In 2015 sprak ik bij het CAK, een uitvoeringsinstantie die eigen bijdragen in de zorg incasseert. Voor de gelegenheid bracht ik het verhaal van Jacob in beeld. Wat je zag in zijn verhaal zou in de jaren daarna in de media komen en uiteindelijk leiden tot het invoeren van het ‘zorgabonnement’.
Jacob, een leidinggevende bij het rijk, raakte verlamd vanaf zijn borst. Na een zeer moeilijke periode ging hij naar huis en aan het werk. Nu natuurlijk met aanpassingen in zijn huis, bepaalde verzorging, een rolstoel en meer. Die voorzieningen worden betaald uit allerlei regelingen, waaronder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat jaar waren de gemeenten daarvoor verantwoordelijk geworden. Inhoudelijk was Jacob daar best over te spreken; zijn wens werd altijd serieus genomen. Maar procedureel was het een drama: lang wachten, onduidelijkheid over de kosten, een enorme administratie en fouten van verschillende overheden die leidden tot correcties achteraf van soms 7000 euro.
‘Beleidsproblemen leiden niet tot het oplossen van het probleem, maar tot nieuw beleid met nieuwe, onbekende problemen’
De beleidsvrijheid die gemeenten hadden om zelf te bepalen wat de eigen bijdrage moet zijn, had zich destijds vertaald in 20.725 verschillende uurtarieven bij het CAK. Niemand had het tot zijn verantwoordelijkheid gerekend om dat een beetje te stroomlijnen naar de essentiële politieke keuze: veel, weinig of geen eigen bijdrage. En hoewel die variëteit met goede ICT eigenlijk wel te verbergen is voor individuele gebruikers, leidde dat in de praktijk tot veel fouten en uitvoeringsproblemen. Een zorgaanbieder die een andere code invoert dan de gemeente leidt tot een handmatige correctie achteraf. Met als gevolg financiële verrassingen door stapelfacturen en correcties. Naast het feit dat stapeling van eigen bijdragen niet inzichtelijk was, ook niet voor gemeenten. Het aantal uurtarieven is teruggebracht door gemeenten en CAK, maar ook vorig jaar waren er nog 7.065 verschillende uurtarieven.
In april dit jaar is tot een uniforme maximale eigen bijdrage besloten. Dat is gunstig voor mensen zoals Jacob, die een goed inkomen hebben. En het zal ook veel onnodige bureaucratie wegnemen, want uurtarieven en berekeningen op basis van inkomen of vermogen doen er niet meer toe. Maar de kern van het probleem was niet de eigen bijdrage op zich of de vrijheid voor gemeenten om in essentie een politieke keuze te maken. Problematisch waren de excessen en de uitvoeringsproblemen.
Met nieuw beleid organiseren we nieuwe problemen. Het gebruik zal toenemen en daarmee de kosten. En hoe kunnen gemeenten nu sturen? Door het aanbod te verschralen, door lage inkomens ook een eigen bijdrage te vragen of iets dat we nog niet weten. Het is een typisch verschijnsel dat “de kloof tussen beleid en uitvoering” heet. Problemen in beleid leiden niet tot het oplossen van dát probleem, maar tot nieuw beleid waarvan we de problemen nog minder goed kennen.
*Deze column verscheen oorspronkelijk in het Financieele Dagblad op 4 mei 2019.
Stichting Kafkabrigade verzorgt ook masterclasses over digitalisering en behoorlijk bestuur. Klik hier voor meer informatie.
Geef een reactie