Het Limburgs openbaar bestuur wordt al jarenlang geteisterd door integriteitsschandalen. Is het echt zo erg gesteld met Limburg, of is dat meer beeldvorming? Lex Cachet bespreekt De Vriendenreünie. Limburgse praktijken, door Joep Dohmen en Paul van der Steen. Volgens hem zou het boek verplichte leesstof moeten zijn voor iedereen in het openbaar bestuur.
Beeldvorming of realiteit? Dat is de vraag die het integriteitsdebat in Limburg sinds enige tijd beheerst. Aanleiding daarvoor vormt het rapport Engelen bestaan niet.[1] Een commissie onder voorzitterschap van Arno Visser, in het dagelijks leven president van de Algemene Rekenkamer, had op verzoek van waarnemend commissaris van de Koning Johan Remkes onderzoek gedaan naar de actuele situatie op het gebied van integriteit binnen het Limburgse bestuur. Visser deed dat, naar eigen zeggen, in zijn vrije tijd. De andere leden van zijn commissie waren bestuurskundige Paul Frissen en voormalig hoofdofficier van Justitie Kitty Nooy.
Net zo (weinig) integer als elders
Hun rapport kreeg veel kritiek.[2] En niet alleen omdat menigeen dit een vreemde rol vond voor de president van de Algemene Rekenkamer (al deed hij het dus als privépersoon). De kritiek richtte zich vooral op de conclusie van de commissie dat het in Limburg niet wezenlijk anders of erger gesteld was met integriteitsproblemen dan in andere provincies. Dat velen daar anders over dachten, zou vooral aan “de media” liggen. En zeer in het bijzonder aan een journalist als Joep Dohmen die zich al enkele decennia, onder meer in de NRC, met integriteitsperikelen in Limburg bezighoudt. Omdat hij dat zo lang en zo volhardend (verbeten?) doet, zou volgens de commissie de indruk kunnen ontstaan dat Limburg een speciaal (probleem)geval is. Kort samengevat: de media hebben het gedaan. Zeker een opvallende conclusie. Temeer omdat het rapport van de commissie door deskundigen neergesabeld is.[3]
‘Ik hoop dat Limburg niet maatgevend is voor andere provincies’
Pikant detail is dat Joep Dohmen, kort na het verschijnen van het rapport, met een nieuw boek over de bestuurscultuur in Limburg kwam: De Vriendenreünie. Limburgse praktijken. In dat boek probeert hij, samen met NRC-collega Paul van der Steen, antwoord te geven op de vraag hoe het nu, anno 2022, met de integriteit van het bestuur in Limburg gesteld is.[4] Een soort update dus van zijn eerdere werk, uit de jaren negentig, over de Vriendenrepubliek Limburg. Bij het lezen van dat boek, dat onbedoeld leest als een soort schelmenroman, ontstond bij mij de oprechte hoop dat Limburg niet min of meer maatgevend is voor onze andere provincies. Begrijp me goed: ik ben niet zo naïef dat ik denk dat zich alleen in Limburg integriteitsproblemen binnen het bestuur voordoen. De ervaring leert al anders: Ceteco ooit in Zuid-Holland, Hooijmaijers in Noord-Holland, om een aantal voorbeelden te noemen. Maar je mag hopen en eigenlijk ook wel verwachten dat het elders niet op een schaal misgaat die maar enigszins vergelijkbaar is met de fraude, corruptie, omkoping, bevoordeling en vriendjespolitiek in Limburg. Want dat is het beeld dat dit boek van Dohmen en Van der Steen nogmaals schetst. Tussen de situatie toen – in de jaren negentig – en nu zit verschil, maar heel erg imponerend lijkt de integriteitswinst niet te zijn.
Dat nog in het voorjaar van 2021 het complete college van Gedeputeerde Staten, inclusief ‘gouverneur’ Theo Bovens, moest aftreden vanwege de IKL affaire – waarin hun voormalige collega Herman Vrehen in alle opzichten bevoordeeld werd (zie hoofdstuk 16) – duidt er niet bepaald op dat integriteitsproblemen enkel iets uit een ver Limburgse verleden zijn.
Gebrekkige politieke controle
Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat zo velen, zo lang en op zo een grote schaal wegkwamen met niet integer gedrag. Natuurlijk, deels zijn het tijdsbeelden uit een tijd – voor Ien Dales – toen menigeen in het openbaar bestuur het niet zo nauw nam met regels, codes en elementaire fatsoensnormen, zoals zorgvuldig omgaan met publieke middelen. Deels is het, in Limburg, ook een gevolg van te veel geld dat te snel en slordig de provincie ingepompt werd als compensatie voor de mijnsluitingen (p.54 e.v.).
