Hi Martijn en Merlijn,
Dank voor jullie brieven. Om beeld te creëren bij taal start ik altijd eerst met associëren. Ik knip en structureer jullie zinnen en kijk vervolgens wat boven komt drijven. Dat laat ik een tijdje resoneren, zowel in mijn logica als in mijn gevoel.
In deze wekelijkse reeks onderzoeken Merlijn Ballieux, Martijn Jebbink en Lisette de Waard de praktijk van samenwerken aan complexe maatschappelijke opgaven. Van binnen en van buiten.
Bij jou, Martijn, kwam het beeld op van verwondering, dat als we samenwerken aan complexe maatschappelijke opgaven we het vooral over ons eigen werk hebben. En niet over datgene waar wij collectief verantwoordelijk voor zijn. Voor de vorm of op papier kan je dan zogenaamd afhankelijk van elkaar zijn. Maar als je niet werkelijk geïnteresseerd bent in de ander, dan kom je in samenwerking uiteindelijk niet verder.
Bij jou, Merlijn, resoneerde het beeld dat we in samenwerking in het publieke domein veel tijd besteden aan elkaar leren kennen aan de oppervlakte, maar niet aan dat wat zich onder de waterlijn bevindt. Het lijkt alsof de samenwerking lekker onderweg is, maar of we echt verder komen, is nog maar de vraag. Daarvoor is nodig dat iemand ziet en zegt dat er in cirkels bewogen wordt en de groep laat kijken naar wat werkelijk nodig is, ook als dat betekent dat sommigen hun koers moeten wijzigen.
In de volgende stap van mijn verbeeldingsproces heb ik jullie belangrijkste woorden op een groot vel gezet: afhankelijk, afstemmen, eigen, ander, echt, rondjes, ego. En mezelf de vraag gesteld: Waar leg ik de nadruk op om te versterken wat jullie aan elkaar schrijven? Is dat het ‘probleem’ of de call to action?
‘In onze samenwerking slaan we stappen over’
Ik heb gekozen voor het eerste. Omdat we in het samenwerken aan complexe opgaven vaak te snel denken te weten wat de beste manier van samenwerking is. En daarmee slaan we stappen over. Meestal is niemand tegen samenwerken. Maar hóe je die samenwerking vormgeeft en in hoeverre je je bewust bent van wat je daarin zelf doet of laat liggen, dat vraagt om in- en uitzoomen. Op je eigen gedrag en behoeften, het gezamenlijke proces en de opgave.
Daarna heb ik synoniemen van de oogst nodig om te illustreren: mensen, vooruit (willen) gaan, hardnekkig, op drift, onbewust. En uiteindelijk ontstond dit beeld:
Met de beste bedoelingen zitten we samen in de boot. Soms kiezen we daar zelf voor, soms worden we bij elkaar gezet. Maar zolang we niet écht naar elkaar kijken, of niet willen zien wie er ontbreekt, dan blijven we rondjes varen. Het is niet de bedoeling om stil te gaan liggen of aan de kant te gaan zitten. Maar wel om in deze boot net even anders te gaan zitten. Zodat ik de ander zie. En diegene kan vragen: Mag ik even met jou meevaren om te zien waar je naar kijkt en waar je heen wil?
Eigenlijk is dit beeld dus ook een reflectie van mijn eigen proces: mijn blik heb ik gericht op jullie en vertaald naar mijn essentie. Die essentie heb ik zichtbaar gemaakt om door te kunnen gaan in ons onderzoek naar samenwerken aan complexe maatschappelijke opgaven.
Ik hoop dat verbeelding onze briefwisseling versterkt!
Hartelijke groet, Lisette
Geef een reactie