Wie weet dat de Nederlandse econoom Albert Winsemius medio 20ste eeuw één van de grondleggers is geweest van onze huidige welvaart? Ik niet! Maar gelukkig Frans Stoelinga wel, die promoveerde op zijn leven en werk en daar een boek over schreef.
Startpunt van de pragmatische calvinist Winsemius was om welvaart te creëren, voor hemzelf, voor Nederland en later voor Singapore. Als middel zette hij hiervoor de ondernemer in. De groei en ontwikkeling van de economie stond na de Tweede Wereldoorlog voorop en daar was de internationale private sector voor nodig. Gesteund door een overheid met focus op de groei van productiviteit en het ontwikkelen van vakbekwaamheid.
‘Of je had werk, of je kreeg het van de overheid’
Met veel discipline stuurde hij op drie doelstellingen: banen, huisvesting en continuïteit. De bestuursvorm was minder relevant, mits de samenwerking werd gezocht. Het communisme viel daardoor overigens wel af. Kunstenaar Ai WeiWei laat ons in 1.000 jaar Vreugde en verdriet’ op een weergaloze wijze zien waarom.
Om tot resultaat te komen wilde Winsemius wel een efficiënt en effectief bestuursapparaat tot zijn beschikking hebben. Met zijn Luctor et Emergo (ik worstel en kom boven) mentaliteit stelde hij een masterplan op, waarin planmatig met een vooruitziende blik (en op een pragmatische wijze) korte termijn problemen werden opgelost. De oplossing werd echter wel direct gekoppeld aan de lange termijn doelstellingen.
Hij maakte daarbij met name gebruik van bewezen methoden en voorkwam daarmee fouten. De dure en tijdrovende trial and error methode gebruikte hij alleen waar dat echt noodzakelijk was. Met een positieve instelling, overtuigende cijfers en feitenmateriaal wist hij in Nederland en in Singapore critici de mond te snoeren en een motiverend samenwerkingsklimaat te creëren.
In twee kleine landen zonder grondstoffen en met een torenhoge werkloosheid vergde zijn aanpak wel enige creativiteit en discipline. Door een sterke loon-prijs-politiek, zijn economische kennis en zijn relaties met de VS kon hij in no time veel buitenlandse bedrijven binnenhalen. Door de landen aantrekkelijk te maken in de regio (als tussenstation) volgden de broodnodige private investeringen. Als een soort chirurg of wegenwacht herstelde hij wat kapot was en maakte het beter dan ooit tevoren. Vergelijk het arme Singapore van 1950 maar eens met het huidige Singapore.
‘Wat moeten de volgende stappen zijn om onze welvaart te behouden?’
Soms gebruikte hij minder orthodoxe methoden. Op de vraag hoe snel de enorme werkloosheid gemarginaliseerd kon worden, antwoordde hij: binnen tien jaar. Hoewel dit een verzinsel was, gebruikte hij deze uitspraak om de neuzen van werkgevers en werknemers (gemotiveerd) dezelfde richting op te krijgen. Uiteindelijk lukte het hem binnen negen jaar in Singapore. Deze stijl wordt nog steeds veel gebruikt, zoals recent bijvoorbeeld door minister De Jonge om vaccinatiedoelstellingen te halen. Het kan volgens de deskundigen eigenlijk niet, maar het lukt toch…
Ook leerde hij van zijn fouten. In Nederland liet hij (onder maatschappelijke druk) de lonen te veel groeien. In Singapore liet hij de lonen beter meegroeien met de macro economische en regionale ontwikkelingen, zodat er geen economisch schadelijke loonexplosie kon plaatsvinden. Winsemius werkte hard en wilde een systeem waarin luiheid niet werd gestimuleerd. Vandaar dat niemand werkloos was in Singapore. Of je had werk of je kreeg werk van de overheid. Zijn focus bleef om groei en vakbekwaamheid te stimuleren, onder het motto: Als het geloof in groei weg is, dan verdeel je in arren moede wat je hebt.
Nederland en Singapore behoren nu tot de meest welvarende landen ter wereld. Zij hebben ook tijdig met Winsemius hun stappen gezet naar een kenniseconomie. De vraag is nu wat de volgende stappen moeten zijn om onze welvaart te behouden. De opgaven zijn groot, maar zeker niet groter dan destijds. Willen we onze doelen bereiken dan moeten we duidelijke keuzes durven maken, meten met mate en fouten beter leren voorkomen. Kennis en kunde zijn daarvoor blijvende aandachtspunten voor een overheid die investeert in het vooruit kijken, de samenwerking zoekt en het vliegtuig echt verbouwt tijdens de vlucht.
Ik denk dat we de nuchterheid van een ‘nieuwe Winsemius’ daarbij de komende jaren goed kunnen gebruiken.
Geef een reactie