Marc Hertogh, hoogleraar rechtssociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, gaat in op het belang van handhaving ten tijde van de aanpak van de coronacrisis, en vooral op de – gebrekkige, want eenzijdige – beleidstheorie die daarachter schuilgaat.
De Vereniging voor Bestuurskunde (VB) brengt een serie video’s uit, genaamd Special State of Science. In deze video’s gaan hoogleraren bestuurskunde in op de lessen die we kunnen trekken uit de Covid-19-crisis.
De overheid kondigt maatregelen af en handhaaft die, waarbij twee aannames dominant zijn. De eerste aanname is dat gedrag van burgers met boetes wordt beïnvloed. Hoe hoger de boete, hoe meer afschrikwekkende werking. De tweede aanname is dat alle burgers gelijk zijn. Hertogh laat op grond van onderzoek zien dat beide aannames onjuist zijn. Ten eerste blijkt dat burgers overheidsoptreden meer vrijwillig aanvaarden en de wet meer naleven als ze legitimiteit ervaren. In plaats van instrumentele afschrikking maakt de ervaren rechtvaardigheid van regels het verschil. Ten tweede verschillen burgers sterk in termen van zogenaamde motiverende houdingen, de gevoelde afstand tot handhavers, variërend van ‘verbondenheid’ tot ‘omzeiling’. Wat zijn de lessen? In plaats van ‘seeing like a state’ meer richting ‘seeing like a citizen’. En in plaats van strikte handhaving meer slimme handhaving.
*Zie OMOOC.nl voor colleges en webinars in tijden van de coronacrisis en de website van de Vereniging voor Bestuurskunde voor meer informatie over de Special State of Science reeks.
Geef een reactie