streng is dan die in het voorjaar, toen ook de scholen en sportscholen dicht waren en contactberoepen niet uitgeoefend mochten worden. Ook dat zie je terug in de cijfers en op straat.
Mobiliteit, of liever gezegd het elkaar ontmoeten en eropuit trekken, is een soort basisbehoefte. Daar is wat mij betreft niets mis mee. Ik hoop alleen dat als er straks een vaccin is en we ‘alles weer mogen’, we nog steeds veel zullen fietsen en lopen en de auto wat vaker laten staan. Dat we dan inderdaad vaker zullen thuiswerken, zoals we ons nu heilig voornemen. Zodat we het verkeer op de weg en het openbaar vervoer wat meer lucht geven. Ook dat is duurzame en slimme mobiliteit.
Geef een reactie