De beslissing van Groot-Brittannië om uit de EU te treden heeft waarschijnlijk belangrijke gevolgen voor de lokale overheid. De effecten op de middellange termijn worden nog steeds bestudeerd maar op sommige gebieden begint de impact van een Brexit inmiddels duidelijk te worden. Dit commentaar gaat in op deze impact en wat eraan vooraf ging. Het brengt in kaart wat potentiële obstakels zijn en welke kansen er liggen voor de lokale overheid in het Verenigd Koninkrijk (VK).
Een referendum over het Britse lidmaatschap van de EU is niet per se een wens van de Britse burgers geweest. Veel meer was het een tactische poging van onze ex-premier, David Cameron, om een groot deel van zijn eigen partij en de rechtse media het zwijgen op te leggen. President Obama en vele anderen hebben Cameron gewaarschuwd dat de uitkomst van het referendum onvoorspelbaar was, maar hij heeft hun goedbedoelde advies steeds in de wind geslagen. Zo hoopte hij de opkomst van UKIP te stuiten, een nieuwe, anti-Europese, politieke partij waaraan de Conservatieve Partij bij de nationale verkiezingen kiezers dreigde kwijt te raken.
‘De Leave-campagne wist met succes de angst, weerzin en boosheid van miljoenen Britten aan te boren’
De uitkomst van het referendum geeft dan ook niet het verlangen van burgers naar een Brexit weer. Het gaat om andere zaken, waarover ze zich veel meer zorgen maken dan de positie van Groot-Brittannië binnen de EU. De Leave-campagne is erin geslaagd de pijn, angst, weerzin en boosheid van miljoenen Britten aan te boren die vinden dat het leven in de 21e eeuw aan hun voorbij gaat. Het legt bij hen een sterk gevoel van marginalisatie en economische onzekerheid bloot die wordt versterkt door een wereld die steeds verder globaliseert. Met de uitkomst van het referendum hebben deze Britten uiting gegeven aan hun overtuiging dat zij bij het grofvuil zijn gezet. En dat politici niet geïnteresseerd zijn in hun leed of het gewoonweg niet begrijpen.
Opiniepeilingen tonen aan dat de meeste Britten het aantal migranten in hun land significant overschatten. Vooral de Engelsen hebben het gevoel door nieuwkomers onder de voet te worden gelopen en maken zich zorgen over het stijgend aantal immigranten, het effect daarvan op publieke voorzieningen als scholen en ziekenhuizen en over het verlies van nationaal zelfbewustzijn en identiteit. Het referendum was voor hen een schijnbaar eenvoudig middel om een angstige, complexe en ogenschijnlijk onoplosbare situatie het hoofd te bieden. Een typisch voorbeeld van een Britse revolutie: tegen de heersende klasse met haar onverschilligheid en onvermogen, maar zonder bloedvergieten. Ironisch genoeg zal Groot-Brittannië tijdens de langdurige onderhandelingen met de EU waarschijnlijk worden overspoeld door een golf van immigranten uit andere Europese landen en de rest van de wereld en zal vrijhandel met Europa vooral afhangen van de vraag of de Britten het principe van vrij verkeer van werknemers binnen de EU accepteren.
In shock
De seismische schokken van wat er is gebeurd worden inmiddels door iedereen gevoeld. Net als in een burgeroorlog zijn er door de uitkomst van het referendum kloven in onze gemeenschap ontstaan, kloven die zelfs familieleden en vrienden verdelen. Degenen die een stem voor Europa uitbrachten zijn in shock en rouwen om wat verloren zal gaan. Deze ‘remainers’, en zelfs sommige ‘leavers’, voelen zich nadrukkelijk benadeeld door belangrijke politici, die zelf niet eens in hun overwinning geloofden en binnen enkele dagen na het referendum hun beloften verloochenden.
