Het politieke en maatschappelijke debat over het raadgevend referendum mag geen eindpunt zijn van het gesprek over hoe we mensen bij politiek en democratie kunnen betrekken. Het kabinet en de partijen in het parlement dienen te blijven zoeken naar manieren om mensen invloed te geven op belangrijke beslissingen die hun leven raken. Daarvoor pleit de Raad voor het Openbaar Bestuur in zijn signalement Over referenda en andere vormen van burgerparticipatie op nationaal niveau dat vorige week is uitgebracht.
De door dit kabinet voorgenomen intrekking van de Wet op het raadgevend referendum was voor de raad aanleiding om een signalement op te stellen over het referendum en andere mogelijke vormen om mensen bij politiek en democratie te betrekken. Met dit signalement wil de ROB laten zien dat er verschillende vormen van referenda zijn.
In zijn signalement licht de ROB drie andere mogelijkheden uit voor het organiseren van burgerbetrokkenheid, namelijk: burgerfora, internetconsultatie en het burgerinitiatief. Hiermee laat de ROB zien dat er naast referenda ook andere manieren zijn om mensen bij politiek en democratie te betrekken.
Burgerbetrokkenheid
Met een nationaal burgerforum – een door de regering of het parlement geselecteerde groep van burgers die een publiek thema bespreken en daarover adviseren – heeft Nederland weinig ervaring. Het door de regering ingestelde Burgerforum kiesstelsel uit 2006 kreeg pas in 2017 een zeker vervolg met de zogenaamde V-100; een door de Tweede Kamer geselecteerde groep van 100 burgers die debatteren en vragen stellen over de jaarverslagen van ministeries. Nadelen van burgerfora, zoals het beperkte bereik en de vaak gebrekkige representativiteit, kunnen worden tegengegaan door adviezen van een burgerforum in een referendum aan de hele bevolking voor te leggen, zoals in Ierland in mei 2018 gebeurd is rond de abortuswetgeving.
‘Er zijn verschillende vormen van referenda mogelijk’
Internetconsultatie biedt burgers de mogelijkheid te reageren op wetsvoorstellen. In de praktijk maken burgers meestal weinig gebruik van deze mogelijkheid en zijn diegenen die wel participeren vooral hogeropgeleiden, belangenorganisaties en actiegroepen. Via publiekscampagnes zou de rijksoverheid internetconsultatie breder onder de aandacht moeten brengen, vooral van diegenen waarvan verwacht mag worden dat zij geraakt worden door het betreffende wetsvoorstel. En door de website internetconsultatie.nl interactief te maken kan de deliberatieve kwaliteit van het instrument een positieve impuls krijgen.
Het nationale burgerinitiatief biedt burgers sinds 2006 de mogelijkheid onderwerpen op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen. Gemiddeld zijn er sinds 2006 jaarlijks twee burgerinitiatieven ingediend. De helft daarvan werd niet ontvankelijk verklaard. De Tweede Kamer doet er goed aan kritisch te blijven kijken naar de drempels die zij opwerpt voor burgerinitiatieven.
Lokaal
Voor alle vormen van burgerparticipatie geldt dat periodieke evaluatie van het feitelijke gebruik ervan, op zijn plaats is. Een lerende overheid is een groot goed, zeker als het om de praktische invulling van de democratie gaat.
Op lokaal niveau wordt volop geëxperimenteerd en gewerkt met alternatieve vormen van democratie. Zo zijn er tussen 1990 en 2017 150 lokale referenda gehouden. De vorm varieerde. In bijna de helft van de gevallen werd een binaire ja/nee-vraag gesteld, in een derde van de gevallen werden meerdere opties geboden en een achtste van de referenda bevatte meerdere vragen. Bij het denken en debatteren over vormen van burgerparticipatie kan de nationale politiek haar voordeel doen met ervaringen op lokaal niveau.
Frank Bolder
eigenaar opiniepijlers.nl zegt
Het is goed dat de ROB zich blijft inzetten voor een grote bewonersbetrokkenheid bij de (lokale) democratie. Jammergenoeg wordt één belangrijk aspect overgeslagen. Wie het artikel leest zou de indruk kunnen krijgen dat bewoners wel zullen aanhaken bij in ieder geval een deel van de middelen die de ROB wil inzetten. Dat gaat zeker gebeuren, daar zijn veel goede voorbeelden van, maar het gaat steeds om een klein deel van de bevolking dat zal aanhaken. Dat aantal zal niet groeien omdat de overheid op een verkeerde manier contact zoekt met bewoners. De overheid stuurt vele prikkels uit om bewoners in actie te krijgen. Er zijn campagnes, bijeenkomsten, nieuwsbrieven en websites, maar in al deze gevallen wordt verwacht dat bewoners het dan vervolgens zelf wel oppakken. Dat is dus niet zo. Naar schatting 80 procent van de bewoners zal niet reageren; wellicht zal dat percentage dalen als er flink campagne wordt gevoerd of het onderwerp controversieel is. Als oorzaak hiervoor kan worden genoemd dat bewoners het wel hebben gehad met de prikkels die de overheid uitzendt om bewoners in beweging te krijgen. De toolbox zal vernieuwd moeten worden.
Met ons bedrijf hebben we goede ervaringen met het persoonlijk benaderen van mensen. In gesprekken met wijk- en dorpsbewoners is goed uit te leggen waarom het belangrijk is dat bewoners hun stem laten horen. Daar is met bewoners goed over te praten – ook over de reden waarom ze niet meedoen. Daar kan de overheid nog veel van leren. Tegelijkertijd kunnen bewoners worden aangespoord om mee te doen (versterking democratie) en kan een agenda worden samengesteld omdat bewoners de thema’s noemen die zij belangrijk vinden; zonder zo’n agenda zakt elk initiatief na een voortvarend begin meestal in elkaar. Deze benadering levert aantoonbaar meer op dan de aanpak waarvoor de overheid nu meestal kiest. Ingewikkeld is het niet. Beschouw het als een steuntje in de rug voor de bewoners, een opstapje. De goede wil is er bij de overheid om bewoners te betrekken, er is alleen een slimmere manier van communiceren en prikkelen voor nodig om daar te komen.
Theo
.. zegt
is er een rapportage? Dan een volgende keer de link meenemen. Gemak dient de mens 🙂
Er zijn meer vormen van burgerbetrokkenheid met behulp van nieuwe media. Goed om die mee te nemen.