Doordat de sociale sector geen prijsmechanisme heeft, kost het ongelofelijk veel moeite om sociale innovaties van de grond te krijgen. Marcel Canoy ontwaart zes barrières die maken dat het niet lukt om de samenleving een stukje beter te laten functioneren.
Innovaties in de markt kennen doorgaans het volgende patroon. Iemand bedenkt iets. Meestal een individu of een klein bedrijf. Een patent volgt. Het individu of bedrijf heeft vaak niet de kwaliteit, middelen of energie om het product beschikbaar te stellen voor een massamarkt. Vandaar dat multinationals massaal patenten of startups opkopen. De schaal en marketingmachine doen de rest. Slaat de innovatie aan bij de consumenten, dan is er win-win-win. De innovator heeft gecasht, de multinational verdient zijn aankoop terug en de consument wordt blij.
Leve de markt
De vaak verguisde markt is succesvol in het ervoor zorgen dat innovaties hun weg naar de consument vinden. De reden is dat het prijsmechanisme zijn driedubbele heilzame werking doet. Eerst bij het verlenen van het patent, dan bij het opkopen door multinationals en tot slot bij de verkoop aan consumenten. Is het product niet voldoende vernieuwend dan wordt geen patent verleend. Is het commercieel onaantrekkelijk dan blijft het in de hobbyschuur van de innovator en vindt de consument het niks, dan zit de multinational met de strop.
‘Waardevolle sociale innovaties vinden niet altijd hun weg naar de burger’
De disciplinerende mechanismes van de markt ontbreken vaak bij sociale innovaties. Of het nu over de zorg, ruimtelijke ordening, schulden of het sociale domein gaat, ook hier is een herkenbaar patroon. En een patroon dat niet altijd vrolijk stemt.
We doen het al
Hoe vaak ik deze niet al heb gehoord als ik iets nieuws bedacht, is echt moeilijk te geloven. Het ‘not invented here’-syndroom vormt het eerste obstakel voor alle sociale innovaties. Waar de markt beheerst wordt door de soevereiniteit van consumenten, geldt dat niet voor de overheid. De overheid is qualitate qua de hoeder van het belang van burgers, maar door het ontbreken van het prijsmechanisme zijn er kinken in kabels en vinden waardevolle sociale innovaties niet altijd hun weg naar de burger.
Het mag niet van de wet
Een tweede obstakel vormt het domein van juristen die te strikt in de leer zijn. Sociale vernieuwing betekent vaak dat de randen van de wet worden opgezocht. Dat is logisch want de wet is geschreven voor de wereld van gisteren toen de vernieuwing nog niet bestond. De ‘blauwe’ mensen, die nu eenmaal vaak bij de overheid werken, houden niet van verandering en dan is er altijd wel een jurist te vinden die zegt dat het niet van de wet mag. Alleen klopt dat bijna nooit. Of het nu gaat om de participatiewet, de jeugdwet of de mededingingswet, als een sociale vernieuwing leidt tot progressie op een legitiem publiek doel mag bijna alles. Waar een wil is, is een juridisch muizengaatje.
Het is van iedereen, dus van niemand
Sociale innovaties opereren vaak op de rand van een domein en nog vaker over die rand heen. Binnen een domein is men vaak in staat progressie te boeken, maar juist als de domeinen elkaar gaan raken is veel winst mogelijk. De consequentie van dit beruchte ‘schottenprobleem’ is dat men elkaar aankijkt. “Ja, wij vinden uw idee geweldig maar waarom betaalt de zorgverzekeraar dat niet?”. Dus jij naar de zorgverzekeraar. “Als wij dat financieren dan profiteren onze concurrenten! En anders wel de gemeente. Kunnen zij niet de buidel trekken?” En je bent weer een paar jaar verder.