‘Het herstel van gemeenschapszin en geloof in gezamenlijke actie is voor lokale bestuurders een belangrijke langetermijndoelstelling’
Degenen die voor een Brexit stemden, zijn optimistisch over een toekomst buiten de EU, hoewel er vooralsnog weinig concrete plannen zijn en de belangrijkste politici die voor een Brexit streden de benen hebben genomen. Opvallend is de duidelijke stijging in racisme en vreemdelingenhaat: het aantal hate crimes tegen landgenoten wier Britse afkomst niet meerdere generaties teruggaat is maar liefst met 20 procent toegenomen. Met name voor lokale bestuurders heeft dat gevolgen. Het herstel van gemeenschapszin en geloof in gezamenlijke actie is voor hen een belangrijke langetermijndoelstelling.
Economische consequenties
Dat veel Britten ontevreden zijn over hun situatie is niet verrassend, als je bedenkt dat slechts de rijken van het einde van de recessie hebben kunnen profiteren. Recent onderzoek laat zien dat alleen in Griekenland het reële inkomen meer is gedaald dan in Groot-Brittannië (sinds het begin van de financiële crisis in 2009). Het gemiddelde inkomen in het VK is in die periode met meer dan 10 procent gedaald. Ter vergelijking: in Polen, Duitsland en Frankrijk was er sprake van groei, respectievelijk 23, 14 en 11 procent.
Britse inkomens zijn 25 procent lager dan wanneer de economische groei in de periode 2000-2017 had doorgezet. Onze salarissen hebben zich als lemmingen in de diepte gestort en hebben voor de meeste van ons de tocht omhoog nog niet voltooid. Nu arbeid – ondanks dalende werkeloosheid – steeds minder zeker is, worden veel Britten bovendien opnieuw geconfronteerd met financiële tegenvallers. Door de Brexit zet herstel van de economie immers niet door.
Markten hebben een hekel aan onzekerheid. Sinds het referendum hebben allerlei bedrijven hun investeringsbeleid in de koelkast gezet tot de economische impact van de Brexit duidelijk is. Vooral de dienstensector en de banken worden hard geraakt door een gebrek aan vertrouwen, waardoor de Britse economie dit jaar (en misschien zelfs daarna) waarschijnlijk zal krimpen. De eerste onderzoekscijfers laten in ieder geval de scherpste daling in economische activiteit zien sinds de crisis van 2009. In de financiële sector staan ondertussen tienduizenden banen op de tocht, onder andere omdat nationale en internationale banken overwegen hun personeel in Europa te herhuisvesten. Ford Motor Company gaat zelfs nog een stapje verder en spreekt over de sluiting van fabrieken.
De Britse pond is nog nooit zo snel gedevalueerd en vermindert wellicht nog meer in waarde als de Britse economie in slow motion schiet. Verder zakt het vertrouwen van consumenten, waardoor hun bestedingen en de prijzen van high end vastgoed met 12 procent dalen, net als de verkoopcijfers met 23 procent. Volgens sommige voorspellingen kunnen deze prijzen zelfs halveren als senior bankpersoneel naar Europa verhuist en sommige bouwprojecten geen doorgang vinden. Deze effecten zullen zeker nog vijf of meer jaren voelbaar blijven, terwijl Groot-Brittannië over de Brexit onderhandelt en de jacht op nieuwe internationale handelsdeals wordt geopend.
‘De Britse pond is nog nooit zo snel gedevalueerd’
Om deze redenen staan de Bank of England en het Britse ministerie van Financiën onder toenemende druk om te voorkomen dat het VK in een recessie terecht komt. Het verlagen van de rente met 0,25 procent en kwantitatieve versoepeling ter waarde van 50-60 miljard pond zullen dan ook zeker op hun lijstje van maatregelen staan, net als het verhogen van de uitgaven (op belangrijke infrastructurele projecten) en belastingverlaging later dit jaar.
