Dick Schoof nam dit voorjaar deel aan het debatprogramma Reuring!Café, met als thema: uitvoering verstikt in regelcomplexiteit. Myrthe Stijns, projectmanager platform O, interviewt Schoof over de regelcomplexiteit waar hij als secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) mee te maken heeft.
Dit interview is afgenomen naar aanleiding van het Reuring!Café met als thema: uitvoering verstrikt in regelcomplexiteit!. Bekijk via deze link de video van het debat terug.
Je nam op 21 maart deel aan een debatsessie over regelcomplexiteit. Op welke manier ben jij betrokken bij dit thema?
‘Ik vind het thema echt interessant. Binnen het ministerie van JenV spelen veel vraagstukken rondom de vreemdelingen- en strafrechtketen of jeugddetentie. De complexiteit daarvan neemt alleen maar toe. Elke uitzondering krijgt een nieuwe regel. We zijn de crisisregelreflex nog lang niet voorbij. Elke poging om zaken te vereenvoudigen leidt toch weer tot complexiteit en alleen daarom al vind ik het een fascinerend thema.’
‘Bovendien is het een thema dat enorm bij ons leeft. Uit een rapport van de Rekenkamer bleek dat er bij de IND nu drie keer zoveel mensuren in individuele beslissingen gaan zitten ten opzichte van tien jaar geleden. Dit is ook te zien binnen het strafrecht. Dit komt door toegenomen regelgeving plus dat er veel kwaliteits- en vormeisen meespelen die leiden tot overcompensatie. Zo is het aantal casus-uren alleen maar omhoog gegaan. Maar dat leidt niet altijd tot betere kwaliteit, is mijn overtuiging.’
We lijken de afgelopen tijd meer, of eigenlijk weer, bezig te zijn met regelcomplexiteit. Hoe heeft regelcomplexiteit zich volgens jou de afgelopen jaren ontwikkeld?
‘Je ziet dat het een andere vorm heeft gekregen. Vroeger sprak men over een risico-regelreflex waarin er regels ontstonden na een incident, want in de volgende casus moest dat voorkomen worden. We hebben die vicieuze cirkel nog steeds niet verbroken.’
‘Daarnaast zie je dat de redengeving veranderd is. In de afgelopen jaren is er vanuit goedbedoelde zorgvuldigheidseisen meer tijd en energie gaan zitten in de processen. Denk bijvoorbeeld aan het straf- en slachtofferrecht, wat maatschappelijk relevant is, maar wel druk legt op die processen.’
Welke voorbeelden van regelcomplexiteit kom je tegen binnen de uitvoering?
‘Het is belangrijk dat we geen mensuren verspillen. Als verschillende partijen met elkaar om de tafel zitten, moet dat iets toevoegen. Bijvoorbeeld als er wordt gesproken over mensen die veel zorg nodig hebben of potentieel crimineel gedrag vertonen. De begeleiding moet daar beter van worden.’
‘Het PWC heeft een rapport uitgebracht waarin staat dat de gemiddelde productiviteit van de uitvoeringsorganisaties binnen de publieke sector met 9 procent is gedaald. Terwijl de productiviteit in het bedrijfsleven is toegenomen. Ik ben ervan overtuigd dat de reden hiervoor zit in alles wat ik hier heb verteld, en dus niet omdat we allemaal minder hard werken.’
Je noemde tijdens het Reuring!Café het belang van een signaalfunctie. Wat houdt dat in?
‘Daarmee bedoelde ik dat we ten onder gaan aan maatwerk, als we niet uitkijken. We moeten niet gaan doen alsof de overheid integraal voor 17 miljoen mensen maatwerk kan leveren, dat kunnen we niet. 95 Procent van ons werk zal standaard zijn. Dit is wel een moeilijkere uitspraak voor sommige overheidsorganisaties, zoals de IND. Daar behoeft het werk een veel kwalitatievere weging. Maar ook daar kan veel werk eendimensionaal plaatsvinden en is geen specifiek maatwerk vereist. Maar we moeten wel alert zijn op die 5 procent. Dus moet je zorgen voor een goede signaalfunctie zodat je weet waar de uitzonderingen zitten.’
‘We hebben die vicieuze cirkel nog steeds niet verbroken’
In het debat noemde je het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), bekend om het innen van boetes voor overtredingen, als een goed voorbeeld voor het opvangen van die signalen. Hoezo is dat?
‘Indien een boete niet werd betaald, werd het bedrag steeds hoger en hoger en daardoor soms onbetaalbaar. Voor het CJIB werd echter duidelijk dat wanneer mensen heel lang hun boetes niet betaalden, er ook sprake kan zijn van schuldenproblematiek. Dus hebben zij hun koers verlegd. Zodra de signalen duidden op schuldenproblematiek, kon het CJIB voor die specifieke gevallen arrangementen treffen met de diverse overheidspartijen en betrokkenen, zodat de schuldenproblematiek beter beheersbaar werd. En daar zit de crux. Er is hiervoor geen specifieke regelgeving aan vooraf gegaan. Bovendien staarde het CJIB zich niet blind op de gedachte dat het boetes moet innen.’
Hoe kunnen andere overheidsorganisaties hiervan leren?
‘Er is meer mogelijk dan we eigenlijk denken. We laten ons makkelijk beperken door regelgeving. Maar er is meer ruimte om als beleid, wet en uitvoering te kijken naar wat we wel kunnen.’
Er is een wetsvoorstel ingediend voor een nieuw Wetboek van Strafvordering (Sv). De uitvoeringsorganisaties vragen om een ding: een vijf jaar durende beleidsluwe periode. Waarom is die oproep gedaan?
‘Het verhaal erachter is dat het nieuwe wetboek veel gaat veranderen voor alle partijen in de strafrechtketen. Het zet alles op zijn kop. De implementatie kost veel geld en tijd, want alle ict-systemen moeten worden aangepast. Dat heeft ook gevolgen voor de werkwijze van al deze organisaties. Kortom, een enorme opgave.’
‘Het nieuwe wetboek Sv is samen opgezet met de betrokken organisaties, zoals de politie, het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Rechtspraak. Zij willen dit nieuwe wetboek zelf ook graag. Maar ze hebben een wens: val ons tijdens die periode niet lastig met allerlei wet- en regelgeving. Als ministerie willen wij daar graag aan meewerken. Maar het wordt nog wel ingewikkeld. Er komen altijd politieke initiatieven tot stand, voortkomend uit een maatschappelijk verlangen. Dus we hebben afgesproken dat initiatieven die tijdens deze periode toch gaan lopen, nadrukkelijk met de uitvoeringsorganisaties worden afgestemd of ze noodzakelijk zijn of niet. Tot dusver lijken uitvoering en beleid elkaar aardig te vinden. Overigens is niet alles hier koek en ei, laat ik wel de relativering aanbrengen dat er elke dag wel iets mis kan gaan. Zojuist is de Staat van de Uitvoering uitgebracht en dat was geen lofzang. Er blijven veel issues die we nog moeten aanpakken.’
Op de foto: Dick Schoof
Geef een reactie