De huidige technologiegolf met big data, het internet of things, kunstmatige intelligentie en robotisering betekent een transformatie van jewelste. Op alle vlakken ondergaat de bestaande maatschappelijke en economische orde veranderingen. Niet voor niks heeft het World Economic Forum, het informeel platform van leiders uit de politiek, het bedrijfsleven en de wetenschap, in 2016 een nieuwe industriële revolutie aangekondigd, die wordt aangejaagd door eerder genoemde technologieën. Aan het openbaar bestuur de belangrijke taak om aan deze digitale transitie richting en sturing te geven. Een dringende oproep hiertoe is eind vorig jaar gedaan door het Rathenau Instituut met hun zeer lezenswaardige advies: Opwaarderen, borgen van publieke waarden in de digitale samenleving. Inmiddels dringt de boodschap langzaamaan door binnen de bestuurlijke geledingen.
‘In de verkiezingsprogramma’s is er geen enkele partij die de digitale transitie in zijn programma heeft opgenomen’
Na de recente verkiezingen ligt er voor het lokaal bestuur een mooie kans om de handschoen op te pakken en dit onderwerp binnen de nieuwe colleges en hun programma’s te adresseren. Deze digitale revolutie raakt de gemeente en haar bestuur namelijk op verschillende manieren. Om er een paar te noemen:
- Steden ontwikkelen zich steeds meer tot Smart Cities, door de toepassing van slimme technologie in de fysieke infrastructuur, zoals sensoren en het internet of things. Private bedrijven spelen daarbij een belangrijke rol spelen en verzamelen in toenemende mate grote hoeveelheden data over de stad. De vraag is: van wie zijn die data, en hoe profiteren burgers zelf, maar ook het gemeentelijk beleid, van deze data? Dat vraagt om regels en afspraken, die er nu niet zijn.
- De digitale economie zorgt voor spanning met bestaande bedrijvigheid. Platforms als Uber en Thuisbezorgd doen bestaande taxichauffeurs en koeriersdiensten concurrentie aan, terwijl online webshops klanten weghouden uit de traditionele winkelgebieden. De gemeente moet een visie hebben op deze ontwikkeling en beleid ontwikkelen om bijvoorbeeld leegstand te voorkomen en lokale winkeliers te helpen bij een online strategie.
- Nieuwe technologie kan bouwen, vervoer, zorg, onderwijs, veiligheid aanzienlijk goedkoper en beter maken. Voorbeelden: robots helpen kinderen bij het rekenen, met 3d printing wordt het bouwen van nieuwe huizen aanzienlijk goedkoper, door domotica kunnen ouderen langer zelfstandig thuis wonen, parkeersensoren zijn de basis voor betere mobiliteit in de stad etcetera etcetera. Hoe gaat de gemeente experimenteren? Welke partners zoekt ze hierbij en welke financiering is zij bereid hiervoor te reserveren?
- Hoe bereidt de gemeente haar eigen organisatie op de toekomst voor? Het is duidelijk dat er banen zullen verdwijnen, maar ook nieuwe zullen verschijnen. Zeker in de administratieve sfeer zullen er forse mutaties optreden bij gemeenten. Daarnaast zal binnen bestaand werk, van hoog tot laag, technologie worden toegepast. Denk aan de accountant of de rechter die krijgt te maken, maar ook de parkeerwachter en de chauffeur op de vuilniswagen die door sensordata gestuurd op pad gaat. Hoe vindt de noodzakelijke sociale innovatie plaats? Hoe gaan gemeenten deze uitdaging op het gebied van om- en bijscholing aan? Welke randvoorwaarden zijn nodig in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer?
De eerlijkheid gebied te zeggen dat de voortekenen niet gunstig zijn. In de verkiezingsprogramma’s is er geen enkele partij die de digitale transitie in zijn programma heeft opgenomen. Met uitzondering van de Piratenpartij, maar die deed alleen mee in Amsterdam en Utrecht. Zelfs een digital native partij als D66 blijkt, als het programma voor Den Haag erop wordt nagelezen, zich te beperken tot ‘klassieke’ thema’s als privacy, cybersecurity en dienstverlening. Blijkbaar hebben lokale politieke partijen nog onvoldoende beeld bij de veranderingen die de komende digitale golf teweeg brengt.
Ook op sectoraal en bovensectoraal niveau slecht nieuws tot nu toe. Men leze de agenda van het InterBestuurlijkProgramma (IBP), het kader voor de aanstaande samenwerking tussen het rijk en de decentrale overheden. Geen woord over de digitale transitie, terwijl deze juist vraagt om een aantal (boven)sectorale kaders en landelijk coördinatie. Naast kaders die nodig zijn voor de digitale transitie, biedt diezelfde transitie ook oplossingen voor veel van de vraagstukken die wel op de IBP agenda staan, zoals de schuldenproblematiek, ondersteuning van ouderen, het klimaat, en economische stimulering.
Tegenover deze kritische observaties staan talloze praktijkexperimenten die op dit moment binnen gemeenten plaatsvinden, onder de noemer ‘living labs’. Het gaat hier om een gevarieerd pallet aan proeven met nieuwe technologie: van crowd control op Stratums Eind, tot slimme lantarenpalen in Scheveningen, sensorgestuurde containers in Rotterdam, en slimme pleinen in Roozendaal. Deze experimenten laten zien dat de digitale transitie al volop aan de gang is. Dat gebeurt nu echter vooral vanuit de verschillende beleidssilo’s van de gemeente, en niet vanuit een overkoepelende gemeentelijke visie en strategie, die ook aandacht heeft voor algemene publieke waarden.
De nieuwe dames en heren wethouders hebben de kans om deze omissie weg te poetsen. Ook benieuwd wie de nieuwe wethouder Digitale transitie in uw gemeente wordt?
Geef een reactie