Compensatie
Als lid van de EU had het VK in de periode 2014-2020 recht op ongeveer 5,3 miljard pond aan EU-subsidie. De vraag is echter hoeveel hiervan nog zal worden uitgekeerd. Dat hangt waarschijnlijk af van de datum waarop het de Europese Unie verlaat. Minder welvarende regio’s van het koninkrijk, zoals Wales, zijn afhankelijk van EU-subsidies en eisen van de Britse regering dat zij zullen worden gecompenseerd, mochten ze deze mislopen. En ook Britse boeren, die in groten getale voor een Brexit stemden, verwachten door de Britse overheid te worden gecompenseerd voor EU-geld dat aan hun neus voorbij zal gaan. Helaas zal de overheid niet zo gemakkelijk met geld strooien in een tijd dat de Britse economie niet of nauwelijks groeit.
De European Investment Bank heeft de afgelopen 10 jaar 42 miljard pond in het VK geïnvesteerd. Hoewel lidmaatschap van de EU niet noodzakelijk is, wordt het aanvragen van leningen er waarschijnlijk wel door vergemakkelijkt. Een aantal groene infrastructuurprojecten in het land krijgen hier mogelijk last van.
Decentralisaties
Ondanks toezeggingen door de centrale overheid is er door de uitslag van het referendum onzekerheid ontstaan over de toekomst van belangrijke decentralisaties. Als gevolg daarvan wil de nieuwe mayor van Londen, Sadiq Khan, dat belangrijke bevoegdheden, bijvoorbeeld op het gebied van financiën, belastingheffing, huisvesting, planning, gezondheid, veiligheid en justitie, aan Londen worden overgedragen (waar overigens het merendeel van de inwoners tegen een Brexit stemde. De eisen van Kahn vinden weerklank bij de Local Government Association (Britse tegenhanger van de VNG), die actief probeert de leegte op te vullen die door nationale politieke leiders is achtergelaten. De LGA streeft ernaar de overdracht van bevoegdheden uit te breiden naar gebieden als afvalverwerking, voedselhygiëne, luchtkwaliteit en naar de vrijheid om publieke financiën op lokaal niveau te regelen. Het is het lokaal bestuur dat de kalmte bewaart en zaken op de rails houdt, ondanks onzekerheden op centraal niveau.
Door middel van de Revenu Support Grant bemoeit de centrale overheid zich met de herverdeling van onroerendzaakbelasting (op bedrijfspanden) op lokaal niveau. Doordat deze vorm van financiering in 2020 zal worden afgeschaft, wordt het lokaal bestuur gevoeliger voor mogelijke dalingen in belastinginkomsten, terwijl de eisen aan de diensten die het moet verlenen toenemen. Deze situatie maakt het moeilijker om op langere termijn financiële plannen te maken en stimuleert lokale overheden om financiële reserves op te bouwen en te potten in plaats van te investeren.
Migranten
De uitslag van het referendum leidt ook tot langdurige onzekerheid over de huizenprijzen en de kosten van geld lenen. Bovendien daalt het aantal huiseigenaren en is er een gebrek aan betaalbaar vastgoed. De bouwindustrie is in grote mate afhankelijk van migranten. Wanneer vrij verkeer van werknemers wordt beperkt, zullen bouwkosten alleen maar stijgen. Bovendien zullen door de val van de pond de kosten van bouwmaterialen toenemen. Lokale overheden zullen zich daardoor extra in moeten spannen om hun bouwkundige plannen de komende 5 tot 10 jaar uitvoerbaar te houden.
‘Van sommige gemeentebesturen en een aantal woningbouwverenigingen is de credit rating verlaagd’
Niet alleen de bouwindustrie maar ook de gezondheids- en ouderen zorg in Groot-Brittannië is afhankelijk van werknemers uit andere Europese landen. Net als de hotel- en hospitalitybranche en de landbouwsector. In deze sectoren dreigt in de toekomst een acuut tekort aan mankracht te ontstaan, omdat autochtone Britse werknemers voor deze sectoren hun neus ophalen.
