Traditiegetrouw analyseert Boudewijn Steur ook dit jaar de nieuwjaarstoespraken van burgemeesters en commissarissen van de Koning. Door het coronavirus veranderde niet alleen de vorm van de toespraken, maar ook de inhoud: de nadruk lag in toespraken voornamelijk op het virus.
Het is traditie: aan het begin van ieder jaar houden burgemeesters en Commissarissen van de Koning hun nieuwjaarstoespraak op hun gemeente- of provinciehuis. Een gelegenheid om de beste wensen over te brengen, maar ook om bepaalde thema’s of zorgen te agenderen. Niet alleen naar de inwoners, maar ook naar bestuurders buiten de gemeente. Daarmee schetsen nieuwjaarstoespraken altijd een mooi beeld van het huidige denken in bestuurlijk Nederland. De inhoud van die nieuwjaarstoespraken verschillen ook best sterk van jaar tot jaar. Ieder jaar zijn er wel zorgen die bestuurders meer bezighouden dan in andere jaren.
‘De toespraken zijn door corona vooral bedoeld als hart onder de riem van inwoners’
Voor het tweede opeenvolgende jaar moeten bestuurders hun nieuwjaarsboodschap noodgedwongen in een aangepaste vorm doen. Die aangepaste vorm heeft ook gevolgen voor de inhoud. Corona en de gevolgen daarvan zijn het leidende thema in de nieuwjaarstoespraken. Daardoor verandert de functie van de toespraken ook enigszins. Het zijn vooral toespraken geworden om inwoners een hart onder de riem te steken. Daardoor geven zij minder dan voorheen een beeld van het huidige bestuurlijke denken. In deze analyse waarin ik iets meer dan 70 nieuwjaarstoespraken (of een variant daarop) heb bekeken, ga ik hier nader op in.
Veranderende vorm…
Evenals vorig jaar hebben burgemeesters en commissarissen hun nieuwjaarstoespraak in een andere vorm moeten gieten. Vorig jaar, in 2021, was dat ook al het geval. Het gros van de bestuurders heeft daarbij in 2022 gekozen voor een digitaal filmpje waarin zij de inwoners toespreken. Af en toe wordt afgeweken door te kiezen voor een interview of gesprek. In die gesprekken maken de kinderburgemeesters ook steeds vaker hun opwachting. De toespraken worden door bestuurders gedaan vanuit een lege raadszaal of voor het gemeentehuis, soms wandelend door de gemeente of vanuit het eigen huis. Waar in 2021 nog veel verschil zit in de kwaliteit van de filmpjes, hebben de meeste bestuurders daar nu juist veel aandacht voor. Mooie beelden van de gemeente of provincie komen langs. Een duidelijke professionaliseringsslag.
Maar niet alle burgemeesters kiezen voor een digitale boodschap. Zo koos burgemeester Anton Stapelkamp van Aalten voor een nieuwsbrief aan de inwoners en burgemeester Bram van Hemmen van de Hoeksche Waard voor een brief in de lokale krant. Ik verwacht dat we in de komende jaren een toename zullen zien in de diversiteit aan kanalen om inwoners te bereiken.
‘Vrijwel iedere nieuwjaarstoespraak heeft het over de veerkracht van de samenleving’
De aangepaste vorm heeft gevolgen voor de lengte van de nieuwjaarsboodschappen. Evenals in 2021 hebben de gemiddelde toespraken een lengte van ongeveer 5-6 minuten. Uiteraard zijn daarop uitzonderingen. Zo zijn er burgemeesters en commissarissen die hun boodschap beperken tot ongeveer 2 minuten, zoals burgemeester Jan de Boer van Den Helder en commissaris Han Polman van Zeeland. Of zijn er bestuurders die juist een veel langer filmpje plaatsen, zoals burgemeester Wouter Kolff van Dordrecht. Daarbij moet ik wel aantekenen dat in veel van die langere filmpjes ook andere mensen aan het woord komen of korte fragmenten getoond worden.