Maar helaas, het zijn niet alleen stokoude koeien die nog eens een keer uit de sloot worden gehaald. Een recente affaire als die rond IKL heeft alles in zich van wat er in Limburg fout ging en (soms?) nog steeds fout gaat: vriendjespolitiek, negeren van aanbestedingsregels, bevoordeling van ex-collega’s, falend toezicht en controle, ambtenaren die een voormalige politieke baas ter wille zijn; te veel om op te sommen. Het is een cultuur waarin de grenzen tussen provinciehuis en bedrijfsleven diffuus zijn geworden. En, net zo goed de grenzen tussen een gemeentelijk apparaat en het bedrijfsleven, leert de affaire Jos van Rey in Roermond (zie o.a. hoofdstuk 11). Politieke controle schiet in al die gevallen schromelijk tekort. Er waren journalisten als Joep Dohmen voor nodig om in beeld te brengen wat er allemaal misging. En dan nog blijft het de vraag of dit plaatje – hoe omvangrijk ook – echt volledig is.
‘Na verloop van tijd ebt de belangstelling voor integriteit weer weg’
Is het Limburgse integriteitsbeleid mislukt? Bestaat de Vriendenrepubliek nog steeds? Moeilijk te zeggen. Het is wat Dohmen en Van der Steen zelf schrijven (p. 261): na de zoveelste affaire is er weer even volop belangstelling voor integriteit en bestuurscultuur. Maar, na verloop van tijd ebt die belangstelling ook weer weg, komen andere thema’s naar voren en wint de ‘moet kunnen’ mentaliteit weer terrein. Anders gezegd: integriteit vergt voortdurend aandacht en onderhoud, anders werkt het niet. Dat het daar nu juist aan ontbreekt (cf. p. 288) loopt als een rode draad door dit boek.
Zorgen voor elkaar
In 2019 oordeelde de Hoge Raad dat Jos van Rey terecht veroordeeld was wegens corruptie, stembusfraude en schending van het ambtsgeheim (p.182). In maart 2022 werd de door hem opgerichte Liberale Volkspartij Roermond, met 11 zetels, opnieuw veruit de grootste fractie in de gemeenteraad; bijna een derde van alle stemmen (p. 185). Eind mei 2022 wordt bekend dat Van Rey, inmiddels 77, terugkeert als wethouder. Het cordon sanitaire dat VVD en GroenLinks eerder rond de LVR hadden opgetrokken is ten einde. Tot zo ver het zelfreinigende vermogen binnen het Limburgse openbaar bestuur. De terugkeer van Van Rey in het centrum van de lokale macht is vooral interessante leerstof voor wie nog steeds denkt dat het slechte imago van Limburg alleen maar aan ‘de media’ ligt. De comeback van Van Rey is uitzonderlijk maar toch geen uitzondering. In Limburg zorgen ze goed voor elkaar.
De ‘wie is wie’ in dit boek (p. 301 – 318) laat zien dat vrijwel elke ‘gevallen’ bestuurder of ambtenaar vervolgens een adviesbureau begint. Zijn adviesbureau – vrouwen spelen hier nauwelijks een rol – wordt dan door voormalige collega’s op grote schaal ingehuurd (o.a. p. 74 en 76 ev.). Als het moet wordt daarvoor zelfs het formele aanbestedingsbeleid genegeerd.
Verplichte leesstof
Dit boek van Dohmen en Van der Steen moet verplichte leesstof worden voor iedereen in het openbaar bestuur. Niet alleen omdat het vlot geschreven en goed gedocumenteerd en onderbouwd is. Waardevol is vooral dat het leest als een soort catalogus van wat er allemaal fout kan gaan, erg fout, binnen het decentrale bestuur. Het decentrale bestuur staat nu eenmaal dicht bij burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven. Alleen al daardoor is het gevoelig(er) voor machtsbederf.
Omdat een gewaarschuwd mens voor twee telt, strekt het nut van dit boek veel verder dan alleen maar Limburg.
Voetnoten
[1] https://www.limburg.nl/thema/rapport-commissie/
[2] Zie ook hoofdstuk 18 in Dohmen en Van der Steen
[3] Zie voor een voorbeeld het commentaar van Klaartje Peters: https://www.1limburg.nl/nieuws/1671062/hoogleraar-onderzoek-bestuurscultuur-beneden-alle-peil
[4] Joep Dohmen en Paul van der Steen, De Vriendenreünie. Limburgse praktijken. Alfabet Uitgevers, 2022. 336 pagina’s.
Geef een reactie