Allegoria del Buono e Cattivo Governo. Midden 14e eeuw. Siena is een rijke stad in het hart van Toscane, Italië. In opdracht van het College van Bestuur van Siena beschildert Ambrogio Lorenzetti drie wanden van het stadhuis, het Palazzo Pubblico, met fresco’s die de gevolgen van goed en slecht bestuur weergeven. Zijn werk is uniek, tot die tijd was nog geen enkel fresco gewijd aan een niet-religieus onderwerp.
Lorenzetti beeldt goed bestuur af in de vorm van een nobele heerser met links en rechts van hem en zijn wijze vrouw figuren die verschillende deugden uitbeelden: pax (vrede), fortitudo (kracht), prudentia (behoedzaamheid), magnanimitas (ruimhartigheid), temperantia (gematigdheid) en justitia (rechtvaardigheid). Boven het hoofd van de vorst nog drie onmisbare ingrediënten voor een goed bestuur: geloof, hoop en liefde. Rechtsonder zie je een groepje gevangenen dat door soldaten wordt bewaakt en wacht op berechting – rechtvaardigheid is niet voor niets twee keer op het fresco afgebeeld.
Waartoe deze goede regering leidt: een drukke, florerende stad waarin allerlei activiteiten worden ontplooid, omringd door een vruchtbaar platteland dat zorgt voor voedsel en wijn. Boven het land zweeft een gevleugelde vrouwenfiguur die staat voor securitas, zekerheid.
Hoe anders schetst Lorenzetti op de tegenoverliggende wand slecht bestuur en de gevolgen daarvan voor de stad. De enorme hoofdfiguur, symbool voor de tirannie, wordt omgeven door een aantal gruwelijke medestanders die de stad in de richting van de afgrond duwen: crudelitas (wreedheid), proditio (verraad), fraus (bedrog), furor (woede), divisio (verdeeldheid) en guerra (oorlog). Boven zijn hoofd zweeft nog meer verschrikkelijks, namelijk avaritia (gierigheid), superbia (trots) en vanagloria (ijdelheid). De rechtvaardigheid, die bij de goede regering zo belangrijk is, ligt geboeid aan de voeten van de tiran, met naast haar een gebroken weegschaal.
Het evenwicht is zoek: in de stad is het een grote chaos en het platteland maakt een desolate indruk.
De plaag van vandaag
Dat was vroeger, hoe is het nu? In zijn boek Negen Plagen Tegelijk: Hoe Overleven We De Toekomst? uit 2011 onderzoekt Joris Voorhoeve actuele problemen van onze tijd die ook op internationaal niveau aangepakt moeten worden. ‘Plagen’ die aan bod komen, zijn bevolkingsgroei, honger en armoede, ziekten, terrorisme, klimaatverandering, verdeling van rijkdom, schaarse energie. Zijn invalshoek is het mondiale perspectief. In zijn boek haalt Voorhoeve een Amerikaanse politicoloog aan die heeft geturfd waaraan de meeste mensen dood gaan. Dat is niet – zoals je misschien zou verwachten – aan hongersnood, burgeroorlog of een natuurramp, maar aan slecht bestuur: Death by Government (R.J. Rummel, 1997) oftewel democide.
Het sprekende voorbeeld daarvan vandaag de dag is Venezuela. Daar is tekort aan alles, daar heb je geen perspectief op werk, welvaart of gezondheid en dat heeft alles te maken met slecht bestuur. Slecht bestuur met trekjes van wreedheid, bedrog, woede, verdeeldheid, trots en ijdelheid. Ook de rechtsstaat is in Venezuela vakkundig om zeep gebracht. De grondwet is herschreven in het voordeel van de zittende leiders, de rechtspraak is niet bij machte onafhankelijk tegenwicht te bieden. Niet voor niets bungelt het land onderaan lijstjes met internationale vergelijkingen zoals de Rule of Law Index van het World Justice Project.