…en daardoor ook een andere inhoud
De nieuwjaarstoespraken lijken qua inhoud – evenals in 2021 – meer op elkaar dan in de jaren daarvoor. Dat geldt niet alleen voor de inhoudelijke boodschap, maar ook voor de woorden die gekozen worden. Vrijwel iedere nieuwjaarstoespraak heeft het over de veerkracht van de samenleving. Anders dan in 2021 wordt er echter niet meer gesproken over het licht aan het einde van de tunnel. Burgemeester Rianne Donders-De Leest van Roermond memoreert daar zelfs expliciet aan: “We hadden het over een tunnel met licht aan het einde. Er was hoop, want er kwam een vaccinatieprogramma aan […] En laten we eerlijk zijn, zo ging het ook een tijd […] En toen liep het weer allemaal anders”. Deze hoop wordt in de nieuwjaarstoespraken niet meer uitgesproken. Bestuurders hebben het er nu over dat wij als samenleving een manier moeten vinden om blijvend met het coronavirus om te gaan.
‘Corona voert de boventoon in vrijwel alle toespraken’
Een andere interessante observatie is dat bestuurders niet of nauwelijks refereren aan de kersttoespraak van koning Willem-Alexander. Dat gebeurde in voorgaande jaren wel. Daarmee leek het voor bestuurders dat hun nieuwjaarstoespraak het decentrale equivalent van de kersttoespraak van de koning was: het is hun ene moment per jaar om zelf hun persoonlijke boodschap af te geven. Mede door de andere vorm van de nieuwjaarsboodschap lijkt dat minder goed mogelijk: omdat de toespraak korter is, omdat er ook andere mensen aan het woord komen en omdat het geen verhaal meer is, maar een interview.
Corona als wolkendek
Uiteraard is de coronacrisis in alle toespraken alomtegenwoordig. Dat blijkt alleen al uit het feit dat de nieuwjaarsbijeenkomsten geen doorgang konden vinden en bestuurders hun toevlucht moesten zoeken in andere vormen. Alle bestuurders refereren daar ook meteen aan. Maar ook inhoudelijk voert corona de boventoon in vrijwel alle toespraken.
‘De samenleving piept en kraakt’
Veel bestuurders hebben het letterlijk over de twee gezichten van de coronacrisis. Aan de ene kant constateren zij dat de mogelijkheden om samen te zijn, om activiteiten te organiseren, om bijeenkomsten te houden, in het afgelopen jaar nog steeds enorm beperkt worden door de maatregelen. Dat geldt helemaal voor de harde lockdown waar we nu in zitten. De vraag die zij opwerpen, is in hoeverre onze samenleving dit nog langer aan kan. De samenleving piept en kraakt, zoals burgemeester Rianne Donders – de Leest van Roermond het noemde. Het andere gezicht van de crisis, waar vrijwel alle bestuurders ook op wijzen, zijn de veerkracht en de inventiviteit van hun inwoners om toch het een en ander door te laten gaan, om gezamenlijk initiatieven te organiseren. Die veerkracht wordt geprezen, maar er worden ook kanttekeningen bij geplaatst. “Ik maak mij er zorgen over”, zo zegt burgemeester Anno Wietze Hiemstra van Aa en Hunze, “dat mensen die heel veel georganiseerd hebben in de afgelopen jaar, in de afgelopen tijd, maar waarbij steeds weer iets niet door kon gaan wat je net georganiseerd had, of die mensen steeds wel weer de handschoen blijven oppakken om dat opnieuw te gaan organiseren”.
