We horen er veel over, maar het lukt de overheid vaak niet om burgerparticipatie te respecteren en stimuleren, constateert Robbert Coops. De verhuizing van tweehonderd ambtenaren van het ministerie van Algemene Zaken naar het Catshuisterrein lijkt daar een treffend voorbeeld van te worden.
De mantra’s van het (nieuwe) kabinet hebben vooral te maken met transparantie, vertrouwen en verbinden. Dat is allemaal erg loffelijk, maar theorie en praktijk willen ook in dat opzicht nog wel eens schuren. Dat blijkt en blijft lastig. Niet altijd, maar soms wel.
Burgerparticipatie
Het zou in ieder geval de moeite waard moeten zijn – zo niet het heilige streven – om burgerparticipatie te respecteren en te stimuleren. Vanuit de overheid wil dat vaak niet lukken. Een kwestie van gebrek aan durf, visie of beperkende regels en jurisprudentie? Of is de overheid beducht voor politieke of financiële consequenties wanneer door serieus maatschappelijk overleg fouten, ambities en planningen worden hersteld? De onlangs aangekondigde verhuizing van tweehonderd ambtenaren van het ministerie van Algemene Zaken naar het terrein van het Catshuis dreigt een tragisch voorbeeld te worden. Die verhuizing is nodig omdat het Binnenhof grondig wordt gerestaureerd. Die renovatie is vanaf de start al omstreden. Het complexe bouwproject gaat zeker zes jaar duren en nu al is sprake van vertraging en kostenoverschrijding. Dat belooft niet veel goeds.
‘Omwonenden voelen zich buitenspel gezet’
Maar ook de consequenties van de voorgenomen verhuizing zijn kennelijk niet voldoende doordacht. En ook die beloven weinig goeds. Voor de bouw van een tijdelijk kantoorgebouw op het terrein van het Catshuis is door het Rijksvastgoedbedrijf bij de gemeente Den Haag een omgevingsvergunning aangevraagd. In dat kader volgde voor omwonenden een (digitale) informatiebijeenkomst waarin vooral werd aangegeven hoe zorgvuldig de inpassing van dit uit vijf bouwlagen bestaande kantoor – ‘een modulair en circulair systeem van geschakelde units’ – zal plaatsvinden. En op welke duurzame wijze functies zullen worden ingericht. En hoe zal worden omgegaan met het groen bij de aanleg van dertig parkeerplaatsen. Uit de ontwerpopgave blijkt echter dat nauwelijks rekening is gehouden met de huidige, historische gegroeide en kleinschalige omgeving. De inpassing van het vijf (!) verdiepingen tellende kantoorgebouw (met een hoogte van 18 meter; het steekt royaal uit boven het Catshuis)) op het landgoed met een tuin in Engelse landschapsstijl, blijkt een kansloze missie. Duidelijk is dat er bomen en groen rond het Catshuis – dat de status van groen monument heeft – moeten verdwijnen, ondanks de pogingen om de zogenaamde groenwaarde van het gebied overeind te houden.
Maar niet alleen dat. Ook de status van de Haagse wijk Zorgvliet, waarin het Catshuis ligt, als beschermd stadsgebied wordt door deze plannen geweld aangedaan. Dat gebeurde tien jaar geleden ook al toen de gemeente Den Haag samen met de toenmalige Rijksdienst voor het Vastgoed en met op de achtergrond de Europese Commissie de nieuwbouw van Eurojust ondanks vele protesten, bezwaren en alternatieven er doordrukte.
Omwonenden buitenspel
Ondanks het feit dat de informatie uit de vergunningaanvraag deels niet openbaar kan worden gemaakt vanwege de veiligheid van informatiesystemen en de daar werkzame ambtenaren – vooral medewerkers van de Rijksvoorlichtingsdienst – hebben de stichting Wijkoverleg Zorgvliet, Vrienden van Den Haag, Bomenstichting en S.O.S. Den Haag formeel bezwaar aangetekend tegen de tijdelijke huisvesting en tegen de procedurele gang van zaken. Ook in de gemeenteraad zijn inmiddels enkele (oppositie)partijen wakker geschud door de aandacht in de media. Het is te hopen dat het college van B&W van Den Haag de omgevingsvergunning niet goedkeurt (de hier gevreesde marginale toetsing), niet alleen op procedurele gronden maar ook omdat er voldoende alternatieven bestaan. Zo staat er tegenover het Catshuis een kantoorgebouw (inclusief ondergrondse parkeerruimte) te huur. Dat lijkt in financieel opzicht goedkoper en duurzamer (hergebruik) dan de huidige nieuwbouwplannen. Maar volgens het Rijksvastgoedbedrijf zou het vanwege de veiligheidsmaatregelen – die niet openbaar mogen worden gemaakt zijn – te duur zijn. Tsja, dat is lastig discussiëren of procederen.
‘De overheid wil stevige controle houden over de eigen planning zonder zich veel aan te trekken van opvattingen van derden’
Omwonenden voelen zich opnieuw buitenspel gezet. Omdat de bouw al dit najaar moet starten is bij het verantwoordelijke ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties sprake van haast. In de informatiebijeenkomst werd duidelijk dat er geen ruimte en tijd bestaat om te komen met alternatieven of wijzigingen voor het uitgewerkte plan. De op het Binnenhof zo veel geprezen transparantie is hier ver te zoeken. Alleen al daardoor ontbreekt het aan vertrouwen. Kennelijk is men bang voor kritiek, vertraging of juridische problemen. Kennelijk wil de overheid stevig controle houden over de eigen planning en randvoorwaarden zonder zich al te veel aan te trekken van ideeën of opvattingen van derden. Alle aanbevelingen en ervaringen met co-creatie, inspraak en andere vormen van burgerparticipatie worden weer eens genegeerd. Scenario’s, alternatieven of aanpassingen van de planvorming of procedures zijn niet overwogen. Een gemiste kans.
Geef een reactie