Wat kun je als ambtenaar nu echt doen als je het smart city-gedachtegoed vorm wilt geven in je gemeente? Hoe kan een gemeente vormgeven aan de ontwikkelingen rond big data, nieuwe typen van samenwerking en ict?
Zo maar een paar vragen waarmee ik mijn onderzoek voor de master Innovation Sciences (TU Eindhoven) mee begon. Nu er een aantal jaar op conceptueel niveau gesproken wordt over de slimme stad, lijken we op een punt te zijn aangekomen dat er concreet moet worden wat de rol van de gemeente hierin is. Want dat de ‘smart city’ geen technologisch construct is, maar puur een aangrijpingspunt om efficiënter en effectiever de leefbaarheid in de stad te vergroten, heeft de discussie van de afgelopen jaren wel geleerd. Dit vraagt om handelen van lokale politiek en ambtenaren.
Leren van anderen
De ontwikkelingen rond data, ict en nieuwe vormen van samenwerking in een stad hebben alles te maken met (sociale) innovatie. Om het brede onderwerp van ‘smart city’ af te bakenen heb ik daarom gekeken naar innovatieprocessen binnen gemeentelijke organisaties waarbij met behulp van data nieuwe of verbeterde diensten ontwikkeld werden, zogenoemde data-gedreven publieke diensten. Zoals bijvoorbeeld met de Energieatlas in Rotterdam, de Straatkubus in Almere of Positive Drive in Breda. Nu is publieke innovatie vaak ad hoc. Echter, het is van belang om het innovatiedenken te integreren in interne gemeentelijke (denk)processen; verander zelf mee met ontwikkelingen in je omgeving!
‘De slimme stad is geen technologisch construct’
Op veel verschillende vlakken kunnen gemeenten zelf hun diensten verbeteren en vernieuwen met behulp van data. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om interne processen, datageïnformeerde beslissingen, relaties met de burger, delen van informatie met andere organisaties of het evalueren van beleid. Hierdoor kan een gemeente haar legitimiteit vergroten. Mijn onderzoek is dan ook bedoeld om gemeenteambtenaren te laten leren van anderen en hen te prikkelen zelf dit onderwerp toe te passen in hun dagelijkse werk.
Innovatiepogingen
Leren is misschien wel het belangrijkste in publieke innovatieprocessen. Er gaan namelijk genoeg dingen fout. Gebruikers van de diensten worden niet betrokken in het ontwikkelingsproces, het opschalen blijft achter, de innovatie komt niet verder dan een concept, er wordt te weinig samen opgetrokken of de structuur en cultuur van de gemeentelijke organisatie slaat alle innovatiepogingen neer. Hoe ga je hiermee om? Hoe kun je als gemeenteambtenaar de kans op succes vergroten als je een data-gedreven dienst wilt opzetten? In een volgend artikel zet ik de hoofdlijnen uiteen.
Geef een reactie