Leven met het virus
Zoals hierboven al gezegd, hadden veel bestuurders het begin 2021 over het licht aan het einde van de tunnel. Aan het begin van 2022 hoor je dat eigenlijk niet meer. Burgemeesters en commissarissen wijzen erop dat het coronavirus onder ons zal blijven en dat we daar mee om moeten leren gaan. “We zijn er niet vanaf en komen er misschien ook niet meer vanaf”, aldus burgemeester Iris Meerts van Wijk bij Duurstede. De bestuurders hebben er ook beelden bij hoe de samenleving moet omgaan met die nieuwe werkelijkheid. Burgemeester Paul Depla van Breda stelt “dat we gaan anticiperen, in plaats van reageren”. Hij stelt ook – terecht – dat we in het verleden wel vaker ons als samenleving hebben moeten aanpassen aan nieuwe situaties en dat we dat kunnen. Hij roept daarbij op tot omdenken. Dat maakt het mogelijk om, zo hoopt hij, “sterker terug [te] komen dan dat we nu voor mogelijk houden […] In veel gevallen zijn de nieuwe aangepaste plannen nóg sterker, beter of slimmer dan de plannen die er lagen”.
‘De blik over de eigen grenzen is er bijna niet meer’
Opvallend vond ik – wat ik maar noem – de vernauwing in het blikveld van de bestuurders. “De kring om ons heen is kleiner geworden”, zegt burgemeester Femke Halsema van Amsterdam, “en dan missen we het gevoel dat we deel uitmaken van een groter geheel”. Dat zijn rake woorden en die gelden in zekere zin ook voor bepaalde aspecten van de nieuwjaarstoespraken. De solidariteit met gebeurtenissen buiten de gemeente lijkt wat meer verdwenen. Bestuurders verwijzen vooral naar de coronacrisis en wat dat betekent voor hun gemeente. Verder hebben zij veel aandacht voor de gebeurtenissen binnen hun eigen gemeente- of provinciegrenzen. In de toespraken lijkt ook meer aandacht dan in andere jaren van mooie voorbeelden van inwoners uit de eigen gemeente. Hiermee willen bestuurders hun inwoners duidelijk een hart onder de riem steken. De blik over de (lands)grenzen is er bijna in zijn geheel niet meer. In voorgaande jaren was dat anders. Het was bijna ondenkbaar dat voor 2020 bestuurders in hun toespraken niet zouden verwijzen naar de overstromingen in Limburg of de moord op Peter R. de Vries, of verder weg, de toegenomen assertiviteit van de Russen of het geweld in andere landen.
Polarisatie
Veel bestuurders constateren dat “de samenleving worstelt met polarisatie en onderlinge verdeeldheid, zoals burgemeester Marja van Bijsterveldt van Delft dat zegt. Het gaat daarbij niet alleen om een verharding van de toon, maar om tegenovergestelde visies op – vooral – vaccinaties en de aanpak van de coronacrisis die vriendengroepen, families en buren uit elkaar drijven. “Dat is niet van het ene moment op het andere gebeurd”, zegt burgemeester Ellen Nauta van Hof van Twente. “Dat is erin geslopen omdat er zoveel kon en we dachten dat het daarom ook moest kunnen. Dat we veel rechten hadden en maar weinig plichten. Wat door de tijd is ontstaan, kan alleen door de tijd veranderen”. De zorgen over het overbruggen van deze toenemende polarisatie in de samenleving leven breed. “Spring over je eigen schaduw heen”, zegt burgemeester Ada Grootenboer van Goeree-Overflakkee, “accepteer dat iedereen anders is en anders over bepaalde zaken kan denken en zoek naar de dingen die verbinden’’. Zorgen over polarisatie zijn overigens niet nieuw. Ook in voorgaande jaren was er al een grote zorg over de toenemende spanningen en polarisatie in de samenleving. Wat wel nieuw is, is dat bestuurders deze polarisatie goeddeels rond corona concentreren.
