Op dinsdag 15 maart organiseert de Vereniging voor OverheidsManagement ism the European Parliament een Reuring!Café over het draagvlak onder Europese wetgeving in de Europese lidstaten. Volgens Pieter de Jong van de Rob neemt dit draagvlak dramatisch af. Europese politici staan voor een duivels dilemma, aldus De Jong: meer democratie of meer Europese integratie?
Het aankomende Britse referendum over het lidmaatschap van de EU en dat in Nederland over het Europese Associatieverdrag met Oekraïne geven sommige EU-burgers de kans zich uit spreken over ‘Europa’. Een welkome aanvulling – zo lijkt het – op de representatieve democratie van ‘Europa’, dat bekend staat om zijn democratisch tekort. Dat tekort kent vele symptomen: lage opkomst bij verkiezingen voor het Europees Parlement, grote afstand tussen de (vaak onbekende) Europarlementariërs en burgers, ondoorgrondelijke besluitvormingsprocessen, een machtige Duits-Franse as die als dat zo uitkomt EU-regels aan de laars kan lappen, en een relatief grote invloed van niet direct gekozen instituties zoals de Europese Raad, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank. Ook de aanwezigheid van vele, vaak invloedrijke lobbyisten (alleen Volkwagen al beschikt over 317 geregistreerde lobbyisten in Brussel) draagt niet bij aan het democratisch gehalte van ‘Europa’.
‘Het grote verhaal van de founding fathers van de EU spreekt steeds minder burgers aan’
Het is dan ook niet verwonderlijk dat het vertrouwen van burgers in ‘Europa’ relatief laag is. Van de Britse en de Nederlandse burgers voelt slechts zo’n 35 procent zich gehecht aan de EU. En wanneer zij het EU-lidmaatschap een goede zaak vinden, heeft dat hoofdzakelijk economische redenen (‘belangrijk voor de economie, handel of export’). Hun huwelijk met de EU is vooral een verstandshuwelijk. Het grote verhaal van de founding fathers van de EU – nooit meer oorlog – spreekt steeds minder burgers aan, net als het verhaal van Europa als een gemeenschappelijke markt, zonder binnengrenzen.
Een boodschap die het daarentegen steeds beter doet is die van Eurosceptische politici ter linker- en ter rechterzijde van het politiek spectrum: het Europese project bedreigt de nationale identiteit en soevereiniteit van de lidstaten en tast de verworvenheden van de nationale verzorgingsstaten aan. De reële gevolgen van de Eurocrisis, de actuele vluchtelingenstroom, de gespannen relatie met Rusland, de dreiging van IS en de Europese onmacht om op al die problemen adequate en breed gedragen antwoorden te formuleren, wakkeren de Euroscepsis verder aan. Het Europese project, dat lange tijd bestond uit het streven naar een ever closer union is in een negatieve spiraal beland.
Vijf voor twaalf…
Tegen die achtergrond is het niet vreemd dat Nick Clegg, voormalig vice-premier van het Verenigd Koninkrijk en Parlementslid voor de Liberal Democrats, op 19 november 2015, op de jaarlijkse lezing van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob), betoogde dat de EU, voor het eerst in haar geschiedenis, serieus kans loopt uiteen te vallen: ‘For the First time in living memory, it is not inconceivable that the EU may unravel… Eurosceptisism is no longer solely a British phenomenon’. Eurocommissaris Frans Timmermans deelde die zorgen kort daarvoor in zijn Huis van Europalezing: ‘Dit is het voor het eerst in mijn bewuste beleving van de Europese samenwerking dat ik denk: het zou echt wel eens kunnen stranden. Dat heb ik nooit eerder gehad. Er komen zoveel dingen samen die ons als samenleving in het hart raken, dat ik het niet meer als ondenkbaar acht dat we weer de confrontatie zoeken in plaats van de samenwerking’.
