De scheidende directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau Kim Putters – die binnenkort voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER) wordt – houdt de politiek, maar zeker ook de sociaaleconomische partners een spiegel voor met zijn betoog over het pijnlijk ontbreken van sociale samenhang, stelt Robbert Coops.
Om daar wat aan te doen pleit hij in zijn boekje Het einde van de BV Nederland – ‘mijn reis door negen jaar Nederland, met soms een terugblik wat verder in de geschiedenis en een vooruitblik naar de toekomst’ – hartstochtelijk voor een mens- en samenlevingsgerichte overheid. Dat het daar in het overheidsbeleid grotendeels aan ontbreekt, heeft te maken met de fixatie op economische groei en efficiency. Hij verwijt de overheid onvoldoende oog te hebben voor de belangen van de middenklasse.
‘Die groep hoor je zelden luid en duidelijk. Maar die is er wel. Het leven is niet zwart-wit, er is altijd wel een argument voor of tegen overheidsbeleid, veel mensen worden ook wel goed geholpen door publieke voorzieningen, en we zullen het in de samenleving samen moeten doen’. Dus ook voor en met ‘het stille midden’. ‘De maatschappelijke opgaven scherper formuleren met breed draagvlak kan hierbij helpen. Om de samenleving mee te nemen op weg naar die toekomst, en in het streven naar eer duurzaamheid, inclusie, democratie en gezonde leefomgeving (dus: brede welvaart) blijft het onverminderd belangrijk dat de politiek een herkenbaar verhaal vertelt, juist ook voor deze middengroep die een buffer tussen uitersten vormt.’
Onduidelijk en onontwarbaar
Dat ons land voor grote veranderingen staat en nu wordt geteisterd door allerlei crises van uiteenlopend aard en intentie is duidelijk. Onduidelijk en onontwarbaar zijn de wegen die tot een oplossing moeten leiden en de verschillende rollen die publieke en private partijen daarin (zouden moeten) spelen. De samenleving is versplinterd en het onderlinge wantrouwen is groot. Of zoals Tom-Jan Meeus, columnist en journalist bij NRC, het onlangs tijdens de 105e editie van Reuring!Café verwoordde: ‘Een wantrouwende overheid leidt tot wantrouwende burgers’. Het “sociaal contract” tussen burgers en overheid is ook door dat wantrouwen afgebrokkeld, terwijl juist in de huidige tijd een dergelijk contract broodnodig is.
De genuanceerde analyse van Putters is zeker niet nieuw, maar wel scherp, zeker in zijn bewijsvoering. Ook hij pleit voor meer visie, zeker op lange termijn, op perspectief voor burgers, over een verhaal voor onze samenleving. De kern daarvoor bestaat uit het vertrouwen dat alle belangen gewogen worden ten behoeve van een gedeelde toekomst.
Verschillen tussen burgers
Zo’n verhaal waar dringend behoefte aan is, zou vooral aandacht moeten besteden aan burgerschap en burgerinitiatieven in ondernemerschap. Daarmee ontstaat meer begrip voor de variëteit in de samenleving. ‘De overheid is dus niet alleen aan zet, maat ze kan wel normen stellen, bijvoorbeeld over de sociale basis, en omtrent de doelen van en inclusieve samenleving,’ aldus een optimistische Putters. Het contract gaat dus veel verder dan een overheid die betrouwbaar(der) en rechtvaardig moet zijn en anders moet werken. ‘Het gaat erover hoe we vanuit het perspectief van, en kennis over, de verschillen tussen burgers met grote maatschappelijke opgaven omgaan die in het leven door elkaar heen een rol spelen, waarbij voor sommigen de problemen stapelen.’
‘In de beleidsvorming is het van belang soms wat te vertragen’
Putters sluit zijn boek af met aanbevelingen voor de herijking van het huidige sociaal contract, waarin nadrukkelijk nieuw ambtelijk vakmanschap van beleidsambtenaren aan de orde is. Geen ambtelijke afzijdigheid, maar volwassen vakmanschap, een onderwerp dat ook in het laatste Reuring!Café expliciet aan de orde kwam met een oproep om een persoonlijk en een functioneel moreel kompas als leidraad in het ambtelijk handelen te hanteren. ‘Het is van belang om in de beleidsvorming soms wat te vertragen en reflectie en creativiteit aan te boren,’ aldus Putters, die daarmee verwijst naar het “Kompas voor publiek leiderschap” van Mark Frequin.
Machtsdisbalans
De herijking van ons sociaal contract gaat over de inhoud van de maatschappelijke vraagstukken die onze toekomstige samenleving en economie raken, en ook over de (grond)rechten van burgers die hen tegen de overheid en marktpartijen beschermen. Daarin is in de loop der tijd een machtsdisbalans ontstaan die zeker in crisisachtige omstandigheden zichtbaar worden. De toeslagenaffaire, gasboringen in Groningen, de bijstand, het zijn allemaal voorbeelden waarin de overheid veel te weinig aandacht heeft willen (en deels kunnen) schenken aan individuele wensen, belangen of problemen. Door meer ruimte te geven aan burgerschap en burgerinitiatief en deze duidelijk te verankeren in de wijze waarop we ons land vorm willen geven, ontstaat over en weer meer begrip en vertrouwen. Het wordt interessant te zien of en in hoeverre de SER het gedachtegoed van Putters integreert in de komende adviezen op sociaal en economisch terrein.
Bibliografie
Kim Putters (2022): Het einde van de BV Nederland; over de noodzaak van een verhaal voor onze samenleving, Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, ISBN 9789044651539.
Geef een reactie