Veel managers en leidinggevenden in de publieke sector voelen zich klem gezet door hun omgeving. Ze zijn bang om fouten te maken, de nek uit te steken of de controle te verliezen. Om je als leidinggevende staande te houden in de publieke sector moet je dan ook flink in je schoenen staan en over de nodige competenties beschikken. Zeker is een tijd waarin het politieke krachtenveld totaal is veranderd. En er in de uitvoering tal van zaken niet gaan zoals bedoeld.
Een tijd waarin administratieve regels en procedures tal van beperkingen opleggen. Waarbij de politiek richting kiezers hoge verwachtingen heeft gewekt over de mate waarin dingen kunnen veranderen. Probeer je dan maar eens staande te houden. Het is dan ook niet zo gek dat tal van managers en leidinggevenden de stress en de spanning niet meer aankunnen. Dat er spanningen en irritaties ontstaan. Zowel bij henzelf als in hun omgeving. Bij zowel collega’s als hun bestuurlijke opdrachtgevers. Hoe dan uit die klem te komen? Dan heb je een paar praktische en eenvoudige analyse-instrumenten nodig. Met het boek Organisatiekunst. Van Controle naar vertrouwen in de publieke sector reiken Robert de Muralt en Marie-Louise Dechesne worden een paar van die instrumenten aangereikt.
In de klem
Wil je uit de klem komen waar je jezelf of door de omgeving in bent geplaatst, dan is het volgens De Muralt en Dechesne niet voldoende om organisatiekundig te blijven kijken. Want met begrippen als organisatiekunde of organisatietheorie doe je primair een appel op het rationele. Wil je uit de klem komen dan is het van belang om de beperkte blik en het beperkte handelingsperspectief van managers en leidinggevenden te verruimen en te vergroten. Dan zal je de beperkte blik op jezelf, op de ander, op de organisatie en op de omgeving moeten verruimen. Dan zul je meer perspectieven moeten betrekken en je palet aan mogelijkheden moeten verruimen.
Organisatiekunst kent volgens De Muralt en Dechesne een diepere bron. Het zorgt niet alleen voor een verrijkt perspectief door je anders naar de werkelijkheid te laten kijken. Veel problemen ontstaan volgens De Muralt en Dechesne juist door verwachtingen, belangen of beelden die verschillen en die niet worden uitgewisseld. Of als dit wel besproken wordt, doordat betrokkenen niet openstaan voor andere invalshoeken. Waardoor de samenwerking onder druk komt te staan, en medewerkers en uiteindelijk ook burgers zich niet gehoord voelen.
Nog dieper in de klem
De Muralt en Dechesne laten in het eerste deel van hun boek overtuigend zien dat managers en leidinggevende die in de klem komen zitten gedragspatronen vertonen waardoor ze nog meer in de klem komen. Dat kan op vier verschillende manieren. Ten eerste kan het aan jou als persoon liggen. Namelijk over hoe jij je omgeving waarneemt. Zo heeft ieder mens zijn eigen historie, netwerk, talenten en morele opvattingen. Waardoor ieder mens anders op dezelfde situatie reageert.
Hierdoor legt de ene persoon de nadruk op het krijgen van grip op zaken en het werken aan oplossingen. Terwijl een ander bijvoorbeeld de nadruk legt op het rekening houden met anderen. Ten tweede gaat om je samenwerking met (directe) collega’s, om het relationele. Zo heeft iedereen verschillende verwachtingen bij die relatie. Als er problemen zijn kan je het bijvoorbeeld oplossen, maar je kan het ook negeren of (onbewust) in de weerstand gaan. Ten derde gaat het om de context waarbinnen je opereert, het organisatorische. Als manager heb je nu eenmaal, te maken met bepaalde kaders waarbinnen je moet werken. Zoals de missie en visie van de organisatie, de organisatiedoelen, de organisatiestructuur en de bijbehorende processen. Ten vierde is de omgeving rond je organisatie van belang: de stakeholders en de samenleving.
Cases
Wanneer je als manager of leidinggevende klem komt te zitten, is het volgens De Muralt en Dechesne goed om te onderzoeken of dat komt doordat je zelf vastzit in je eigen gedragspatronen, door de samenwerking met je collega’s, doordat het in de organisatie niet lekker loopt, of doordat je teveel druk vanuit je omgeving ervaart. In de praktijk is het volgens hen soms vaak een combinatie van meerdere klemmen. In deel 2 geven ze op basis van verschillende cases als adviseur bij gemeenten en ministeries aan hoe je anders kan denken en anders kan kijken naar jezelf, naar de ander, naar de organisatie en naar de omgeving.
