Een onbegrijpelijk verhaal begrijpelijk(er) maken. Dat lijkt de opdracht die Paul Ponsaers zich in Loden Jaren heeft gesteld[1]. Meer inzicht in het doldrieste moorddadige optreden van een bende, de Bende van Nijvel – of misschien wel bendes, zoals Ponsaers niet uitsluit – die België in de jaren tachtig van de vorige eeuw teisterde.
Maar, het boek is veel meer dan het zoveelste boek waarin het raadsel van de Bende van Nijvel opnieuw niet opgelost wordt. Een raadsel dat, volgens de auteur, ook wel onopgelost zal blijven, na zoveel decennia en zoveel fouten in de vele onderzoeken van politie en justitie. Wat wel kan – en wat Ponsaers doet – is de maatschappelijke en politieke context schetsen waarbinnen het bende-fenomeen tot wasdom kon komen. Wie ‘de Bende’ wil begrijpen, zal zich vooral moeten verdiepen in extreem-rechts België.
Extreem-rechts in beeld
Dit boek is vooral een uiterst gedetailleerde – en daardoor niet altijd even gemakkelijk toegankelijke – staalkaart van een extreem -rechtse beweging die in België in de decennia na de Tweede Wereldoorlog bloeide en groeide. Maar, tegelijkertijd, ook een beweging die vaak aan onderlinge tegenstellingen ten onder ging. Voor een niet-Belgische lezer is die staalkaart aan extreem-rechtse organisaties en bewegingen opnieuw een les dat de verschillen tussen België en Nederland veel groter zijn dan op het eerste gezicht lijkt. Hoewel extreemrechts nu ook in Nederland aan een opmars bezig lijkt, is dat (gelukkig) niet te vergelijken met de kracht die de beweging in naoorlogs België had en misschien nog wel heeft, getuige recente verkiezingsuitslagen.
‘Was de Bende van Nijvel een poging om de kwetsbare Belgische staat te ondermijnen?’
Het beeld van extreem-rechts België is niet alleen onthutsend door omvang, diversiteit en hardnekkigheid van de beweging. Onthutsend is vooral hoe vloeiend de grenzen zijn tussen bewegingen die de democratische orde omver willen werpen ten gunste van een autoritair regime en die organisaties – Rijkswacht en leger in het bijzonder – die juist geacht werden de democratische orde te verdedigen. Menig Rijkswachter zet zijn kennis en ervaring (later) in ten dienste van militante rechtse bewegingen. Vloeiend zijn ook de grenzen tussen politieke militanten en ‘gewone’ criminelen. Net als nu zien we in de ‘Bende-tijd’ dat veel politieke militanten al een eerdere en vaak gewelddadige criminele loopbaan achter de rug hebben. Dat doet sterk denken aan wat Ponsaers in een eerder boek ten aanzien van hedendaags islamitisch extremisme liet zien[2].
Kennelijk is de stap van gewone naar politieke criminaliteit voor maatschappelijke losers gemakkelijk te zetten.
Onbegrijpelijk
Wat in België in de jaren tachtig rond de Bende gebeurde, blijft toch in veel opzichten onbegrijpelijk. Onbegrijpelijk is de aard van de overvallen van de Bende. Uiterst professioneel uitgevoerd, met alle gevolgen van dien. Veel wijst op militaire of andere professionele training en ervaring van de overvallers. Maar, tegelijkertijd lijken de daders, zoals Ponsaers laat zien, haast moeite te doen zoveel mogelijk sporen achter te laten, die er op wijzen dat de overvallen met elkaar samenhangen. Bijvoorbeeld door vaak gebruik te maken van dezelfde auto’s en wapens.
Onbegrijpelijk is en blijft ook dat politie en gerechtelijke diensten er nooit in geslaagd zijn daders voor het gerecht te brengen. Overvallen die in totaal 28 mensen het leven hebben gekost, zijn nooit opgelost, laat staan bestraft. Zelfs voor België – met een toen moeizaam functionerend politie- en justitie apparaat – is dat ongekend.
Ten slotte blijven de overvallen zelf onbegrijpelijk. De buit staat bijna nooit in verhouding tot het gehanteerde geweld. Die discrepantie versterkt het idee dat er een politiek motief in het spel is. De Bende-overvallen vinden plaats in twee golven. Waarom er sprake is van een pauze van 22 maanden en waarom – na de uiterst bloedige overval in Aalst – de Bende volledig van de kaart verdwijnt, kan niemand verklaren.
Gekaderd
Zoals gezegd, ook Ponsaers lost de vele raadselen rond de Bende van Nijvel niet op. Wat hij wel overtuigend laat zien is dat er vele redenen zijn om aan te nemen dat het Bende-geweld verbindingen heeft gehad met militant extreem-rechts en daardoor direct of indirect ook met delen van de toenmalige Rijkswacht, het leger en niet te vergeten de inlichtingendiensten.
Er is na lezing van dit indrukwekkende boek alle reden om aan te nemen dat de activiteiten van de Bende meer zijn dan ‘gewone’ criminaliteit. In veel opzichten lijkt het een poging om de, toen toch al problematische en kwetsbare Belgische staat, nog verder te destabiliseren. Ondermijning, zouden we het tegenwoordig noemen. Misschien dat het uitblijven van succes in die zin ook verklaart waarom de Bende van Nijvel uiteindelijk plotseling verdwijnt. De democratische Belgische staat bleek toch veerkrachtiger dan sommigen dachten of hoopten. Zij het dat diezelfde staat het fenomeen Bende van Nijvel niet kon (of niet wilde?) oplossen.
Voetnoten
[1] Paul Ponsaers, Loden Jaren; De Bende van Nijvel gekaderd. Oud Turnhout: Gompel en Svacina, 2018. 417 pagina’s.
[2] Zie Jihadi’s in België: de naïviteit voorbij: https://platformoverheid.nl/jihadis-belgie-naiviteit-voorbij/
Geef een reactie