De overheid is niet in staat gebleken om de coronacrisis adequaat het hoofd te bieden en moreel crisismanagement ontbreekt. Dat schrijft Gert-Jan Ludden in ‘Corona onthult systeemcrisis; een ontluistering voor de samenleving’, op platform O besproken door Robbert Coops.
Adviseur crisisbeheersing Gert-Jan Ludden haalt in zijn nieuwe boek nogal wat overhoop. Zijn verwijten zijn niet mals en zijn analyses over het in zijn ogen moreel gezien falende coronabeleid snoeihard. De overheid is volgens hem niet in staat gebleken om een dergelijke complexe crisis het hoofd te bieden. “Omdat haar institutioneel crisismanagement berust op achterhaalde en ondeugdelijke aannames en vooronderstellingen. Met als gevolg een uiterst negatieve maatschappelijke fall-out”, aldus het woord vooraf. Dat belooft dus nogal wat voor de resterende hoofdstukken.
Overheid onvoorbereid
Volgens Ludden is de overheid – en vooral de rijksoverheid – niet goed voorbereid op crises. Het bestaande institutionele systeem van crisismanagement voldoet niet meer en is in de aanpak te politiek en te bestuurlijk geworden. Professionalisering en een noodzakelijk geachte transitie – minder top-down, digitaler en lokaler – dat leidt tot een meer schokbestendig besturingssysteem is daardoor lastig, maar zeker noodzakelijk. “De nadruk ligt te veel op de bestuurlijke component, die maatregelen verordonneert die binnen de samenleving tot verwarring leiden en vrijwel niet uitvoerbaar zijn. Dit is een direct gevolg van het feit dat de decisionmakers te veel vanuit een theoretisch perspectief handelen, vrijwel geen praktijkervaring hebben en het hen aan een ‘operationele mindset’ ontbreekt. Eigenschappen die onontbeerlijk zijn in crises”. Voeg daarbij dat de wetenschappelijk-medische experts – het befaamde Outbreak Management Team – het eigenlijk voor het zeggen kreeg, waardoor de sociaaleconomische gevolgen van de adviezen naar de achtergrond werden verdrongen. Het is de vraag of het huidige institutionele crisismanagement nog wel past in de (mensen)samenleving. Volgens de auteur is dat niet het geval.
‘Politieke macht, prestige en reputatie zijn in dit soort crisissituaties vaak belangrijker dan eerlijkheid, transparantie en morele verantwoordelijkheid’
Overheid, bedrijfsleven, kenniscentra, media en burgers zouden veel beter en veel meer in “een evenwichtig samenspel” dergelijke crises het hoofd kunnen bieden. Nu blijkt er sprake van een bestuurscultuur die per definitie leidt tot een tunnelvisie, zoals ook Hans Siepel in zijn opiniebijdrage op platform O benadrukte. Politieke macht, prestige en reputatie zijn in dit soort crisissituaties vaak belangrijker dan eerlijkheid, transparantie en morele verantwoordelijkheid. De vergelijking met de toeslagenaffaire ligt dan erg voor de hand.
Menselijke maat ontbreekt
Het boek beschrijft in globale trekken de huidige crisismanagementorganisatie van de overheid, waarbij de grote hoeveelheid politieke en bestuurlijke spelers opvalt. Daardoor is de effectiviteit van het coronabeleid in het geding. Het ontbreekt mede daardoor aan “een heldere commandostructuur”, terwijl ook de communicatie als versnipperd en diffuus kan worden gekenschetst. Ook hier gaat (en ging) het mis, vooral op het punt van betekenisgeving; er werd en wordt te weinig empathie getoond voor de door de crisis getroffen samenleving, de menselijke maat ontbreekt.
Een somber (en kritisch) beeld, zeker nu een derde coronagolf (de Engelse variant) het land dreigt plat te leggen. Want, hoe langer deze crisis duurt hoe scherper de politieke, maatschappelijke en wetenschappelijke kritiek op de wijze waarop de regering de aanpak organiseert. Het vertrouwen in de instituties ebt langzamerhand weg, temeer daar met serieuze kritiek en adviezen – afgezien die van het OMT – opvallend weinig is gedaan.
‘Structuren, belangen en opvattingen zullen niet op korte termijn wezenlijk veranderen’
Maar wat is het alternatief? En is een nieuwe koers, een meer menselijke crisisorganisatie in plaats van de meer institutionele benadering op korte termijn nog te realiseren en in te passen in de huidige aanpak? Het lijkt immers nogal makkelijk om nu vanuit “een ander mensbeeld en oog voor gezondheidspreventie en zelfhelend vermogen” te pleiten voor minder centrale (hiërarchische) gezagsstructuren en bestuurlijke drukte, wetende dat verantwoordelijken dagelijks onder grote druk staan om het COVID-19 virus te verslaan. Het is alle hens aan dek! En vele overheidsfunctionarissen zullen zich nu wellicht realiseren dat crisismanagement steviger maatschappelijk zou moeten zijn ingebed, daarbij gebruikmakend van de professionaliteit, inzet en betrokkenheid van de samenleving. Maar dat is een taai onderwerp; structuren, belangen en opvattingen zullen niet op korte termijn wezenlijk veranderen. Want het zou betekenen dat de huidige zorgstructuur en het bestaande, institutionele crisismanagement op de schop moeten. Ludden is geen organisatieadviseur, bestuurskundige of modellist, maar geeft wel in het slothoofdstuk de nodige aanbevelingen. Daaruit blijkt dat er hoognodig kritisch gekeken moet worden naar de wijze waarop crises nu en in de toekomst worden gemanaged.
*Gert-Jan Ludden (2020): Corona onthult systeemcrisis; een ontluistering voor de samenleving, ISBN 978-90-827751-3-6, uitgeverij SVDC, Deventer.
Geef een reactie