‘De ambtelijke wereld wordt nog altijd beheerst door het denken in termen van geld’
Leuk, we doen een project, en bij succes stoppen we ermee
Maar goed laten we niet te somber doen. We zijn erin geslaagd de we-doen-het-al-ambtenaar met een zwierige schaar te passeren en de blauwe het-mag-niet-van-wet-jurist te vloeren met een ippon. Het vermoeiende kastje-muur-spel is eveneens overleefd. Dan dient het volgende obstakel zich al weer aan: de financiering. Ook hier geldt dat het bij de markt ‘vanzelf’ gaat. Multinationals selecteren innovaties op hun commerciële kansen. Als die kansen goed genoeg zijn, is er altijd geld. Bij sociale innovaties is dat vaak soebatten. Met geluk vind je een gemeente of zorgverzekeraar die bereid is een project te financieren. Wat dan opvallend vaak gebeurt, is dat als de financiering stopt, er geen structurele financiering volgt, zelfs het als project succesvol is geëvalueerd.
We kunnen het niet uitrekenen
En over evaluaties gesproken. De ambtelijke wereld wordt nog altijd beheerst door het denken in termen van geld. Nu kun je als econoom moeilijk beweren dat geld er niet toe doet. Per slot van rekening gaat onze discipline over hoe zo goed mogelijk schaarse middelen te besteden. Nederlandse economen zijn evenwel opgevoed in de traditie van het brede welvaartsbegrip, waarin geld er absoluut toe doet maar niet domineert ten opzichte van andere waardevolle publieke doelen zoals welzijn, een goed milieu of veiligheid. Alleen hebben de waardevolle inzichten van de brede welvaart de burelen van het ministerie van Financiën nog onvoldoende bereikt. Vandaar dat ambtenaren aldaar nog te vaak dingen die ze niet kunnen uitrekenen klakkeloos op nul zetten, daarmee waardevolle maar moeilijk in euro’s uitrekenbare sociale innovaties frustrerend.
En dan de politiek
En dan is het zover. We hebben alle vijf barrières geslecht. We zijn echt de superhelden van de sociale innovatie. We snappen hoe de hazen lopen en hebben alle onwillige honden kaltgestellt. Ons plan gaat echt lukken. Met een beetje geduld gaan we over een paar jaar aantonen dat ons plan niet alleen goed voor de samenleving is, maar ook nog flink besparend werkt. Dan is er nog de politiek. Ons politieke landschap is niet uitnodigend voor lange termijn denken. Eenentwintig fracties in de Tweede Kamer, waaronder maar liefst zes afsplitsingen. Die allemaal willen scoren. Scoren en sociale innovaties zijn geen vrienden.
Langdurige zorg
Neem als illustratie innovaties op het gebied van de langdurige zorg. Eigenlijk weten we al jaren wat er moet gebeuren om de uitdagingen op het gebied van betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid te borgen in het licht van een krappe arbeidsmarkt. Lokale initiatieven omarmen die gericht zijn op sociale integratie en preventie. Integratie van formele en informele zorg, van zorg en sociaal domein en afrekenen op uitkomsten in plaats van verrichtingen of activiteiten. Het is the only show in town. Maar we verliezen kostbare tijd met om elkaar heen draaien, gedoe over geld of al het andere dat hierboven is beschreven. Met als zwaard van Damocles de ijverige ambtenaren van Financiën die uitrekenen hoe we mensen meer kunnen laten betalen voor hetzelfde omdat de sociale innovaties zo moeilijk zijn te monetariseren.
Oplossing
Een simpele oplossing is helaas niet voor handen. Sommige obstakels zijn onlosmakelijk verbonden met de nadelen die elke overheid in elk land heeft, in elke tijd. Maar als we samen een gedeelde visie kunnen ontwikkelen over de toekomst, dan gloort er hoop. Dat is geen wensdenken. De visie op belangrijke domeinen als de langdurige zorg en de menselijke maat zijn in honderd rapporten opgetekend en worden in brede kringen omarmd. Laten we het dan gewoon voor de leuk een keertje doen, zodat economen niet langer alle windrichtingen van de markt hoeven te zegenen als het om innovaties gaat.
*Dit artikel verscheen oorspronkelijk op 7 juni 2022 op Sociale Vraagstukken.
Geef een reactie