Is de razendsnelle opmars van de zogenaamde generatieve Artificial Intelligence (AI) de opmaat naar de lang verwachte gamechanger op de arbeidsmarkt? Het is nog te vroeg om daar met 100 procent zekerheid iets over te zeggen. Maar vanuit de idee ‘beter goed voorbereid, dan later spijt’ zullen we zeker moeten nadenken over de vraag hoe logisch en houdbaar de koppeling tussen werk en inkomen, in het licht van die dreigende gamechanger, nog is?
Generatieve AI duidt op een ontwikkeling in de reeds langer bestaande AI-technieken, waarbij voor het eerst nieuwe content kan worden gecreëerd. De eerste voorbeelden daarvan zijn de creatie van afbeeldingen, video’s, audio en tekst. Meer algemeen beoogt generatieve AI het menselijk brein, met z’n interactie tussen de biljoenen zenuwcellen, te imiteren. En daarmee wordt volgens experts de weg geopend naar een toekomst waarin de mens, met zijn, tot nog toe, unieke vermogen om te creëren en beslissingen te nemen, moet gaan wedijveren met de computer.
Potentieel gevaar
Lange tijd is AI vooral beschouwd als een potentieel gevaar voor de werkenden in de laagste inkomenscategorieën. Robotisering en automatisering zouden deze werknemers op den duur overbodig maken. De tweede generatie AI, die wordt aangeduid met de term ‘generatieve AI’ vormt daarentegen vooral een bedreiging voor de hoger opgeleiden, ook wel ‘kenniswerkers’ genoemd.[1]
Velen zullen die ontwikkeling met de nodige scepsis gadeslaan. Maar de realiteit is dat technologische ontwikkelingen wel vertraagd, maar echt niet kunnen worden gestopt. We kunnen dus maar beter met de nodige nuchterheid de ontwikkelingen tegemoet treden en door middel van wetgeving, bij voorkeur in Europees verband, of nog liever samen met alle ontwikkelde landen, ingrijpen waar nodig.
Yuval Harari[2] was er in zijn bestseller 21 Lessen voor de 21ste Eeuw duidelijk over. Mensen hebben volgens hem twee soorten vaardigheden: fysieke en cognitieve vaardigheden. Toen de fysieke arbeid in de agrarische en industriële sector werd geautomatiseerd, verschenen er veel nieuwe banen in de dienstensector, die vooral appelleerden aan de cognitieve vaardigheden van de mens, zoals leren, analyseren, communiceren en het begrijpen van menselijke emoties. Het gevaar bestaat, aldus Harari, dat generatieve AI mensen ook in steeds meer van díe vaardigheden voorbij zal streven. Wat blijft er dan nog over? Er bestaat immers geen derde werkterrein waarin mensen de machines altijd voor zullen blijven.
‘De tweede generatie AI vormt vooral een bedreiging voor de hoger opgeleiden’
Volgens een recent rapport van Goldman Sachs[3] zouden AI-toepassingen tenminste twee derde van alle banen qua inhoud substantieel veranderen en zal een kwart van alle banen, dat zijn er circa 300 miljoen, wereldwijd verdwijnen. De productiviteit zou daarentegen substantieel toenemen met een percentage per jaar, dat tot circa 2040 zou kunnen oplopen tot ruim 3 procent per jaar. Dat zijn percentages die wij ons slechts kunnen heugen uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw.[4]
Macro-economische perspectief
Vanuit macro-economisch perspectief zou AI een zegen genoemd kunnen worden. De gemiddelde economische groei in de westerse landen blijft immers al ruim een decennium structureel achter bij de groei van de economie tijdens de twee decennia daarvoor. Hiervoor worden in de wetenschap diverse verklaringen aangevoerd, waarvan als belangrijkste oorzaak een verschuiving van de industrie naar de dienstensector genoemd wordt, waar minder productiviteitswinst te boeken is. Maar ook de veroudering van de gemiddelde beroepsbevolking en als gevolg daarvan de ontstane krapte op de arbeidsmarkt. AI kan die tekorten volgens onderzoek van PricewaterhouseCoopers (PWC) in principe ruimschoots compenseren.[5] Maar of A.I. daadwerkelijk geadopteerd wordt is afhankelijk van de AI-exposure van de sector. Voor de informatie- en communicatiesector, de financiële sector, het onderwijs, de gespecialiseerde dienstverlening (bijvoorbeeld advocatuur en rechterlijke macht) en het openbaar bestuur loopt die AI-exposure volgens PWC op tot maar liefst 75 procent.
