Inkomensbeleid is een warwinkel van vele overheidsregels waarmee wordt geprobeerd om de koopkracht van burgers op allerlei manieren aan te vullen. Dat lukt in veel gevallen in onvoldoende mate, want er zijn talloze huishoudens die desondanks in armoede leven.
De gedachte achter het ingewikkelde inkomensbeleid is dat er maatwerk nodig is: elk type huishouden heeft specifieke maatregelen nodig. Om voor een regeling in aanmerking te komen moet je aan specifieke voorwaarden voldoen, die veelal voortkomen uit ideologische opvattingen van politieke partijen. Aangezien de opvattingen van partijen nogal uiteenlopen zijn er veel regelingen nodig om tegemoet te kunnen komen aan hun uiteenlopende wensen voor diverse groepen burgers.
Het huidige inkomensbeleid van de overheid verstoort op diverse manieren onze samenleving. Het zorgt voor een grote armoedeval, waardoor het tot aan een modaal inkomen in financieel opzicht vrijwel geen zin heeft om betaalde arbeid te verrichten, waarmee schade wordt toegebracht aan het functioneren van de arbeidsmarkt. Het zorgt voor veel persoonlijke ellende wanneer er door burgers geld moet worden terugbetaald, zoals bij de toeslagenaffaire is gebleken. Het zorgt voor hogere prijzen van woonhuizen, waardoor starters niet aan de bak komen. Bovendien bijt dit beleid zich in zijn eigen staart: hoe meer tegemoetkomingen van de overheid des te sterker stijgen de prijzen van woonhuizen.
‘Er is simpelweg inkomenssteun nodig: regel dat dan zo dat al die nadelen niet ontstaan’
Het leidt tot grotere ongelijkheid, omdat inkomen uit vermogen lager wordt belast dan inkomen uit arbeid, waarmee schade wordt toegebracht aan het functioneren van de economie, omdat de meeste consumenten hierdoor minder te besteden hebben. Het leidt tot oneigenlijk gebruik van regelingen door de randen daarvan op te zoeken, zoals bijvoorbeeld allerlei vormen van belastingontwijking laten zien. De uitvoeringskosten zijn hoog, terwijl dat geld beter zou kunnen worden besteed aan ander beleid, bijvoorbeeld aan onderwijs en zorg.
Dat er inkomenssteun nodig is lijdt geen twijfel, maar regel dat dan zo dat al die nadelen niet ontstaan. De meest eenvoudige oplossing is een onvoorwaardelijk basisinkomen dat alle inkomensregelingen van de overheid vervangt. Wie niet houdt van het woord ‘basisinkomen’ spreekt over ‘negatieve inkomstenbelasting’ of ‘standaardtoelage’, dat komt op hetzelfde neer. Helaas wordt het basisinkomen door velen gezien als ‘gratis geld’ dat mensen lui maakt terwijl de kosten worden verhaald op hardwerkende burgers.
Alle bestaande inkomensregelingen – toeslagen, aftrekposten, uitkeringen – worden op hun beurt niet gezien als ‘gratis geld’, waarschijnlijk omdat dit aan allerlei voorwaarden gebonden is. Elk huishouden maakt gebruik van een of meer van deze regelingen, en dat wordt allemaal betaald door dezelfde hardwerkende burgers.
‘Anders dan in het huidige stelsel loont betaalde arbeid met een basisinkomen juist wel’
Met het afschaffen van alle inkomensregelingen krijg je een aardig bedrag bij elkaar voor een basisinkomen: tegen 1000 euro per maand per persoon, of 600 euro per persoon plus 600 per huishouden. Dat is dus in elk geval betaalbaar voor de overheid.
Het basisinkomen maakt mensen niet lui, omdat de armoedeval dan verdwenen is en iedereen voor zichzelf graag meer financiële ruimte schept. Anders dan in het huidige stelsel loont betaalde arbeid met een basisinkomen juist wel. Los hiervan willen bijna alle mensen graag werk verrichten, omdat ze mee willen doen in de samenleving.
Dan is er ook nog het bezwaar van tegenstanders dat mensen met hogere inkomens een basisinkomen niet nodig hebben. Daar hebben ze op zichzelf gelijk in, maar bij hogere inkomens wordt dit simpelweg verrekend met de inkomstenbelasting. Mensen met hogere inkomens ontvangen per saldo niet meer. Bij de AOW gaat dit ook zo. Als je er verder voor zou zorgen dat inkomen uit vermogen wordt belast zoals inkomen uit arbeid, ontstaat er enige ruimte om het basisinkomen op een wat hoger niveau te brengen. Of om die ruimte te gebruiken voor huurverlaging van sociale huurwoningen, of voor gratis kinderopvang.
Zie het basisinkomen dus niet als verspilling van geld, maar als een maximale vereenvoudiging van het inkomensbeleid, waarmee alle bovengenoemde nadelen geheel komen te vervallen.
Bert Voorneveld
gepensioneerd ambtenaar zegt
Van Hoesel schrijft: “Met het afschaffen van alle inkomensregelingen krijg je een aardig bedrag bij elkaar voor een basisinkomen: tegen 1000 euro per maand per persoon ”
Nu zegt hij er wijselijk niet bij welke regelingen hij precies wil afschaffen, maar ook zonder zo’n specificatie lijkt me zijn bewering -ver- bezijden de waarheid.
Een basisinkomen van 1000 euro per maand voor alle volwassen Nederlanders kost meer dan 165 miljard.
Afschaffing van de bijstand (8,0), de reïntegratiekosten (4,0), de basiswerknemersuitkeringen (13,0), de aftrekposten voor zelfstandigen (5,6), en de studiefinanciering (3,0) levert minder dan 35 miljard op. Als ook de binnenlandse AOW wordt afgeschaft (die netto flink hoger is dan 1000 euro per maand) dan levert dat 40,5 miljard extra op en komt het totaal van de besparingen op bijna 75 miljard. Ergo, een gat in de ‘begroting’ van Van Hoesel ter grootte van zo’n 90 miljard!
Voor alle duidelijkheid: een bedrag van € 1000 per maand is zwaar onvoldoende.
De kale bijstandsnorm voor een alleenstaande is al € 1075 per maand. De daarnaast noodzakelijke zorgtoeslag bedraagt € 105 per maand en de (maximale) huurtoeslag bedraagt € 375 per maand.
Het bedrag dat de armste Nederlanders nodig hebben om rond te komen ligt dus tussen de € 1180 en de € 1555 per maand (afhankelijk van de hoogte van de huur). De kosten komen veel hoger uit dan die 165 miljard.
Van Hoersel moet nog maar eens wat gaan rekenen.