Informatie (van welke aard dan ook) speelt een doorslaggevende rol in onze samenleving, zowel op individueel niveau als in organisaties, bedrijven en bestuurlijke organen. In het openbaar bestuur is relevante informatie ten behoeve van maatschappelijke kwesties, beleidsontwikkeling en besluitvorming cruciaal, schrijven Peter van Hoesel en Rob van Engelenburg.
Het is dan ook van eminent belang dat de informatie die door overheden wordt gebruikt vroegtijdig op transparante wijze beschikbaar wordt gemaakt aan burgers, bedrijven, media of wie ook maar interesse heeft. Zeker als het actuele zaken zijn waar een overheid mee bezig is. Daarmee kan niet alleen worden voorkomen dat eenzijdige informatie leidt tot suboptimale beslissingen (die bijvoorbeeld tegen het algemeen belang ingaan), maar ook en vooral dat burgers serieus betrokken kunnen worden in het beleidsproces.
Woningtekort in Voorschoten
Aan de hand van een concrete casus, waar een van ons van begin tot eind daadwerkelijk bij betrokken was, willen we nog eens laten zien hoe belangrijk informatie is en ook wat er van zo’n casus kan worden geleerd.
In veel gemeenten is het tekort aan betaalbare en beschikbare woningen al vele jaren een groot en structureel probleem, zo ook in Voorschoten. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 heeft het toenmalige college van B&W woningbouw en burgerparticipatie als prioritair bestempeld. Via drie burgerparticipatieprojecten zouden hierbij leerervaringen worden opgedaan hoe inwoners invloed kunnen uitoefenen op beleid en bestuur. De kerngroep ‘Bouwen en Wonen’ was een van de pilots. Op initiatief van de wethouder werden constructieve burgers opgeroepen hieraan deel te nemen.
‘Als ze geen relevante inhoudelijke informatie krijgen, is meedenken van inwoners zinloos’
Na ruim twee jaar actief bijgedragen te hebben met veel initiatieven en advisering is de Alliantie Burgers Voorschoten uit dit overleg gestapt. Redenen: geen enkele voortgang, geen professionele ambtelijke ondersteuning, te veel afleidend overleg over details en procedures, minimale inhoudelijke discussie en invloed.
Waar het bovenal aan ontbrak was inzicht in de relevante informatie die noodzakelijk is om voortgang te kunnen boeken. Daarbij ging het om antwoorden op vragen als:
· Waar kan nog gebouwd worden, welke knelpunten/mogelijkheden doen zich voor?
· Welk project zit in welke bouwfase?
· Wat zijn de onderliggende eerder genomen besluiten?
· Hoe zit het met doorstroming, huur/koop verhouding, doelgroepengerichtheid?
· Hoe spelen leefomgevingsaspecten mee, zoals verkeersstromen, overlast en groenvoorzieningen?
Vrijwillig en onbetaald meedenken van inwoners zonder dit soort relevante inhoudelijke basisinformatie te krijgen moet eigenlijk als zinloos worden bestempeld.
Bezwaarprocedure
Ondanks toezeggingen van de wethouder bleef in die periode de gevraagde informatie achterwege, waarna een Wob-verzoek is ingediend (nu Wet open overheid). Te laat is vervolgens door de gemeente slechts een deel van de gevraagde informatie verstrekt, hetgeen tot een bezwaarprocedure leidde bij de gemeentelijke Bezwaarcommissie. Deze commissie adviseerde het college van B&W het bezwaar te verwerpen, waarbij werd vergeten de pleitnota en argumenten van de bezwaarmaker in de beoordeling mee te nemen.
Hierna is door de bezwaarmaker beroep aangetekend bij de bestuursrechter. Vele documenten zijn vervolgens uitgewisseld en er vond een hoorzitting plaats. De procedure besloeg een periode van bijna anderhalf jaar, met als belangrijkste uitkomst: het beroep is gegrond en het besluit van het college van B&W wordt vernietigd. Leuk om gelijk te krijgen, maar het ging om wat anders: de opstelling van de gemeente naar burgers als ze een beroep doet op het (onbaatzuchtig) meedenkend vermogen van hun inwoners.
Lessen
Er is vanuit drie kanten een en ander te leren van deze casus: op het terrein van bouwen en wonen, van burgerparticipatie en van de bezwaar- en beroepsprocedure.
