Dit is het tweede van een serie van zes artikelen, waarin enkele overwegingen worden beschreven bij de inrichting van burgerparticipatie in een gemeente, met de gemeente als initiatiefnemer. Doel is een checklist te bieden voor de oordeelsvorming over het doel en de procesinrichting en over de te gebruiken instrumenten bij burgerparticipatie. Overigens wordt inmiddels ook gebruik gemaakt van de term overheidsparticipatie. Daarmee wil men uitdrukken dat niet de overheid maar de burger centraal staat.
Serie
Voor het eerste artikel in deze zesdelige serie, klikt u hier.
De fysieke en de virtuele wereld hebben beide voor- en nadelen. Het is nuttig om die te combineren in een aanpak burgerparticipatie, bij vraagstukken waar het de bedoeling is om samen tot een idee, alternatieve ideeën of een besluit te komen. Met een combinatie van de fysieke wereld, elkaar ontmoeten, met de virtuele wereld, sociale media, kan je zoveel mogelijk mensen betrekken op een manier die hen past.
De combinatie biedt comfort en gemak aan burgers om inbreng te leveren door actief mee te doen en/of inbreng te leveren en de uitwisseling te blijven volgen ‘uit de leunstoel thuis’ of tijdens de pauze op het werk. Het biedt ook een betere kwaliteit. Immers:
- discussies in grote groepen worden regelmatig overheerst door enkelen. Tenzij je er veel tijd voor uittrekt zodat er gestapeld kan worden: in kleine groepen starten, gaandeweg naar grotere tot er in de hele groep enkele ideeën plenair besproken worden. Wees speels in de opzet[1]. Stemmen bij een discussie? Gebruik stemtools zoals Socrative, Mentimeter of GoSoapBox.
- niet veel mensen zijn bereid om regelmatig pro deo overdag (werk) of ‘s avonds en het weekeinde (privé leven) ideeën te ontwikkelen voor het gemeenschappelijk belang.
- online discussies kunnen gevoerd worden uit ‘de leunstoel’ of tijdens een pauze, rijdend in de trein of bus. Het heeft ook beperkingen omdat communicatie meer is dan tekst.
- de dynamiek in een bijeenkomst is niet te vergelijken met de dynamiek in virtuele groep, een chat. Dat laatste is vergelijkbaar met een landschapsfoto. Die vangt zelden alles wat je ziet.
In een groep hou je overzicht op een diverse inbreng. Je bent er bij, vangt het op. Ook als het wat door elkaar heen gaat en er soms terug wordt gegrepen op inbreng van enkele minuten geleden. Dat is veel moeilijker in een online groep, zeker als je daar een tijdje uit bent geweest. Hét voorbeeld is de WhatsApp. Dat geeft berichten achter elkaar, waarvan sommige reageren op een bericht dat al weer tien berichten terug staat. Wie houdt dat nog bij? Het is weinig overzichtelijk.
De combinatie fysiek<>virtueel is, kortom, van belang in alle gevallen van burgerparticipatie, van een éénduidige (want overzichtelijke vraag met een kleine doelgroep) tot een meerduidige (want een open vraag met veel aspecten en een breed bereik). Twee voorbeelden.
Amstelveen
In de gemeente Amstelveen is de burgers via een online enquête hun mening gevraagd over de te realiseren fietsburg bij de A9. Men kreeg vier mogelijkheden voorgelegd (zie foto), waaruit men kon kiezen (meebeslissen). Volgens wethouder Raat was de uitslag van de stemming bindend en speelde de gemeenteraad daar geen rol meer in […] Hij vertelde dat in het belevingscentrum Inzicht aan het Stadsplein veel meer mensen komen dan voorheen, omdat zij hun mening kunnen geven over iets. [2]. Meer dan 12000 bewoners hebben gestemd, 77 procent op het gekozen alternatief. Bewoners zijn uitgenodigd met een unieke code, waardoor gewaarborgd was dat de bewoners kiezen. Stemmen kon fysiek (post) en virtueel (online media).
In dit voorbeeld is een ontmoeting niet persé nodig, hooguit om informatie te verschaffen over de alternatieven en eventuele vragen te beantwoorden. In dit geval konden bewoners naar het belevingscentrum rond de A9 en de Amstelveenlijn op het Stadsplein om hun vragen te stellen.
Aalsmeer
In de gemeente Aalsmeer zijn er diverse ontmoetingen georganiseerd met burgers om te spreken over de nabije toekomst (‘Aalsmeer Inzicht’). Aalsmeer Inzicht maakt veel gebruik van social media, bijvoorbeeld door voorafgaand aan de bijeenkomsten stellingen te posten op FB om zo input op te halen. De ontmoetingen zijn vooraf online gepubliceerd via diverse kanalen met een centrale en overzichtelijke website (http://www.aalsmeerinzicht.nl), waarop alle informatie rond deze burgerparticipatie te vinden is. Er is vooral beeldtaal gebruikt voor de communicatie over het onderwerp, onder andere filmpjes met een inleiding door politici en deskundigen en straatinterviews met burgers rond het onderwerp. Als je een keer op een bijeenkomst bent geweest, wordt je via mail op de hoogte gehouden van de resultaten door een één-pagina-infographic en een leesbaar verslag, en van volgende ontmoetingen. Het resultaat wordt gebruikt voor de ontwikkeling van een visie op de verdere ontwikkeling van Aalsmeer. Het is een raadpleging.
Beide voorbeelden zijn overzichtelijke trajecten. Het eerste is éénduidige burgerparticipatie, leidend tot een bindend resultaat; het tweede is meerduidige burgerparticipatie waarbij online tools ingezet zijn voor de éénrichtingscommunicatie over en als ‘magazine’ van bijeenkomsten en resultaten. Beide vereisen een gedegen voorbereiding, een goede uitvoering en voldoende deelname van burgers om credible te zijn.
In het volgende artikel wordt beschreven de mogelijke rollen en verantwoordelijkheden van gemeente en burger, de toezichthouder en de procesregisseur burgerparticipatie.
Footnotes
- [1] Zie bv http://www.werkvormen.info/home en http://www.snro-instituut.nl/userfiles/activerende-werkvormen_UMCUtrecht.pdf.
- [2] ‘Gemeenteraad buiten spel bij fietsbrug’; 2017 11 10; Johan Bos; http://amstelveen.blog.nl/politiek/2017/11/10/fietsbrug-a9-al-10-000-stemmers. Zie ook: Rijkswaterstaat: https://bezoekerscentrum.rijkswaterstaat.nl/SchipholAmsterdamAlmere/news/amstelveners-kiezen-vier-ontwerpen-fietsbrug-a9/#.WkI7MVSdWb8
Geef een reactie