Sommige professionals in het veld van werk en inkomen slagen er meer dan gemiddeld in om mensen in een kwetsbare positie te helpen. Opvallend genoeg gaat het vaak om ambtenaren die in uiteenlopende functies opereren en/of geen duidelijke functieomschrijving hebben of zich daar niet aan houden. Professionals zonder professie, zou je kunnen zeggen. Kern van hun werk is dat zij veel tijd en energie steken in het ontwikkelen en onderhouden van netwerken. Maar netwerken kan niet iedereen.
In 2010 waarschuwden onderzoekers dat professionals in het veld van werk en inkomen ‘zonder professie’ werken (van Berkel e.a. 2010). Het werk van deze professionals veranderde in de laatste decennia drastisch (van uitkeringen verstrekken naar activeren), terwijl er nauwelijks aandacht was voor de vraag wat dat werk precies inhield en welke instrumenten en methoden van werken effectief waren. De constatering werd in de loop der jaren door velen gedeeld, waardoor er programma’s werden ontwikkeld om het vakmanschap van activeringsprofessionals een impuls te geven. Inmiddels zijn we bijna 10 jaar verder en is er het nodige gebeurd. Er is veel onderzoek gedaan naar evidence based reïntegratie-instrumenten en naar manieren om deze professionals systematischer te laten werken.
En toch…
Kern van het werk van professionals is dat zij hulp bieden bij de concrete vragen en problemen van hun cliënten: maatwerk. Belangrijk hierbij is dat de professional op het juiste moment de juiste ondersteuning en instrumenten weet in te zetten. Vandaar dat professionaliseringsprogramma’s onder titels als ‘vakkundig aan het werk’ vooral inzetten op het bewijzen en verspreiden van effectieve reïntegratie-instrumenten en systematische werkwijzen. Helaas klinkt in veel van dit soort programma’s een overspannen verwachting door: als we weten welke interventies en methodes werken, dan kunnen professionals alle werkzoekenden aan een baan helpen en is de activeringsagenda geslaagd.
Het probleem van langdurige werkloosheid wordt zo al jaren versimpeld tot het vraagstuk van het gebrek aan kennis over reïntegratie en aan de toepassing ervan door professionals. De ratio is dat met het vergroten en verspreiden van de kennis over de effectiviteit van reïntegratie het werkloosheidsprobleem kan worden opgelost. Zo niet, dan ligt het aan de professionals en hun organisaties.
‘Voor alle professionals in het sociaal domein geldt dat vooruitgang meestal wordt geboekt in samenwerking met anderen’
Een dergelijke trivialisering van het werk van professionals doet geen recht aan de opgave waarvoor zij dagelijks staan. Het ontkent dat de problematiek van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt complex is. Veel werkzoekenden worden geconfronteerd met een samenloop van problemen, worden gediscrimineerd door werkgevers, worden benadeeld door de extreem hoge inzetbaarheids- en productiviteitsverwachtingen van leidinggevenden en ga zo maar door. Professionals die samen met deze werkzoekenden en hun omgeving duurzaam werk weten te realiseren, zijn ware vakmensen waarvan nog steeds niet duidelijk is wat hun professie nu eigenlijk is.
Dinges!
In de afgelopen jaren deden wij literatuur- en empirisch onderzoek naar professionals die er meer dan gemiddeld in slagen om mensen in een kwetsbare positie aan werk te helpen. Opvallend genoeg gaat het om mensen die in uiteenlopende functies opereren en/of geen duidelijke functieomschrijving hebben of zich daar niet aan houden. Professionals zonder professie, zou je kunnen zeggen. Eén van de personen die wij tegenkwamen werd, vanwege die onbestemdheid, door haar baas ‘onze Dinges’ genoemd. Een geuzennaam die wij van harte hebben overgenomen in het vervolg van ons onderzoek.
Ons onderzoek richtte zich op het ontrafelen van het geheim van de Dinges. Kern van het werk is dat zij heel veel tijd en energie steekt in het ontwikkelen en onderhouden van netwerken. Daarbij gaat het zowel om netwerken buiten haar organisatie (werkgevers, jobcoaches, maatschappelijke organisaties, scholen) als binnen de organisatie (juristen, controllers e.a.). In dit netwerk is de Dinges een verbinder, maar wel een verbinder die een duidelijke visie heeft op het voorliggende probleem en op de mogelijke oplossing. In haar werk probeert de Dinges haar visie en belang zoveel mogelijk te verbinden aan die van de externe als van de interne omgeving. Bij dit werk is de Dinges zich ervan bewust dat ze vaak niet precies bereikt waar ze op uit is. Dat komt doordat de realisatie van een oplossing altijd in samenwerking met anderen moet gebeuren. Anderen met een eigen visie op en belang bij de oplossing. Een Dinges weet waar ze heen wil, maar niet waar ze uitkomt.
In haar werk zet de Dinges natuurlijk instrumenten en werkwijzen in waarvan zij weet dat ze effectief kunnen zijn. Maar het zijn haar netwerkcompetenties en haar ervaring die uiteindelijk het succes van haar werk bepalen. Over de Dinges valt nog veel meer te zeggen. In onderstaande plaatje wordt schematisch weergegeven wat de belangrijkste factoren zijn die bepalen of de Dinges uiteindelijk succesvol is (ontleend aan Williams 2012).
Iedereen een Dinges?
De effectiviteit van het werk van activeringsprofessionals, of breder, van professionals in het sociaal domein, is steeds meer afhankelijk van de samenwerking met anderen (zie ook Bannink en Bosselaar 2018). Samenwerken in netwerken is geen sinecure. De een heeft daar ook meer aanleg voor dan de ander. Het is van groot belang dat professionals, hun leidinggevenden en bestuurders zich hiervan bewust zijn. Dat professionals de tijd en ruimte wordt geboden om vertrouwd te worden met het opereren in netwerken. Het is ook van belang dat professionals zich bewust zijn dat het (leren) netwerken meer en meer onderdeel wordt van hun vak. Natuurlijk is niet iedereen daar even goed in en heeft niet elke functie een even sterke netwerkcomponent. Maar voor alle professionals in het sociaal domein is het een feit dat vooruitgang meestal wordt geboekt in samenwerking met anderen. Daarom is het voor veel professionals zaak om op zoek te gaan naar de Dinges in zichzelf en die ruim baan te geven.
Literatuur
- Bannink, D. en H. Bosselaar (2018). Het probleem samenwerken. Duiden en verbinden: ironische uitwegen voor vastgelopen samenwerking
- Berkell, R. P. van der Aa en N. van Gestel (2010). Professionals without a profession? Redesigning case management in Dutch local welfare agencies, European Journal of Social Work, 13:4, 447-463, DOI: 10.1080/13691451003603455
- Williams, P. (2012). Collaboration in public policy and practice, Bristol Policy Press
Geef een reactie