De invoering van de Omgevingswet is een enorme verandering. Het is veel meer dan een nieuw, juridisch instrumentarium, want de wet vraagt om een andere, dynamische manier van werken in samenspel met een groot aantal actoren. Die complexiteit vat je niet in stappenplannen en blauwdrukken en dat moet je ook niet willen. Beter is het om de complexiteit te benutten.
Het is niet overdreven om te zeggen dat de invoering van de Omgevingswet een enorme opgave is. De Omgevingswet biedt mooie kansen om de leefomgeving echt integraal in te richten, op een manier die past bij de wensen van de samenleving. Daarvoor krijgen gemeenten veel meer lokale afwegingsruimte. Die ruimte goed benutten vraagt om afstemming met alle betrokkenen en dat is een complex werkterrein: van inwoners en ondernemers tot partners uit de domeinen van onder meer veiligheid en gezondheid.
DSO
Daarnaast hebben gemeenten een rol in het beschermen van de fysieke leefomgeving. Burgers kunnen voor alles wat met de leefomgeving te maken heeft terecht bij de gemeente. Dat vraagt nogal wat van hun dienstverlening en werkprocessen. Daar komt nog bij dat de termijnen waarin gemeenten een aanvraag voor een vergunning moeten behandelen ernstig worden verkort: van maximaal zesentwintig naar acht weken. Als er al een vergunning nodig is, want gemeenten kunnen er voor kiezen om burgers en ondernemers zonder vergunning te laten bouwen als dit in een bepaald gebied past. Het hele stelsel van informatievoorziening dat dit allemaal mogelijk moet maken, het DSO, wordt momenteel ontwikkeld en ook hiervoor moeten gemeenten investeren in hun eigen informatievoorziening en kwaliteit van gegevens. De gegevens die straks op de kaart getoond worden, moeten immers kloppen en voor iedereen begrijpelijk zijn. Een gelijke informatiepositie is een belangrijk uitgangspunt van de Omgevingswet.
‘De invoering van de Omgevingswet is ingewikkeld, die vat je niet in blauwdrukken en stappenplannen alleen’
In een serie artikelen, die onder meer verschenen op iBestuur en VNG.nl, vertellen wij vanuit het VNG-programma Invoering Omgevingswet over de impact die de invoering van deze wet heeft op verschillende functionarissen bij gemeenten. Duidelijk is dat werkelijk iedereen aan de bak moet: van raadslid tot gemeentesecretaris en van planjurist tot informatiemanager. Duidelijk is ook dat het hier gaat om een veranderkundige opgave. In die zin is de invoering van de Omgevingswet een interessante casus waarin veranderkundige inzichten over stapsgewijs ontwikkelen, anders werken, meervoudigheid en veranderen worden verbonden met de praktijk van gemeentelijke bestuurders, managers en professionals. Hoe geven zij vorm aan de invoering van de Omgevingswet? En welke veranderkundige inzichten kunnen hen daarbij helpen? Die vragen zijn het uitgangspunt van mijn essay Variëteit voor verandering.
Waardevol
Kern van dit essay en mijn zoektocht naar hoe de veranderkunde de invoering van de wet kan ondersteunen, is mijn pleidooi voor het benutten van variëteit. Het zou goed zijn om deze complexiteit, deze variëteit, te omarmen en juist te benutten om de opgave aan te gaan. En de stappenplannen, stroomschema’s en plannen aan te vullen met andere aspecten. Bijvoorbeeld door nadrukkelijk het contact te zoeken met alle partijen die betrokken zijn bij de leefomgeving en met een open houding samen met hen te zoeken naar kansen en mogelijkheden. De Omgevingswandeling, waarin ambtenaren en bestuurders letterlijk naar buiten gaan, is hier een middel voor. De interne veranderingen die nodig zijn bij gemeenten kunnen ook verrijkt en daarmee gestimuleerd worden door juist de variëteit op te zoeken. Door bijvoorbeeld met het door ons ontwikkelde Dialoogmodel samen de ambities van de Omgevingswet en de weg daar naartoe te bespreken.
‘Vanuit confrontatie ontstaan nieuwe ideeën’
Ik heb zelf de afgelopen periode mogen ervaren hoe waardevol het is om juristen en informatiekundigen, dienstverleners en beleidsmakers, directeuren omgevingsdienst met directeuren stedelijke ontwikkeling en gemeentesecretarissen met elkaar in gesprek te laten gaan over wat de Omgevingswet voor hen betekent. Verschillende manieren van kijken en werken en interpretaties van de opgave komen dan samen. Vanuit die confrontatie ontstaan nieuwe ideeën. Ideeën die niet zouden zijn ontstaan als gelijkgestemden bij elkaar waren gaan zitten. Die nieuwe ideeën en verbanden zijn hard nodig om de invoering van de Omgevingswet tot een succes te maken.
Meer weten over inzichten uit de veranderkunde en de praktijk van de invoering Omgevingswet in het essay Variëteit voor verandering: het essay leest u hier.
Geef een reactie