In augustus 2020 overleed Arthur Docters van Leeuwen, jarenlang een gewaardeerd topambtenaar en bovendien een markante persoonlijkheid. Jozias van Aartsen en Roel Bekker bespreken de nalatenschap van Docters van Leeuwen en reflecteren op het ambtelijk vakmanschap. ‘Het uitgesproken karakter van Docters van Leeuwen staat in schril contrast met de ambtelijke schuchterheid van tegenwoordig.’
Arthur Docters van Leeuwen (1945-2020) was topambtenaar en jurist. Hij werkte onder meer op de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken. Na jarenlang lid te zijn geweest van D66 stapte hij later over naar de VVD. Naast zijn ambtelijke werk schreef Docters van Leeuwen een sprookjesboek en publiceerde hij een dichtbundel.
Een vernieuwend denker. Een topambtenaar zoals we die niet meer hebben. Meedogenloos indien nodig. Een dichter. Uit zijn memoires, geschreven door Lars Kuipers, rijst het beeld van Docters van Leeuwen als een bijzondere man en een zeer kundig ambtenaar. Hoogleraar bestuurskunde Zeger van der Wal schreef eerder op platform O dat Docters van Leeuwen op het ministerie van Financiën nog jaren na zijn vertrek werd herinnerd als een ware ambtelijke legende. Wat is de nalatenschap van Docters van Leeuwen?
Aanjager
Jozias van Aartsen, voormalig minister van Buitenlandse Zaken en jarenlang werkzaam in de politieke en ambtelijke top, herkent het beeld dat in de memoires van Docters van Leeuwen wordt geschetst. ‘Hij was een buitengewoon intelligente man, met een goede doorborende geest,’ zegt Van Aartsen. ‘Maar hij was ook een gecompliceerde persoonlijkheid, iemand die niet altijd gemakkelijk was in de omgang.’ Roel Bekker, voormalig topambtenaar, onderschrijft de positieve kwalificaties, maar zou ‘de volumeknop iets zachter zetten’. Hij was helemaal niet zo meedogenloos, en een stuk normaler dan hij beschreven wordt in zijn memoires.’
‘Er is de laatste jaren veel schuchterheid in de ambtelijke dienst’
Docters van Leeuwen bekleedde verschillende hoge functies binnen de publieke sector, maar meest memorabel is zijn werk als hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), menen Van Aartsen en Bekker. De BVD (de voorloper van de AIVD) had na de val van de Berlijnse Muur de behoefte aan een nieuwe strategie en oriëntatie. ‘De exclusieve taak om ons te beschermen tegen de Russen viel weg voor de BVD,’ legt Van Aartsen uit. ‘Docters van Leeuwen heeft de dienst vervolgens op een nieuwe leest geschoeid, door de focus te richten op nieuwe gevaren voor onze democratische rechtsstaat en op het (destijds nog zeer prille) islamitisch radicalisme. Hij heeft de BVD voortreffelijk geleid.’
Bekker kent Docters van Leeuwen al uit zijn tijd bij de ministeries van Financiën en BZK. ‘Daar heeft hij goede veranderingen doorgevoerd,’ zegt Bekker. ‘Docters van Leeuwen heeft daarna ook het Openbaar Ministerie nog eens goed opgeschud. Ik was destijds consultant en heb toen op zijn verzoek nog eens een second opinion uitgebracht. Het is daar destijds niet helemaal gelukt om een goedlopende organisatie neer te zetten. Dat vind ik ook wel kenmerkend voor zijn rol: hij was meer een aanjager dan een afmaker. Ik weet dat hij graag minister of Kamerlid was geweest, maar dat is hem helaas niet gelukt.’
Ambtelijke schuchterheid
Een mogelijke verklaring voor het niet volledig waarmaken van zijn ambities schuilt in het feit dat Docters van Leeuwen bepaald niet op zijn mondje was gevallen, stelt Bekker. ‘Wat opmerkelijk, maar ook goed was, was dat hij niet bang was, niet terughoudend op wat voor manier dan ook. Hij had een duidelijke visie dat een ambtenaar een eigen verantwoordelijkheid heeft en dat hij voor zijn mening moet uitkomen, zij het uiteraard op basis van loyaliteit. Dat zijn goede eigenschappen, maar met zijn sterke meningen heeft hij ook wel mensen tegen zich in het harnas gejaagd.’
‘De Oekaze-Kok wordt veel strenger beleefd dan het daadwerkelijk is’
‘Maar zijn uitgesproken karakter was absoluut een meerwaarde’ vindt Van Aartsen. ‘Er is de laatste jaren veel schuchterheid in de ambtelijke dienst gekropen. Het type Docters van Leeuwen, dat voor zijn mening uit durft te komen, ook richting ministers, is de laatste jaren ondergesneeuwd geraakt.’
Oekaze-Kok
De afgelopen jaren is meermaals de relatie tussen ambtenaren en politici onderwerp van debat geweest. Daarbij zijn communicatie en openbaarheid tussen ambtenaren en politici belangrijke thema’s. Sinds de Oekaze-Kok (1998) mogen ambtenaren alleen in specifieke omstandigheden praten met Kamerleden en journalisten, op voorwaarde bovendien dat de minister het goedkeurt. ‘Het is een goede zaak dat de Oekaze-Kok eind 2020 wat losser is gemaakt,’ vindt Bekker. ‘Die wordt namelijk veel strenger beleefd dan het daadwerkelijk is. Zoals het eerst geformuleerd was lijkt het net alsof ambtenaren nooit meer contact mogen hebben met journalisten of Kamerleden. Maak je dat losser, dan geef je ambtenaren een eigen gezicht!’
‘Moet elke hik of boer soms openbaar worden?’
Wat openbaarheid betreft is er volgens Van Aartsen sinds de Oekaze-Kok een schemergebied ontstaan. ‘Openbaarheid van inzichten in hoe besluiten tot stand komen is belangrijk. Maar de soms losse vorm van communicatie tussen ambtenaren en ministers is heus niet altijd relevant. Moet elke hik en elke boer soms openbaar worden? Je hoeft niet elk mailtje, elk discussiepunt tussen ambtenaren en ministers te weten.’
Revival van de ambtelijke expert
Bekker meent dat de maatschappij veel waarde toekent aan de expertise en het oordeel van hogere ambtenaren. ‘Kijk naar Kim Putters (SCP) of Jaap van Dissel (RIVM). Zij maken in de coronacrisis een zeer betrouwbare indruk, meer dan de meeste politici, zou ik zeggen. Een minister moet zich beperken tot de bestuurlijke hoofdlijnen, de hoge ambtenaar, die expert is op zijn of haar vakgebied, is er voor technische, meer diepgaande zaken.’
‘Docters van Leeuwen stak zijn mening nooit onder stoelen of banken,’ besluit Bekker. ‘Ambtenaren doen dat nu echt te weinig. Het politieke primaat is wat mij betreft doorgeslagen. Ik ben dan ook, in de geest van Docters van Leeuwen, een groot voorstander van een revival van de ambtelijke expert, die zich durft te mengen in het publieke debat.’
Bibliografie
Lars Kuipers, Arthur Docters van Leeuwen: Een spoor van vernieuwing, Prometheus, 2020.
Geef een reactie