Vertrouwen in de overheid
Een andere zorg bij een aantal bestuurders is het afnemend vertrouwen in de overheid. Ook die zorg is niet nieuw. Wat wel nieuw is, is het gebrek aan aandacht hiervoor van bestuurders in de nieuwjaarstoespraken van 2022. In relatief weinig toespraken komt het afnemend vertrouwen terug. In voorgaande jaren leefde deze zorg veel meer. En dat verbaast wel enigszins, want enkele recente onderzoeken laten zien dat het vertrouwen nog nooit zo laag is geweest. Daarnaast heeft in de afgelopen jaren een aantal gebeurtenissen plaatsgevonden die bij kunnen dragen aan het afnemend vertrouwen, zoals de toeslagenaffaire, de aardbevingen in Groningen en de coronacrisis. Burgemeester Elly Blanksma – van den Heuvel (gemeente Helmond) vat het mooi samen: “ónze inwoners voelen zich soms onvoldoende gehoord. De coronacrisis heeft hier ook geen goed aan gedaan. Ik hoor nog te veel van onze inwoners dat de overheid niet toegankelijk is, dat procedures ondoorzichtig zijn, dat er onvoldoende geluisterd wordt naar wat hen bezighoudt”. Bestuurders die het afnemend vertrouwen wel adresseren, roepen op om hier expliciet aan te gaan werken in de komende periode.
Woningen
Een van de weinige inhoudelijke onderwerpen – naast corona – die nog met enige regelmaat terugkwam, is de woningnood. Verschillende bestuurders maken melding van de plannen voor nieuwbouw in hun gemeente en spreken daarbij de hoop uit voor toegankelijke en betaalbare woningen voor hun inwoners. Dat betekent ook dat gekeken gaat worden naar versnelling in de woningbouw, zoals burgemeester Frank Dales van de gemeente Velsen stelt. Voor sommige gemeenten betekent het ook een overgang. Zo spreekt burgemeester Kolff van Dordrecht dat zijn gemeente nu overgaat van een beheergemeente naar een groeigemeente. Maar het bouwen van huizen in de gemeenten vergt ook lastige keuzes. “Keuzes die we durven uit te leggen”, zo zegt burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen, “ook al is niet iedereen tevreden”.
Gemeenteraadsverkiezingen
Het laatste inhoudelijke onderwerp in deze analyse – en dat komt ook vaak als laatste aan de orde in de toespraken – zijn de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Bestuurders bedanken de raadsleden uit de huidige periode die zich hebben ingezet in de afgelopen jaren, spreken enthousiast over de mooie campagne die eraan zit te komen, wensen de nieuwe raadsleden alvast veel succes en hopen op een nieuw collegeakkoord waarin concrete problemen aangepakt gaan worden (met oog voor de toekomst). Veel bestuurders roepen in hun toespraken inwoners op om te gaan stemmen, zodat zij invloed hebben op wat er in de gemeentehuizen gebeurt. Niet zelden wordt daarbij het beroep gedaan op het democratisch recht.
Tot slot
De nieuwjaarstoespraken van 2022 hebben een andere vorm en inhoud dan in de jaren vóór corona. Het is niet opmerkelijk natuurlijk. Wel jammer, want daardoor zijn veel zaken – waar voorheen wel aandacht voor was – weggevallen in de boodschappen van de burgemeesters en commissarissen aan hun inwoners. Het gaat niet meer over de grote ontwikkelingen als individualisering, globalisering of digitalisering. Ondermijning en geweld tegen professionals komt veel minder aan de orde. De inzet op duurzaamheid of klimaatadaptatie wordt slechts mondjesmaat benoemd. De zorgen over het functioneren van de democratie en wat daaraan gedaan kan en moet worden (zoals burgerparticipatie), is veel minder prominent aanwezig. En op al die onderdelen heeft het denken in bestuurlijk Nederland tijdens de coronacrisis niet stil gestaan. Voorheen kon de analyse van nieuwjaartoespraken helpen om dat denken boven water te krijgen. De conclusie is dan ook dat toespraken anno 2022 minder dan voorheen een thermometer vormen voor wat er leeft aan thema’s in bestuurlijk Nederland.
Geef een reactie