Van sommige gemeentebesturen en een aantal woningbouwverenigingen is de credit rating verlaagd. Dat heeft een negatief effect op hun kredietwaardigheid en het rentepercentage dat ze op toekomstige leningen moeten betalen.
Lokale overheden zijn verantwoordelijk voor zaken die indirect door Europese wetgeving worden geregeld. Voorbeelden zijn de verwerking van afval (inclusief recycling en terugwinning), de duurzaamheid van gebouwen en van de aanschaf van goederen en diensten en mededinging. Het merendeel van die Europese wetgeving is overgezet naar Britse wetgeving en zal dus niet automatisch worden beïnvloed wanneer het VK uit de EU stapt. Maar het VK kan na de Brexit deze wetgeving wel aanpassen en/of intrekken, bijvoorbeeld omdat het af wil van Europese bureaucratie die zogenaamd het succes van Britse bedrijven in de weg zit.
Onderhandelen
Om uit de EU te stappen moet het VK een beroep doen op Artikel 50, dat waarschijnlijk niet eerder dan volgend voorjaar in werking zal treden (Terugtrekking, met overeenstemming over de voorwaarden en geratificeerd door het Britse parlement en alle EU-lidstaten, dient vervolgens binnen twee jaar plaats te vinden). Er zijn twee belangrijke taken die de Britse regering dient te voltooien:
- het formuleren van een aanvaardbare terugtrekkingsovereenkomst (die de voorwaarden van de ‘scheiding’ regelen)
- het bereiken van overeenstemming over de toekomstige relatie tussen het VK en de EU, met inbegrip van mogelijke handelsovereenkomsten (dit duurt waarschijnlijk 5 jaar en is wellicht pas mogelijk nadat de terugtrekkingsovereenkomst is geformuleerd)
Totdat een Brexit heeft plaatsgevonden, kan het VK geen andere internationale handelsverdragen sluiten omdat het zich aan EU-wet- en regelgeving heeft te houden. Het complexe proces van terugtrekking, waarvoor overigens nog geen plan bestaat, gaat waarschijnlijk 1 miljard kosten. De nieuwe minister-president, Teresa May, laten weten te streven naar een nieuw verdrag op maat, maar de voorwaarden van zo’n verdrag zijn nog niet bekend. De houding van andere Europese landen ten opzichte van Groot-Brittannië varieert aanzienlijk. Datzelfde geldt waarschijnlijk voor hun bereidheid om het VK in de onderhandelingen tegemoet te komen.
‘Ook lokale overheden worden betrokken bij de onderhandelingen met Europa’
Na een lobby van lokale overheden heeft het Britse kabinet besloten dat zij betrokken zullen zijn bij de onderhandelingen met Europa en dat bepaalde bevoegdheden direct van de EU aan het lokaal bestuur zullen worden overgedragen. De nieuwe minister van Lokaal Bestuur heeft daarover gezegd: ‘Als we macht overdragen van de EU naar Groot- Brittannië, dan is Whitehall (Engelse rijksoverheid) volgens mij niet per definitie de bestemming. Recente brieven van Solace (de organisatie die hogere ambtenaren en senior managers in de publieke sector vertegenwoordigt) aan de nieuwe Britse regering benadrukken het belang van dit idee en bieden onze hulp aan bij het kiezen van de juiste weg vooruit.
Britse burgers die voor een Brexit hebben gestemd zijn veelal tegen het sluiten van compromissen. Het is daardoor moeilijk voor te stellen hoe de nieuwe regering een deal kan sluiten over onze toekomstige relatie met Europa, die door de meerderheid van de Britten zal worden gesteund. Voor het lokaal bestuur betekent dat nog meer uitdagingen en ongewenste onzekerheid. Alsof de huidige transities nog niet voldoende zijn. Een ding is duidelijk: een Brexit is onafwendbaar. En dus trekken we ons gezicht in de plooi en modderen we door. Volgens de beste Britse traditie en zoals we altijd doen!
Geef een reactie