Vrijdag 22 november vond bij het KIVI in Den Haag een bijzondere bijeenkomst plaats: Mobility meets Philosophy. Filosofen en beleidsmakers kwamen bij elkaar om samen op zoek te gaan naar de brede betekenis van mobiliteit en te kijken hoe een andere manier van denken het mobiliteitsbeleid kan verrijken.
De bijeenkomst was georganiseerd door Platform WOW in samenwerking met onder andere CROW, de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Vijf filosofen, waaronder Denker des Vaderlands Daan Roovers, waren gevraagd om een essay te schrijven over mobiliteit. Nadat zij plenair een pitch over hun onderwerp hadden gegeven, gingen de filosofen in deelsessies met de deelnemers in gesprek. Met als doel het ophalen van verdere input en het aanscherpen van de concept-essays. Ik bezocht de deelsessie van Henk Oosterling, oud-universitair hoofddocent filosofie, over het thema mobiliteit en de inclusieve samenleving en die van Jan Hendrik Bakker, auteur, docent en journalist, over het thema mobiliteit en wonen.
Andere keuzes
De sessie van Henk Oosterling, met als titel Bewegen in het antropoceen, was niet bepaald filosofie voor dummies. Niettemin bracht zijn betoog een levendige discussie teweeg. Oosterling stelde dat onze veelal negentiende-eeuwse instituties, onze hedendaagse eenentwintigste-eeuwse vraagstukken niet meer kunnen oplossen. Om met Einstein te spreken: ‘We can’t solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them.’ Dat geldt volgens Oosterling ook voor mobiliteit. De beproefde middelen, zoals meer asfalt, werken niet meer.
Ons huidige piramide-denken (Maslow, lineair, top-down, stip op de horizon, etcetera) moet plaatsmaken voor het denken in netwerken. Binnen die netwerken vormt de mens een knooppunt. We staan met alles en iedereen in relatie, waardoor we geen individu zijn maar een intervidu. Waar het werkelijk om gaat is wat er tussen mensen gebeurt: inter-esse. Hierdoor worden nieuwe samenhangen zichtbaar en kunnen we andere keuzes maken.
Oosterling geeft een bredere betekenis aan het begrip duurzaamheid. Zijn concept ECO3 staat voor de fysieke, sociale en mentale aspecten van duurzaamheid. Fysiek heeft niet alleen te maken met milieu en klimaat, maar ook met het eigen lichaam. Bijvoorbeeld met wat je eet en hoeveel je beweegt. Sociaal betekent zorgen voor anderen en samenwerken. Mentaal tenslotte, staat voor een leven lang leren, (zelf)reflectie en kritisch denken. Op deze manier kun je ook naar mobiliteit kijken. Oosterling pleit voor een geïntegreerde aanpak waarin al die aspecten worden meegenomen.
‘We staan met alles en iedereen in relatie, waardoor we geen individu zijn maar een intervidu’
In de sessie Wonen in hypermobiele tijden stond Jan Hendrik Bakker uitgebreid stil bij de begrippen wonen en mobiliteit. Wonen definieert hij als ‘het gedurende langere tijd en op duurzame wijze verkeren met de dingen’. Wonen heeft daarom niet zozeer betrekking op een huis, maar op een plaats. Waarbij Bakker een plaats ziet als een dynamische samenhang van tijd en ruimte.
Mobiliteit is meer dan alleen het vervoer van de ene plek naar de andere. Het is ook in een open relatie staan met die andere plek. Mobiliteit hoeft volgens Bakker niet noodzakelijkerwijs fysiek te zijn. Hij spreekt daarom liever over verplaatsing. Als voorbeeld gaf hij aan dat hij zich zo had verdiept in New York door middel van literatuur en films, dat hij geen behoefte had om er daadwerkelijk naartoe te gaan. Dat leidde vervolgens tot een discussie over vragen als: moeten of willen we ons nog wel fysiek blijven verplaatsen? Wat kunnen we of willen we virtueel doen? Hoe wenselijk is dat? In hoeverre houden we een behoefte aan het aardse?
Al met al was het een interessante en leerzame middag, die voldoende stof tot verder nadenken gaf. Zelfs – of misschien wel juist – voor een ‘dummie’ zoals ik. De opbrengst van de discussies zal worden verwerkt in de definitieve essays. De essays worden gebundeld in een CROW-publicatie Mobility meets Philosophy – Filosofen agenderen Mobiliteit, die begin 2020 zal verschijnen. Ik zou zeggen: hou het in de gaten!
Geef een reactie