Bouwen en Wonen
Na vier jaar (2018 – 2022) bleek dat nog geen 10 procent van de in het coalitieakkoord beloofde 300 woningen gebouwd zijn. Van de beloofde sociale huurwoningen, starters- en seniorenwoningen is zelfs geen enkele woning gerealiseerd. Veel overleg, hoge verwachtingen en minimale impact leidden tot frustratie, zeker van burgers die zich belangeloos inzetten voor een betere en sterkere woongemeente.
‘De gemeente toonde een weerbarstige houding’
Wanneer de gemeente op voorhand alle relevante informatie beschikbaar had gesteld en daarmee de samenwerking serieus zou zijn aangegaan, zou er vast een beter resultaat zijn geboekt. Dan had de inbreng van de bewoners (die over de nodige deskundigheid en creativiteit beschikken) een redelijke kans gehad om tot bloei te komen. Door de weerbarstige houding van de gemeente was het samenwerkingsproces eigenlijk bij voorbaat kansloos.
Burgerparticipatie
Van de drie beloofde pilots ten behoeve van burgerparticipatie zijn er twee daadwerkelijk gestart, maar geen van beide heeft bouwstenen opgeleverd voor een succesvolle gemeentelijke aanpak van burgerparticipatie. Daardoor werd hiermee nauwelijks ervaring opgedaan, was er van samenwerking eigenlijk geen sprake en werd er ook weinig geleerd. De door de gemeenteraad unaniem aangenomen motie op dit vlak is hierdoor niet uitgevoerd, maar in de gemeenteraad is hier niet meer op teruggekomen. Dat is jammer, want oefening baart kunst, zoals onder meer blijkt uit het Barometeronderzoek 2021 en 2022 naar de stand van zaken rond burgerparticipatie in alle Nederlandse gemeenten. Successen op dit gebied komen voort door te experimenteren met burgerparticipatie en hiervan te leren. Maar daar was in dit geval geen sprake van.
‘Al doende wordt duidelijk hoe je dichterbij je beleidsdoel komt’
Om tot succesvolle burgerparticipatie te komen is in de eerste plaats een positieve grondhouding vanuit de gemeente nodig. Op basis daarvan komt het als vanzelf tot een open proces waarin alle relevante informatie op tafel wordt gelegd. In zo’n geval worden er geen premature besluiten worden genomen, vindt er een inhoudelijke dialoog plaats en wordt een optimaal resultaat bereikt. De weg die daarbij wordt afgelegd is tevoren niet zonneklaar, maar al doende wordt steeds duidelijker hoe je steeds dichterbij het beleidsdoel kunt komen. Belangrijk neveneffect is ook dat door een inhoudelijke dialoog en respectvolle omgangsvormen geharnaste tegenstellingen overbrugd blijken te kunnen worden.
Woo is paardenmiddel
Het instrument Wob (nu Woo) is vooral te zien als een paardenmiddel. Zo’n procedure wordt totaal overbodig wanneer de gemeente een open proces volgt. Zodra een beroep wordt gedaan op de Woo is er eigenlijk al sprake van een mislukt proces. De wij–zijstellingen zijn dan al ingenomen en de inhoudelijke dialoogfase is voorbij. Frustratie voedt de weerstand en ondermijnt het vertrouwen in het publiek bestel. De lange bezwaar- en beroepsprocedure van twee jaar ondergraaft elke relevantie op het thema.
‘In een gesloten gemeentelijke cultuur is er vrees voor burgerparticipatie’
De uitspraak van de bestuursrechter is uitsluitend gebaseerd op de betreffende casus. Het zou volgens ons zinvol zijn als de rechter aan een dergelijke uitspraak een addendum zou toevoegen, waarin wordt aangegeven hoe de procedure voorkomen had kunnen worden en hoe zoiets in de toekomst beter georganiseerd zou kunnen worden. Het lerend vermogen zou dan versterkt worden.
Burgers serieus nemen
Het verleden kan je niet meer veranderen maar je kan (moet) er wel van leren. Wanneer actoren bij de gemeente zich niet opsluiten in hun eigen wereld maar het burgerperspectief serieus nemen, gaat het als vanzelf al een stuk beter. Bij een gesloten gemeentelijke cultuur bestaat er de nodige vrees voor (zelfs weerzin tegen) burgerparticipatie, mede in de hand gewerkt door negatieve ervaringen ten gevolge van die cultuur. Bij diverse gemeenten is gelukkig al aangetoond, dat het een stuk beter gaat als je openstaat voor inbreng van burgers. Niet alleen burgers zijn daar dan tevreden over, maar ook en vooral de gemeente zelf.
Geef een reactie