Hoewel het boek van Koen Klokgieters vooral de private sector behandelt, kan het ook voor overheidsmanagers op zoek naar creatieve oplossingen voor innovatievraagstukken een eye-opener zijn, constateert Robbert Coops.
Koen Klokgieters is geen ambtenaar. Hij heeft (internationale) ervaring op het gebied van strategie, innovatie en ondernemerschap. In 2013 richtte hij zijn eigen bureau – InnoPlot – op, dat klanten helpt complexe innovatievraagstukken op te lossen. Zijn theoretische opvattingen gecombineerd met zijn persoonlijke ervaringen in de adviespraktijk heeft hij nu geboekstaafd in het boek Innovatie paradoxen.
Multi-dimensionele innovatie
Het is een boeiend boek waarin hij twaalf fundamentele tegenstellingen identificeert en schetst, maar waarin de publieke sector die toch ook voortdurend te maken heeft met innovatie nauwelijks genoemd wordt (met als uitzondering de samenwerkingsvorm van publiek-private samenwerking). Centraal staan bedrijven als DSM, Avebe, BOVAG of TreNT Glasvezel die de expertise van Klokgieters en zijn collega’s gebruik(t)en om de noodzakelijke transformaties van hun organisatie en hun business te realiseren of optimaliseren. De vergelijking met de uitdagingen, waarvoor de overheid (Belastingdienst, 1,5 meter samenleving, Omgevingswet enz.) zich gesteld ziet liggen hier echter voor de hand. Een kwestie van ‘zoek en vervang’? Of is dat te makkelijk?
‘In de praktijk blijken managers en bestuurders wat moeite te hebben met een open dialoog’
Innovatie is – in de opvattingen van Klokgieters – een multi-dimensioneel domein. “Alle dimensies van een organisatie, van strategie tot en met operationele uitvoering, kennen complexiteit. Alle dimensies kunnen daarmee kandidaat worden voor innovatie. Het denken in paradoxen komt dus niet uitsluitend van pas bij de strategische dimensie maar bij alle dimensie van een organisatie”. En: “Innoveren betekent dat je dingen doet die je nog niet eerder hebt gedaan en waarvan de uitkomsten onzeker en mogelijk onveilig zijn”. Het zijn herkenbare (uitgangs-)situaties die het spanningsveld tussen vrijheid enerzijds en veiligheid anderzijds schetsen. Het zoeken naar en vinden van een hybride oplossing voor schijnbaar tegenstrijdige perspectieven op een complex vraagstuk vereist in ieder geval een open dialoog. Maar in de praktijk blijken bestuurders en managers daar nog wel wat moeite mee te hebben. Dat maakt het realiseren van een innovatiesynthese onnodig ingewikkeld. Een programma dat tot doel heeft een duurzame, innovatieve verandering in een organisatie te realiseren is zonder een expliciet commitment van stakeholders eigenlijk uitgesloten. Dat leidt tot frustraties en onbegrip, iets dat ook de overheid niet vreemd is.
Eye-opener
Het boek van Klokgieters innoveert in feite innovatiemanagement. “Er zijn geen standaard recepten, maar wel standaard lenzen, waarmee de lezer zelf aan de slag moet gaan om tot een eigen aanpak te komen”, aldus hoogleraar Ron Meyer in zijn complimenteuze voorwoord. Er is dan weliswaar geen vaste route, maar er bestaat wel degelijk een manier om met schijnbare tegenstellingen om te gaan. “Het oplossen van een innovatieparadox leidt tot een synthese die, als het goed is, samen met alle stakeholders is ontwikkeld en daarmee ook breed gedragen wordt tijdens de implementatie”. Kortom, ook voor overheidsmanagers op zoek naar creatieve oplossingen voor innovatievraagstukken kan dit deels instrumentele boek een eye-opener zijn.
*Koen Klokgieters (2020): Innovatie paradoxen; innovatiesynthese als oplossing voor complexe innovatievraagstukken, 191 blz., isbn 9789492522030, uitgeverij www.groupmapping.org, Amsterdam
Geef een reactie