Hé Martijn,
Dank voor je bericht uit Rome. Wat bijzonder dat onze samenwerking nu letterlijk over de grens is gegaan!
De inhoud van je brief was wel wat verontrustend, en helaas herkenbaar. Binnen de overheid dénken veel mensen dat ze samenwerken, terwijl ze op z’n best afstemmen of anderen informeren. Nog zorgelijker wellicht, dat ze zich hier niet of nauwelijks van bewust lijken te zijn. Er is dus een blinde vlek, terwijl samenwerken zo belangrijk is voor de grote opgaven van Nederland.
In deze wekelijkse reeks onderzoeken Merlijn Ballieux, Martijn Jebbink en Lisette de Waard de praktijk van samenwerken aan complexe maatschappelijke opgaven. Van binnen en van buiten.
Helaas is dit niet alleen een ‘Haags’ probleem. Ook lokaal speelt het. In veel gemeenten vliegen de samenwerkingsverbanden je om de oren. Vooral in het sociaal domein wordt er in het kader van ‘opgavegericht werken’ van alle partners verwacht dat ze in de uitvoering intensief samenwerken en beleid maken rondom de burger of de cliënt. Als je bestuurder bent in een dergelijke organisatie, dan kan je bijna geen nee zeggen tegen weer een initiatief om samen te werken of beter af te stemmen. Dat zou heel gek zijn. Tegelijkertijd zie ik de worsteling van bestuurders en managers om dit in goede banen te leiden – en die worsteling zou ik, als ik in hun positie zat, waarschijnlijk zelf ook ervaren.
‘Echt samenwerken vraagt heel veel van procesvaardigheden van professionals’
Bij een aantal wijkoverleggen die ik mocht bijwonen, zag ik vooral dat professionals zich steeds opnieuw moeten voorstellen. Er zit een man of twintig en iedere maand zijn er wel vijf nieuwe gezichten. Het verloop is groot. En daarmee is het langetermijngeheugen van korte duur. Als ze dan klaar waren met het voorstelrondje, werd er naar de agenda gekeken en was de vraag: wie zou er vandaag eigenlijk voorzitten? Vrij chaotisch allemaal. En als er dan uiteindelijk een agendapunt werd besproken, hoorde ik iedereen eigenlijk vooral vertellen wat zij doen vanuit hun organisatie.
Dit heeft, zoals jij ook aangaf, weinig te maken met echt samenwerken. Het gaat vooral over elkaar kennen en weten wat iedereen doet. Het is niet dat daar geen waarde in zit. Maar het is ook niet echt samenwerken aan een opgave. Natuurlijk gebeurt er buiten zo’n overleg van alles in één-op-één gesprekken. Maar dat is minder zichtbaar en hoe ver die samenwerking gaat lijkt ook meer van de relatie of het toeval af te hangen.
Echt samenwerken vraagt heel veel van procesvaardigheden van professionals. Tijdens het overleg maar ook in de voorbereiding en opvolging. De betekenis die mensen geven aan samenwerking gebeurt nu veelal ‘onder water’. We zijn nauwelijks in staat om dat bespreekbaar te maken. En daardoor blijven we in rondjes draaien en vooral ‘ons eigen ding doen’.
Mijn advies zou daarom zijn om bij de bemensing van grote opgaven, waarbij mensen vanuit verschillende organisaties of afdelingen moeten samenwerken, minder te selecteren op inhoudelijke ervaring of affiniteit met het onderwerp. En meer op procesvaardigheden en een onderzoekende houding.
Ik ben benieuwd Martijn, wat er bij de Italiaanse koffiemachines wordt besproken over samenwerking.
Spreek je snel weer!
Groet, Merlijn.
Geef een reactie