‘Een meerderheid van de (Nederlandse) burgers is voor meer vormen van directe democratie’
Clegg ziet perspectief voor een Europese Unie van veiligheid en vrijheid met verschillende soorten lidmaatschappen, afgestemd op de politieke en culturele achtergronden van de lidstaten. ‘One size fits all’-lidmaatschap sluit niet aan op de grote diversiteit van de EU-lidstaten. Ook moeten duidelijke keuzes worden gemaakt: ‘Europe where necessary and national where possible’. Om te komen tot zo’n nieuwe Europese Unie van veiligheid en vrijheid zijn in de ogen van Clegg drie taken essentieel: het streng gaan bewaken van de buitengrenzen van de EU (als voorwaarde voor open binnengrenzen), betere samenwerking en het meer delen van informatie op het terrein van politie, justitie en geheime diensten, en – het belangrijkste en moeilijkste – alles op alles zetten om stabiliteit te creëren in de landen rond de Middellandse Zee.
Meer democratie
Opvallend is dat de liberaal-democraat Clegg in zijn betoog geen woord wijdt aan het democratische tekort van Europa en mogelijke manieren om daar iets aan te doen. Een meerderheid van de (Nederlandse) burgers is voor meer vormen van directe democratie en vindt referenda een geschikte mogelijkheid om besluiten te nemen over belangrijke kwesties. Bij nader inzien is het misschien wel een bewuste keuze geweest van ‘Eurofiel’ Clegg om niet te pleiten voor het referendum om burgers van EU-lidstaten meer inspraak te geven bij EU-kwesties. De Leidse politicoloog Hans Vollaard maakt in een plausibel betoog duidelijk dat meer (directe) democratie, in welke vorm dan ook, niet bijdraagt aan een sterkere band tussen de EU en de burgers van haar lidstaten. De diversiteit, fragmentatie en grootschaligheid van de EU staan volgens Vollaard in de weg aan versterking van de Europese betrokkenheid van nationale burgers via democratie, in welk vorm dan ook. Meer democratie zal eerder een splijtende kracht uitoefenen op de Europese Unie. Vollaard eindigt zijn betoog als volgt:
‘Eurosceptici weten dus wat hun te doen staat om Europese integratie af te remmen of terug te draaien: een krachtig pleidooi voor meer zeggenschap van het volk. In de bestuurlijk gefragmenteerde Europese Unie kunnen zij zo teleurstelling over gebrekkige invloed van de nationale volksstem uitlokken. Dat verschaft hun een (grotere) electorale basis om de oproep tot meer nationale zelfbeschikking kracht bij te zetten. Zeker omdat nagenoeg iedereen het abstracte ideaal van democratie onderschrijft en velen de natie nog als belangrijkste politieke gemeenschap beschouwen, zal zo’n populistische koers van eurosceptici weerklank vinden’.
Democratische, eurofiele politici staan voor een duivels dilemma: meer democratie of meer Europese integratie? Of is al met al toch sprake van een schijntegenstelling?
Bronnen
Nick Clegg, Democracy and the EU – the debate on the future of Europe, Rob-lezing 2015 (http://www.rob-rfv.nl/rob/publicaties_rob/publicatie_rob/211/Rob-lezing+2015).
SCP, Continu Onderzoek Burgerperspectieven, 2015 | 2 (http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2015/Burgerperspectieven_2015_2
Frans Timmermans, Huis van Europalezing 2015 (https://www.youtube.com/watch?v=dB4PTFm3xNM).
Hans Vollaard, ‘De splijtende kracht van democratie. Over de spanning tussen machtsfragmentatie en volkssoevereiniteit binnen de Europese Unie’, in: Raad voor het openbaar bestuur, Europa, burgerschap en democratie. Over de gespannen relatie tussen burgers en Europa en mogelijkheden om die te ontspannen, Den Haag, september 2012, p. 133-146 (http://www.rob-rfv.nl/rob/publicaties_rob/publicatie_rob/181/Europa%2C+burgerschap+en+democratie).
Geef een reactie