Van de ruim 1000 gemeenten die we in 1950 hadden zijn er nog maar 380 over. En volgend jaar nog maar 355. In dit tempo raken we de bodem – één enkele gemeente – al in 2051. Misschien gaat er op het laatste moment nog iemand op de rem staan, en krijgt de dalende lijn de vorm van een hockeystick. Dan houden we een handjevol gemeenten over. Maar die zullen een volledig ander karakter hebben. Willen we dit wel?
‘We willen eersteklas diensten, niet te duur, en wel nu meteen’
Wat verwachten we eigenlijk van gemeenten? Ik denk twee dingen. Aan de ene kant laagdrempelig lokaal bestuur, dat maatwerk levert en waarmee inwoners zich kunnen identificeren. Iets dat mensen het gevoel geeft dat ze erbij horen, dat ze gehoord worden. Erg belangrijk in een onrustige wereld die steeds verder individualiseert én globaliseert. Aan de andere kant verwachten we een slagvaardige en doelmatige uitvoering van taken die vaak een bovenlokale schaal hebben. We willen eersteklas diensten, niet te duur, en wel nu meteen.
Op het eerste gezicht lijken deze twee zaken niet goed samen te gaan. En dat gaan ze ook niet. Voor het eerste moet je klein zijn, voor het tweede groot (genoeg). Je kunt proberen dat tegelijkertijd te zijn, bijvoorbeeld door niet te herindelen maar als gemeenten intensief samen te werken. Maar door gemeentelijke samenwerking komt het bestuur ook verder van de mensen af te staan. Zelfs als je alleen bij de uitvoering samenwerkt. Immers, veel beleid zit in de uitvoering. Toch heeft samenwerking een hoge vlucht genomen: in 2005 verliep nog 8 procent van de gemeentelijke uitgaven via samenwerkingsverbanden, nu is dat meer dan 20 procent. Best veel voor organisaties waarmee niemand binding heeft, die niet democratisch worden bestuurd, en waar gemeenteraden geen vinger achter krijgen.
‘Met alle rapporten over hervorming van het binnenlands bestuur kun je de Hofvijver dempen’
Waarom proberen we eigenlijk twee dingen die niet samengaan in één bestuurslaag te persen? Dat is nergens voor nodig. Stel dat we nu – ja nu meteen, want het is zo 2051 – stoppen met gemeentelijke herindeling. Taken met een bovenlokaal niveau vertrouwen we toe aan een democratisch gekozen regiobestuur dat ook de provinciale taken uitvoert. Van die regio’s zullen we er 20 à 30 nodig hebben. Soms kunnen die het territorium krijgen van de voormalige provincies – in bijvoorbeeld Groningen, Fryslân en Zeeland zijn al samenwerkingsverbanden van die omvang. Sommige provincies kunnen worden opgesplitst. Regio’s doen het sociaal domein, economische zaken, enzovoort. Gemeenten doen wat lokaal kan en vormen een bindend element in de samenleving.
Ik weet het, met alle rapporten over hervorming van het binnenlands bestuur kun je de Hofvijver dempen. Maar nu moet er wat gebeuren. Anders zetelt er in 2051 aan het Binnenhof een gemeenteraad. De decentralisatie is dan voltooid – zelfs defensie en buitenlandse zaken kunnen dan naar de gemeente. Maar decentralisatie heeft ons dan wel een volledig gecentraliseerd bestuur gebracht.
Jaap Haenen
CIO gemeente Eindhoven zegt
Het schrikbeeld van 1 landelijke gemeente is vanuit bedrijfsvoeringsperspectief inderdaad zeer aantrekkelijk. We hebben 1 landelijke CAO, waarom zouden gemeenten daarnaast nog lokaal eigen afwijkende arbeidsvoorwaarden afspreken? Voor de inwoners? Gevolg is allerlei afwijkende systemen en veel extra kosten. Er zijn inmiddels meer samenwerkingsverbanden dan gemeenten. Blijkbaar vinden alle gemeenten ook dat het samen uitvoeren van taken noodzakelijk is om hun inwoners goed te kunnen ondersteunen.