Advies over de rechtsstaat
We zien dus dat in landen veraf, maar ook dichterbij huis, democratisch gekozen leiders hun mandaat gebruiken om aan de rechtsstaat te tornen. Wij vinden het in Nederland heel gewoon dat er een ombudsman is, dat je tegen de Staat kunt procederen en dat er persvrijheid is. Wie een mondiaal perspectief kiest ziet dat dit niet vanzelfsprekend is en dat er maar weinig landen zijn waar de samenleving zo is ingericht dat macht gepaard is aan tegenmacht en georganiseerde tegenspraak. Of, zoals Machiavelli het zei: ‘De vorst moet zich beschermen tegen de pest van de vleiers waarvan de hoven vol zijn.’
Wij hebben dus een waardevol bezit dat we moeten koesteren. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) meent dat het belangrijk is om het belang van een stevige rechtsstaat die de democratie in toom kan houden opnieuw te doordenken en zal daarom met een advies komen over de rechtsstaat in Nederland. Want, zoals minister Donner in 2006 al aangaf: ‘De rechtsstaat is juist bedoeld om de democratie te beperken.’
Dit blog stond oorspronkelijk op Raadopenbaarbestuur.nl en is geschreven op persoonlijke titel.
Pierre Sommer
Zelfstandig Interim Professional zegt
Die afbeeldingen in Seina zijn inderdaad mooi en spreken ook in het heden nog tot de verbeeldingskracht.
Nu ik inmiddels niet meer perse hoef te werken voor mijn levensonderhoud kan ik me meer wijden aan mijn kerndiscipline: het staats- en bestuursrecht in (inter)nationaal en EU-verband. Die expertise heb ik naast mijn bestuur- en bedrijfskundige kennis en kunde goed kunnen gebruiken in de uiteenlopende functies die ik heb vervuld in de (semi)publiek en private sector. Zie LinkedIn.
Ik ben benieuwd hoe de ROB Raad het belang van een stevige rechtsstaat die de democratie in toom kan houden opnieuw gaat doordenken. Enkel met een advies over de rechtsstaat in Nederland komen
lijkt mij te kort door de bocht. Het aanhalen van Piet Hein Donner (2006) met ‘De rechtsstaat is juist bedoeld om de democratie te beperken.’ lijkt mij gezien zijn woordkeus niet de juiste insteek. De rechtsstaat dient de democratie te beschermen, zowel in begunstigende als beperkende zin.
In de traditie van het Utrechtse Instituut voor Staats- en Bestuursrecht spreek ik liever over de beginselen van de democratische rechtsstaat. En let wel, het adjectief – naar zijn aard kwalificerend – zegt veel over het substantief.
Van een geheel andere orde is dat het begrip rechtsstaat bij ons in Nederland maar ook elders op ons continent door burgers, bedrijven, instellingen, etc. (impliciet) vooral inhoudelijk wordt beoordeeld, zeg maar op zijn output en/of outcome. In ons principieel open statelijk systeem kunnen uiteenlopende individuele burgers en groeperingen naast het geldend maken van rechten allerlei claims indienen waarvan zij hopen dat die door de overheidsorganen worden gehonoreerd. Al te grote of misplaatste verwachtingen daaromtrent leiden ontegenzeggelijk tot teleurstellingen over de “presterende” overheid. Als in de democratische rechtsstaat het gekijf, gewrijf en teleurstelling over de materiële uitkomsten de boventoon gaat voeren hoeft het niet verbazen dat mensen en groeperingen zich dan ontvankelijk gaan tonen voor andere staatsvormen of een negatieve houding aannemen ten aanzien van ons systeem.
In het licht van de lopende discussie over het “nieuwe” burgerschap, binnen het houvast en de dynamiek van de democratische rechtsstaat, is het wellicht een goede zaak dat het ROB-advies naast aandacht voor de de waarborgen en instrumenten van de democratische rechtsstaat nadrukkelijk aandacht schenkt aan individuele en en collectieve burgerschapsrechten èn-plichten.
Mocht deze bijdrage aanleiding zijn voor een nadere en hernieuwde kennismaking met de ROB dan ben ik daartoe graag bereid.