Utopie
Ter relativering zou je kunnen stellen dat, waar A.I. arbeidsplaatsen doet verdwijnen, er weer nieuwe beroepen zullen bijkomen. Dat leert de geschiedenis ons immers. Maar dat zullen dan wel beroepen moeten zijn die geen of veel minder AI- exposure hebben en passen binnen een circulaire economie, dus met focus op duurzaamheid. Dat zou natuurlijk fantastisch zijn, maar de hoop daarop lijkt eerder utopie dan realiteit.
Heel treffend zegt Erik Gandini in zijn bekroonde documentaire After Work dat ‘nu automatisering en kunstmatige intelligentie de menselijke capaciteiten te boven gaan, en we steeds meer vervangbaar zijn, we gedwongen worden de rol die werk in ons leven speelt te heroverwegen’.[6]
We zullen de realiteit onder ogen moeten zien en beseffen dat de toekomst met zoveel onzekerheden omgeven is, dat het van realiteitszin getuigt als we binnen de samenleving en politiek diepgaand gaan reflecteren over de vraag in hoeverre werk en inkomen nog langer aan elkaar gekoppeld kunnen blijven?
‘We zullen de realiteit onder ogen moeten zien en beseffen dat de toekomst met zoveel onzekerheden omgeven is’
Er bestaat al een te grote kloof tussen arm en rijk, vele honderdduizenden mensen, met of zonder betaalde baan, leven in ons land onder de armoedegrens, circa 40 procent van de werkenden werkt al zonder vast arbeidscontract, etc. Hoeveel onzekerheden kunnen we als samenleving er nog bij hebben en hoe groot wordt de kans dat ‘het lijntje’ anders breekt?
De financiële voordelen van de AI-ontwikkelingen zullen, vooral bij de grote tech-bedrijven, tot enorme winstexplosies leiden, waarvan het voor de hand ligt dat, met die vele extra miljarden, diegenen die hierdoor hun baan verliezen, gecompenseerd moeten worden.
Inkomensgarantie
Concreet betekent dit dat aan invoering van een inkomensgarantie in de vorm van een universeel en onvoorwaardelijk basisinkomen niet meer valt te ontkomen. Deze conclusie trok ook de Democratische presidentskandidaat voor de verkiezingen in de Verenigde Staten van Amerika in 2020, Andrew Young, in zijn boek Jouw baan gaat verdwijnen en dit is de oplossing. [7] De bestaanszekerheid van vele miljarden mensen wereldwijd nog meer op de proef stellen is onverantwoord en leidt onvermijdelijk tot een revolutie.
Het ligt derhalve voor de hand dat in de nabije toekomst het hebben van een betaalde baan geen voorwaarde meer kan zijn om in het eigen onderhoud te voorzien. De mens is niet per sé geschapen om te werken, maar om zich op een maatschappelijk verantwoorde wijze te ontwikkelen en zich te ontplooien. Dat kan op velerlei manieren, zoals met studie, kunst en literatuur, maar evengoed met het verrichten van mantelzorg en vrijwilligerswerk, en zo bijdragen aan een inclusieve samenleving. Betaald werk verrichten zou een vrije keuze moeten zijn.
Juist omdat onze toekomst met zoveel onzekerheden omgeven is, deel ik de conclusie van historicus en filosoof Harari[8], dat de politiek op de toekomst moet anticiperen, door nieuwe sociale en economische modellen te ontwikkelen, die niet meer op arbeid zijn gestoeld.
Voetnoten
[1] Rapport McKinsey; Economic Potential of Generative A.I., 14 juni 2023.
[2] Harari, Y. 21 lessen voor de 21ste eeuw, uitgever Thomas Rap, Amsterdam, 2018.
[3] Goldman Sachs, The Potentially Large Effects of Artificial Intelligence on Economic Growth, 26 maart 2023.
[4] De Beer,P. Een halve eeuw arbeidsmarkt, Publicatie UVA/AIAS-HSI, 2018
[5] PWC, Publicatie 28 september 2023.
[6] Gandini, E. After Work. Documantaire. 2 Doc. VPRO, uitgezonden op 24 augustus 2023.
[7] Yang, A. Jouw baan gaat verdwijnen en dit is de oplossing. Bot uitgevers, 2020
[8] Harari, Y. 21 lessen voor de 21ste eeuw, uitgever Thomas Rap, Amsterdam, 2018.
Geef een reactie