Maarten Pieters
politiek bestuursadviseur zegt
Democratische agendering en toezicht op de samenwerking van gemeenten vraagt aandacht. Maarten Allers wijst daarbij op de groeiende besteding van publieke middelen door deze samenwerkingsverbanden. Een terecht argument lijkt me. Zijn oplossing 30 – 40 regionale besturen die ook de provinciale taken uitvoeren mist jammer genoeg een heldere onderbouwing. Dat vind ik jammer omdat zijn suggestie een open gedachtewisseling over dit thema in de weg staat. Allers ziet de bui rondom het opsplitsen van provincies zelf ook al een beetje hangen als hij aan het eind van zijn blog verzucht ‘Ik weet het, met alle rapporten over hervorming van het binnenlands bestuur kun je de Hofvijver dempen’. Wat dan wel?
In de eerste plaats lijkt me het me volslagen irreëel dat de trend van gemeentelijke herindeling zich voorzet. Al is het alleen al vanwege de behoefte van mensen om zich met de eigen gemeenten te identificeren. Gedwongen herindeling is vandaag bestuurlijk niet meer te verantwoorden. Inwoners van de Brabantse gemeente Haaren getuigen van bestuurlijk inzicht als zij kiezen voor het opdelen van de gemeente met toevoeging van de delen aan de omliggende gemeenten. Een opmerkelijke reactie op de gemeentelijke herindeling waaruit de huidige gemeente Haaren ooit ontstond. Met andere woorden Allers onderschat de flexibiliteit en het bestuurlijke inzicht van inwoners.
In de tweede plaats lijkt het me perspectiefvol om in plaats van structuur -en schaaldiscussies onze aandacht te richten op de houding en het gedrag van lokale bestuurders. In hoeverre zijn zij in staat om over de eigen gemeentegrenzen heen te kijken? Kunnen en willen zij in gesprek gaan met inwoners over de uitvoering van publieke taken in samenwerking met andere gemeenten en over de maat van lokaal ‘maatwerk’? Gezamenlijke reflectie hierop met inwoners zou wel eens tot verrassende uitkomsten kunnen leiden.
Ten derde lijkt het me goed om te kijken wat we kunnen leren van de uitkomsten van lopende experimenten en vernieuwingen om de zeggenschap van gemeenteraden bij de agendavorming en het toezicht op regionale samenwerkingsverbanden te borgen. Kennisuitwisseling en een voortdurende aandacht voor dit thema zijn hard nodig. Met zijn blog neemt Maarten Allers hiervoor verantwoordelijkheid en dat siert hem.
Lourens
Ambtenaar rijk zegt
Lokale gemeenten lijken, op de juiste schaal, wel ideaal, maar er wordt vergeten dat lokaal ook corruptie in de hand werkt. Zo willen sommige ambtenaren bij de gemeente Oud Beijerland nog wel een “gemaseerd” worden om een beslissing in het voordeel van de ondernemer te willen nemen. Doe je dit niet dan kost het je sowieso veel inkomen. De Gemeente Hoeksewaard heeft een burgemeester uit de lokale provinciale staten. Heel toevallig had deze burgemeester moeten beslissen over het plaatsen van Windmolens i.o.v. de provincie. De locatie is nu pal tussen 5 dorpen in waar heel veel mensen hinder ondervinden van de windmolens. De burgemeester, afkomstig uit de provinciale staten, was zo laks om de beslissing voor zich uit te schuiven, 2 jaar lang. Omdat een onderzoek uitbleef worden de windmolens ongunstig geplaatst midden tussen de woongebieden terwijl Hoekse waard uitgestrekt genoeg is om praktisch zonden overlast de windmolens een plaatsje te geven. De provincie heeft de locatie gekozen gebaseerd op de gunstige ligging t.o.v. de aansluiting op het elektranet (of hoe dat mag heten) Er wordt dus zonder recht te doen aan de democratie en de burger beslissingen genomen in het nadeel van de grootste sponsor van deze lokale instanties. Dus afbreken die lokale god spelertjes en meer toezicht op een rechtvaardig beleid.
Nog zo iets is het nalaten van beleid op sociaal je open haard stoken. Praktisch geen gemeente hout(d) zich aan de normen en er is geen gemeente die zijn vingers er aan wil “branden”.