…maar o wee als je het doet. Hoe logisch het ook is dat in een overheidswereld, waar zoveel mensen aan het werk zijn, fouten worden gemaakt. Toch is dat ongewenst. De overheid moet het gewoon goed doen. De managementfilosofie ‘dat fouten maken mag’, gaat in de praktijk bij de overheid niet op. Fouten worden, de facto, niet geaccepteerd.
Vanaf eind 2019 plaats ik mijn observaties over Publiek Leiderschap op Platform O. Deze observaties doe ik op in mijn zoektocht naar Publiek Leiderschap. Daartoe voer ik gesprekken met sleutelpersonen binnen en buiten de overheid. Inmiddels heb ik met circa tweehonderd sleutelpersonen gesproken. Vaak individueel. Maar ook in groepen, zoals met jonge medewerkers die bij de overheid werken. Deze gesprekken zet ik om in observaties. De input is van anderen, maar het is mijn verwoording van die input. Dit is deel 16 van mijn zoektocht naar wat speelt rondom Publiek Leiderschap. Mijn verzoek is hierop te reageren. Op basis van reacties en verdere observaties kom ik tot een voorstel voor een agenda voor Publiek Leiderschap.
Dit heeft te maken met de grote gevolgen die fouten van de overheid kunnen hebben voor burgers en bedrijven en de daaropvolgende (publicitaire) aandacht die fouten krijgen. Fouten worden veelal sterk uitvergroot. Het levert als reactie grote voorzichtigheid en strakkere regels op. De ‘bandenplakwet’ gaat hier op: elk klein gaatje wordt afgedicht met een groot plakkertje; een plakkertje dat vele malen groter is dan het gaatje. Alleen om te voorkomen dat er ‘lucht’ ontsnapt. Voorkomen moet worden dat er nog een keer een dergelijke fout wordt gemaakt. Dat de kans groot is dat er andere fouten worden gemaakt is blijkbaar niet relevant.
Overheidsmedewerkers worden niet geacht fouten te maken. Zodra dat gebeurt is het land te klein. Dit gaat terug op de ‘evidentie’ dat de overheid het gewoon goed moet doen. Dat wordt als vanzelfsprekend gezien. Overheidsdiensten worden niet gebeld met een ‘dank je dat alles goed ging’. Ambtenaren krijgen geen telefoontjes van dankbare burgers. Overheidsdiensten worden daarentegen wel gebeld zodra er iets niet goed is gegaan. Wie heeft bijvoorbeeld de Sociale Verzekeringsbank of de Belastingdienst in de afgelopen jaar gebeld om te bedanken voor de goede service?
‘Fouten worden, de facto, niet geaccepteerd’
Interessant is dat daardoor de overheersende leiderschapsstijl bij de overheid is geworden, het aandacht geven aan fouten. Fouten worden sterk uitvergroot. Successen krijgen relatief weinig aandacht. Successen worden bijna nooit gevierd.
Antje Dekker
secretaris-directeur waterschap zegt
Heel herkenbaar natuurlijk. Hoe komen we uit die spiraal van fout, toezicht en extra regels, en daarna een grotere kans op nog meer fouten? Publiekelijk laten zien hoe en wat we leren van fouten, concreet en gearticuleerd, kan mogelijk helpen. En dan gaat het eerst over onze eigen fouten en vergissingen, en daarna over die waarvoor we als leiders ook verantwoordelijk zijn.
Sibolt Mulder
Beleidsmedewerker MinIenW, Duurzame Mobiliteit zegt
In dit kader is het fenomeen risico-regelreflex ook belangrijk. Ira Helsloot heeft hierover leerzame zaken geschreven. Het leert om te gaan met de vicieuze cirkel van paniek en overreageren.
Zie bijvoorbeeld:
https://crisislab.nl/wordpress/wp-content/uploads/Krachten-risico-regelreflex-beschreven-in-27-voorbeelden-MNVC-nr.3-2015.pdf
En de video: https://youtu.be/vOwajzGgY9g