De digitale verbindingslaag tussen mensen en hun omgeving, waarover ik in deel 1 en 2 van dit drieluik spreek, is nieuw. Het is nu pas technologisch mogelijk dat mensen en hun fysieke omgeving op grote schaal en realtime verbonden zijn. Met als gevolg dat we zaken die we in de vorige eeuw al hadden geregeld, opnieuw aan het vormgeven zijn. Denk bijvoorbeeld aan verkeersregulering, openbare verlichting en beheer van openbare ruimte. Dit wordt steeds beter afgestemd op het individuele gedrag van mensen. Er ontstaan mogelijkheden voor wat ik noem massale individualiteit.
Vrijwel iedereen maakt gebruik van de digitale verbindingslaag, al dan niet bewust. En zoals bij vrijwel alle nutsvoorzieningen willen de meeste mensen er niet echt over nadenken: het moet gewoon werken, 24/7 en voor iedereen. Veilig en vertrouwd. Daarbij is de vraag essentieel: hoe regel en borg je dat in deze tijd, op een voor de samenleving beste mogelijke manier? Als het overgrote deel van de mensen er niet bewust mee bezig wil zijn, wie moet het dan wel regelen?
Uitdaging
Hier ligt een paradox. Door steeds meer sensoren in de openbare ruimte en data uit mobieltjes dragen mensen – veelal onbewust als gebruikers van steden – bij aan de waarde van de digitale verbindingslaag. Maar het merendeel van de mensen wil er niet bewust mee bezig zijn of mee lastig worden gevallen. Zij willen gewoon lekker wonen, werken en leven.
‘De echte kracht ligt bij mensen als gebruikers van smart technologie’
Daar ligt de uitdaging: hoe geven we deze laag dan goed vorm? Wie is daar verantwoordelijk voor? De rijksoverheid, met nationale richtlijnen en regelgeving? Lijkt me lastig met alle betrokken marktpartijen en alle lokale/regionale verschillen… Ligt het primaat dan bij de lokale overheid, zoals bij wet de gemeente verantwoordelijk is voor riolering? Dat lijkt me lastig, gezien de snelheid van alle ontwikkelingen. Je ziet dat vooral marktpartijen de kennis en vaardigheden hebben. Maar ja: die moeten werken met business modellen waardoor innovaties lastig zijn. Dat vraagt vaak om publiek geld. Legitieme en volgens mij essentiële vragen, juist nu we die nieuwe verbindingslaag vormgeven.
Kracht
In mijn optiek moet er in deze tijd een herijking van verhoudingen en verantwoordelijkheden bespreekbaar worden gemaakt. Er wordt gelukkig al regelmatig over gesproken in het publieke debat. Denk aan vragen als: mogen we overal camera’s (sensoren) ophangen of is het echt veilig op een publiek draadloos wifi-netwerk met inlogcode? Toch blijven de echte antwoorden en voortvloeiende acties hierop uit, vind ik. Er wordt niet echt doorgepakt vanuit ethiek en verantwoordelijkheden.
De echte kracht ligt bij mensen als gebruikers van smart technologie: zij geven door massale individualiteit aan waar de kaders liggen voor nieuwe standaarden en richtingen van innovatie. Marktpartijen hebben de kennis en vaardigheden om nieuwe technologieën vorm te geven en te implementeren in steden. De overheid zal zich meer moeten opstellen als ‘bewaker van het maatschappelijk belang’, juist vanuit die massale individualiteit. En zal sterker de kaders en spelregels moeten weergeven. Sterker dan ze nu doen: ze laten het nu teveel over aan de markt.
Daarmee ontstaat er een nieuw samenspel van publiek en privaat bij de invulling van de digitale laag op basis van het veranderende gedrag van mensen in steden. Ik noem dit: meer ruimte voor massale individualiteit. Er ontstaan niet alleen in de fysieke omgeving olifantenpaadjes, die komen ook vaker voor in de digitale verbindingslaag. Dit is nieuw en alle partijen zullen hieraan moeten wennen. Toch zal dit steeds meer de realiteit zijn in Smart Cities.
Wil je meer weten over ECP en de bijeenkomsten ethiek in de digitale samenleving? Kijk dan op:
https://ecp.nl/events//4758/inspiratiesessie-de-toekomst-van-technologie-en-de-mens.html
Geef een reactie