De Alliantie Burgers Voorschoten (ABV) heeft zich gewaagd aan een bestuurs-effectrapportage (BER) van de raadsperiode 2018-2022, waarin wordt nagegaan wat het gemeentebestuur in die periode tot stand heeft weten te brengen. Daarbij is de alliantie uitgegaan van objectief vast te stellen feiten: aan de ene kant de streefdoelen van de gemeente vertaald in beloften aan het begin van de raadsperiode en aan de andere kant de bereikte resultaten aan het eind van de raadsperiode. Een simpele vergelijking die twee laat zien dat minder dan de helft van de gedane beloften is waargemaakt. Peter van Hoesel legt uit hoe dat volgens hem komt.
Slechts op 3 van de 11 themavelden blijkt ongeveer de helft van de beloften te zijn nagekomen, op de 8 andere themavelden blijkt dit beduidend minder dan de helft te zijn. En in sommige gevallen is er zelfs bijna niets bereikt. Een paar voorbeelden:
- Van de beloofde 300 nieuwe woningen zijn er slechts 20 gerealiseerd.
- Van de beloofde burgerparticipatie is weinig of niets terechtgekomen.
- De gemeentefinanciën zijn nauwelijks op orde gebracht, terwijl Voorschoten al vele jaren tot de duurste gemeenten van Nederland behoort.
De gemeente Voorschoten heeft met haar 175 ambtenaren in de afgelopen raadsperiode ruim 200 miljoen euro uitgegeven. Een logische vraag is dan wat burgers daarvoor terug hebben gekregen. Op basis van deze BER constateert de ABV dat het de gemeente niet is gelukt om een voldoende te halen. Dat betekent niet alleen dat er geld verloren is gegaan, maar ook dat het directe gevolgen heeft voor de leefsituatie van burgers.
Magere resultaten
Het rapport analyseert niet de oorzaken van deze magere resultaten, daar zou je een diepergaand onderzoek voor nodig hebben. Uit de aanbevelingen in het rapport kun je wel opmaken aan welke oorzaken de ABV denkt. En die komen aardig overeen met mijn eigen ervaringen als gemeenteraadslid in een kleine gemeente, bestuurder van enkele gesubsidieerde stichtingen bij een grote gemeente, onderzoeker in opdracht van diverse grote gemeenten en onderzoeker van gemeentelijk beleid in opdracht van de rijksoverheid.
Burgers die niet actief betrokken zijn bij de gemeentepolitiek hebben nauwelijks een goed beeld van waar de gemeente mee bezig is. Misschien stemmen zij vooral op het imago van een politieke en niet op wat er daadwerkelijk in de gemeentepolitiek gebeurt. Daardoor zijn politieke partijen minder scherp dan zou kunnen. Zij hebben wel contact met hun partijleden, maar die leden zijn niet representatief voor burgers in het algemeen. Gemeenten die hun burgers in ruime mate betrekken bij de beleidsontwikkeling, krijgen een veel duidelijker beeld van de opvattingen van burgers en vermijden daarmee het risico op grote teleurstellingen.
Er wordt in Voorschoten weinig aandacht besteed aan het opstellen van SMART-doelstellingen, dat wil zeggen: specifiek, meetbaar, acceptabel realistisch, tijdgebonden. De gedane beloften voldoen daar niet aan, omdat ze daarvoor te algemeen zijn geformuleerd. Daardoor loop je het risico op discrepanties tussen verwachtingen die worden gewekt en de resultaten die worden geboekt. Bovendien worden er onvoldoende routes uitgestippeld richting de te behalen doelstellingen, waardoor het ongewis blijft of er wel goede routes worden gevolgd.
‘Gemeenten die hun burgers betrekken bij beleidsontwikkeling, krijgen een veel duidelijker beeld van de opvattingen van burgers en vermijden het risico op grote teleurstellingen’
Samenwerking met burgers wordt door veel gemeenten meer gemeden dan gezocht, waardoor het lastig wordt te zien wat burgers graag zouden willen. Voor zover er contact is met burgers, komt dat slechts neer op uitwisselen van informatie, waarbij doelstelling en aanpak al eerder zijn vastgesteld. Ouderwetse inspraakavonden maken dat telkens weer duidelijk. Volgens de ABV is er ook in Voorschoten vooral sprake van eenzijdige informatieverstrekking door de gemeente en komt er van echte uitwisseling niets terecht. Terwijl gemeenten die het wel proberen hebben de ervaring dat het juist goed uitpakt om van meet af aan met burgers samen te werken.
Het proces van beleidsontwikkeling is in veel gevallen beperkt tot een kleine kring van bestuurders en bepaalde marktpartijen (bijvoorbeeld bouwbedrijven) die graag met de gemeente in zee gaan en die in contacten met de gemeente vooral hun eigen belang nastreven. Dat is wat anders dan een open proces waarbij ook burgers en andere organisaties worden betrokken. De politiek is meestal niet gewend aan open beleidsprocessen en ziet daar waarschijnlijk tegen op. Maar ook hiervoor geldt: als je het niet probeert, kom je niet te weten wat de voor- en nadelen zouden zijn.
Lessen
Het gemeentebestuur van Voorschoten en de politieke partijen kunnen in elk geval lessen trekken uit deze rapportage. Of ze dat ook willen, zal moeten blijken. Maar de aangrijpingspunten hoe het beter zou kunnen liggen voor de het oprapen.
Het zou een goed idee zijn om dit soort bestuurseffectrapportages ook in andere gemeenten te vervaardigen. Het zou voor de hand liggen om gemeentelijke rekenkamers dit te laten uitvoeren. Misschien kan de VNG een protocol/format opstellen hoe zo’n rapportage eruit kan zien. Het voorbeeld van Voorschoten kan daarbij inspireren. Ook kan gedacht worden aan een analyse van de voornemens van een coalitie aan het begin van de nieuwe raadsperiode. Vervolgens kan misschien ook worden gedacht aan een analyse van de aanpak van gemeenten die nodig is om de gestelde doelen te bereiken.
Daarmee kunnen gemeenten na verloop van tijd doeltreffender en doelmatiger voor hun burgers gaan werken: betere resultaten voor minder geld. Na enige tijd kunnen gemeenten ook van elkaars rapportages gaan leren. Vierjaarlijkse overkoepelende rapportages zouden daarin kunnen voorzien.
Ten slotte zullen dit soort rapportages ertoe leiden dat het openbaar bestuur transparanter wordt en zich niet langer probeert te verschuilen voor zijn burgers. Daarmee zal het vertrouwen in de overheid geleidelijk aan weer gaan groeien.
Geef een reactie