Het vierringenmodel biedt een aardig handvat om de onderlinge samenhang te zien tussen het individu, de anderen, de organisatie en de omgeving
Zij noemen dat het vierringenmodel. Het biedt een aardig handvat om vraagstukken in publieke organisaties in een breder perspectief te plaatsen en de onderlinge samenhang te zien tussen het individu, de anderen, de organisatie en de omgeving. Opvallend is dat De Muralt en Dechesne zeggen dat hun ervaring ze heeft geleerd dat organisatieproblemen bijna altijd leiderschapsproblemen zijn. En dat de oorzaak daarvan meestal is dat mensen het gevoel hebben dat ze onder druk staan. Maar organisatieoplossingen zijn bijna altijd ook leiderschapsoplossingen. Als manager en leidinggevende zijn valkuilen echter alleen te vermijden door eerst goed onderzoek te doen en door de dialoog met jezelf en je omgeving aan te gaan.
Metaskills
Onderzoek naar belangen en belevingen van anderen in de organisatie vanuit de vier perspectieven die De Muralt en Dechesne beschrijven (persoonlijk, relationeel, organisatorisch, maatschappelijk) is essentieel om op een goede manier het gevoel ‘van in de klem zitten’ te pakken te krijgen. Het gaat er om tot een gewogen beeld van de situatie in de organisatie te komen. Vragen die je daarbij zou kunnen stellen zijn: 1) wat vind ik belangrijk en wat niet, 2) wat vind je dat er goed gaat en wat niet, 3) welke zaken zij te beïnvloeden en welke niet, 4) waar zitten de frustraties en irritaties, 5) waar zitten draagvlakissues, 6) waar zitten ontwikkelingsmogelijkheden.
Bij elk van de vier perspectieven geven De Muralt en Dechesne de kernvraag die centraal zou moeten staan en geven ze subvragen die daarbij van belang zijn. Ze helpen de manager en leidinggevende om tot een juiste diagnose te komen. Het boek eindigt met een visie op leiderschap en de beschrijving van vier metaskills. Dreig je in een van de volgende patronen terecht te komen (vechten, vluchten of bevriezen), dan kunnen de metaskills (vertragen, open blijven staan, benoemen wat er is, het niet durven weten je helpen je hoofd boven water te houden.
Grondslag
Organisatiekunst is vooral door de vele cases die tussendoor in het boek aan de orde komen een pragmatisch zelfhulpboek voor iedere manager en leidinggevende die in de klem zit of daarin dreigt te komen. Het biedt kader, inzichten, handvaten en structuur om in de dagelijkse chaos en het tumult het hoofd koel te houden. Veel zal echter afhangen van hoe de manager of leidinggevende zelf in de wedstrijd zit en over welke competenties hij of zij beschikt om het onderzoek waartoe De Muralt en Dechesne oproepen tot een goed einde te brengen. Wat daarbij niet helpt is dat zij er in het erg summiere hoofdstuk 1 vanuit gaan dat aan de manier van kijken (bij organisatiekunst) enkele ‘natuurwetten’ ten grondslag liggen.
Die ‘natuurwetten’, die zowel gelden voor alle systemen en individuen, en dus ook voor organisaties, zijn volgens De Muralt en Dechesne: 1) alles is verbonden, 2) systemen ontwikkelen zich, 3) alles heeft een eigen levenscyclus, en 4) iedere organisatie is anders. Maar dit zijn geen onveranderlijke ‘natuurwetten’, zelfs geen ‘wetten’ die door mensen niet meer kunnen worden veranderd. Dit zijn hooguit postulaten of axioma’s. Een als grondslag voor de organisatiekunst aanvaarde bewering.
Wat mij betreft had aan hoofdstuk 1 wat meer aandacht mogen worden besteed. Hier wordt te gemakkelijk iets als ‘wet’ verheven (en het denken stopgezet) wat hooguit kan worden gezien als een fundamenteel beginsel of uitgangspunt. Hetzelfde geldt voor de bewering van De Muralt en Dechesne waarin ze hun aanpak plaatsen in het kader van paradigmaverschuivingen uit voorgaande tijdperken en het huidige tijdperk. In beide gevallen (natuurwetten en paradigmashift) wordt wel een erg grote broek aangetrokken. Voor de rest overigens niets dan lof over de aanpak die ze aanreiken.
Robert de Muralt en Marie-Louise Dechesne, Organisatiekunst. Van controle naar vertrouwen in de publieke sector’, S2uitgevers, Baarn, 173 pagina’s.
Geef een reactie